Gebruikershandleiding voor aptitude Versie 0.8.13 Daniel Burrows Hoofdauteur van het document.  Manuel A. Fernandez Montecelo Belangrijkste onderhouder na Daniel Burrows, documentatie over nieuwe functionaliteit, correcties en opmaak.  Copyright © 2004-2011, 2012-2016 Daniel Burrows, Manuel A. Fernandez Montecelo Deze handleiding is vrije software. U kunt ze verder verspreiden en/of ze aanpassen volgens de bepalingen van de licentie GNU General Public License die door de Free Software Foundation gepubliceerd werd. Versie 2 of een meer recente versie (zo u dat verkiest) van deze licentie is van toepassing. Deze handleiding wordt verspreid in de hoop dat ze van nut zal zijn, maar ZONDER ENIGE GARANTIE, zelfs zonder de impliciete garantie van VERKOOPBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN SPECIFIEK DOEL. Zie de GNU General Public License voor meer details. Samen met dit programma zou u een kopie van de GNU General Public License ontvangen moeten hebben. Is dat niet het geval, schrijf dan naar the Free Software Foundation, Inc., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301 USA ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ Inhoudsopgave Inleiding Overigens, wat is aptitude voor iets? Wat is een pakketbeheerder? Wat houdt het apt-systeem in? Waar kan ik aptitude vinden? Vooraf gebouwde pakketten met aptitude, of “wat 99% van de gebruikers zouden moeten doen” Vanuit de broncode aptitude bouwen De ontwikkeling van aptitude opvolgen en eraan deelnemen 1. Aan de slag aptitude gebruiken Grondbeginselen van aptitude Door de pakketlijst van aptitude navigeren Pakketten op naam zoeken Pakketten beheren De pakketlijst bijwerken en pakketten installeren Aan de commandoregel aptitude gebruiken 2. De aptitude referentiegids De terminal-gebruikersinterface van aptitude De menu's gebruiken Menu-commando's Met verschillende weergaven werken Systeembeheerder (root) worden Pakketten beheren De pakketlijst beheren Informatie over pakketten opzoeken De toestand van een pakket wijzigen Pakketten ophalen, installeren en verwijderen De betrouwbaarheid van pakketten begrijpen en ermee omgaan Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren Vereisten van pakketten oplossen Het oplossen van vereisten in aptitude Onmiddellijke vereistenoplossing Vereisten interactief oplossen Kosten van de interactieve vereistenoplosser De interactieve vereistenoplosser configureren Zoekpatronen Naar tekenreeksen zoeken Verkorte notatie voor zoektermen Zoekopdrachten en versies Expliciete zoekdoelen Referentiegids voor zoektermen Aanpassingen maken aan aptitude De pakketlijst aanpassen Sneltoetsen aanpassen De kleur en de vormgeving van tekst aanpassen De schermopmaak aanpassen Referentiegids voor het configuratiebestand Thema's Mijnenveger spelen 3. Veel gestelde vragen bij aptitude 4. Credits I. Referentiegids voor de commandoregel aptitude — hoogwaardige interface voor de pakketmanager aptitude-create-state-bundle — de huidige toestand van aptitude samenbundelen aptitude-run-state-bundle — pak een statusbundel van aptitude uit en gebruik dit om er aptitude op uit te voeren. Lijst van afbeeldingen 2.1. Beschikbare commando's in het menu Acties 2.2. Beschikbare commando's in het menu Ongedaan maken 2.3. Beschikbare commando's in het menu Pakket 2.4. Beschikbare commando's in het menu Oplosser 2.5. Beschikbare commando's in het menu Zoeken 2.6. Beschikbare commando's in het menu Opties 2.7. Beschikbare commando's in het menu Weergaven 2.8. Beschikbare commando's in het menu Hulp 2.9. Waarden voor de vlag “huidige toestand” 2.10. Waarden voor de vlag “actie” 2.11. Syntaxis van samengestelde kostencomponenten 2.12. Niveaus van veiligheidskosten 2.13. Syntaxis van de term ?for 2.14. Stijlen die in aptitude aangepast kunnen worden Lijst van tabellen 2.1. Basale kostencomponenten 2.2. Standaard niveaus van veiligheidskosten 2.3. Beknopte handleiding bij zoektermen Lijst van voorbeelden 2.1. Kostenvoorbeelden van de oplosser 2.2. Het gebruik van de term ?= 2.3. Het gebruik van de term ?bind 2.4. Het gebruik van de term ?exact-name 2.5. Het gebruik van de term ?for 2.6. Het gebruik van de term ?term-prefix 2.7. Groeperingsrichtlijn firstchar of firstchar(binary) 2.8. Groeperingsrichtlijn firstchar(source) 2.9. Het gebruik van patroon om pakketten volgens pakketbeheerder te groeperen 2.10. Het gebruik van pattern met enkele pakketten die op het bovenste niveau geplaatst worden. 2.11. Het gebruik van een groeperingsbeleid met sub-richtlijnen op basis van een patroon 12. Gebruik van --show-summary Inleiding Inhoudsopgave Overigens, wat is aptitude voor iets? Wat is een pakketbeheerder? Wat houdt het apt-systeem in? Waar kan ik aptitude vinden? Vooraf gebouwde pakketten met aptitude, of “wat 99% van de gebruikers zouden moeten doen” Vanuit de broncode aptitude bouwen De ontwikkeling van aptitude opvolgen en eraan deelnemen   “Meester, bezit Emacs de Boeddha-zijnswjize?” vroeg de novice.   “Ik zie niet in waarom niet,” antwoordde de meester. “Het is toch ook in al de rest verdomd goed.” Vele jaren later zag de novice plots het licht.   -- John Fouhy Dag en welkom bij de gebruikershandleiding van aptitude! Dit inleidende deel legt uit wat aptitude is en hoe u het kunt verkrijgen. Voor informatie over het eigenlijke gebruik gaat u naar Hoofdstuk 1, Aan de slag. Overigens, wat is aptitude voor iets? aptitude is een pakketbeheerder voor Debian GNU/Linux systemen met veel mogelijkheden, gebaseerd op de gerenommeerde pakketbeheerdersinfrastructuur apt. aptitude biedt de functionaliteit van dselect en apt-get met nog veel extra mogelijkheden die in geen van beide programma's aanwezig zijn. Wat is een pakketbeheerder? Een pakketbeheerder houdt bij welke software op uw computer geïnstalleerd is, en laat u toe om op een eenvoudige wijze nieuwe software te installeren, software naar nieuwere versies op te waarderen, of software te verwijderen die u eerder installeerde. Zoals de naam suggereert, behandelen pakketbeheerders pakketten: een geheel van bestanden dat gebundeld wordt en als geheel geïnstalleerd en verwijderd kan worden. Dikwijls is een pakket gewoon een bepaald programma. Het clientprogramma voor instantberichten gaim is bijvoorbeeld te vinden in het Debian pakket met dezelfde naam. Anderzijds komt het ook geregeld voor dat een programma uit meerdere samenhangende pakketten bestaat. Het beeldbewerkingsprogramma gimp bijvoorbeeld, bestaat niet enkel uit het pakket gimp, maar ook uit het pakket gimp-data. Daarenboven zijn nog meerdere optionele uitbreidingspakketten beschikbaar (met elementen voor gevorderden, documentatie, enz.). Het gebeurt ook dat verschillende kleine samenhangende programma's samen in één pakket zitten: het pakket fileutils bijvoorbeeld, bevat verschillende gebruikelijke Unix-commando's, zoals ls, cp, enz. Sommige pakketten hebben andere pakketten nodig om te kunnen functioneren. In Debian kunnen pakketten andere pakketten vereisen , aanbevelen, suggereren, defect maken, of ermee conflicteren. • Indien een pakket A van een ander pakket B afhangt, dan is B vereist opdat A behoorlijk zou functioneren. Het pakket gimp bijvoorbeeld, is afhankelijk van het pakket gimp-data om het beeldbewerkingsprogramma GIMP toegang te laten hebben tot voor het programma cruciale gegevensbestanden. • Indien een pakket A een ander pakket B aanbeveelt, dan brengt B voor A belangrijke bijkomende functionaliteit aan waarover men in de meeste omstandigheden zal willen beschikken. Het pakket mozilla-browser bijvoorbeeld, beveelt het pakket mozilla-psm aan, dat in de webbrowserMozilla ondersteuning voor veilige gegevensoverdracht inbouwt. Hoewel mozilla-psm niet strikt noodzakelijk is opdat Mozilla zou kunnen functioneren, willen de meeste gebruikers wel dat Mozilla de veilige overdracht van confidentiële informatie (zoals kredietkaartnummers) ondersteunt. • Indien een pakket A een ander pakket B suggereert, dan biedt pakket B functionaliteit die de mogelijkheden van A uitbreidt, hoewel men die in de meeste gevallenniet nodig zal hebben. Het pakket kmail bijvoorbeeld, suggereert het pakket gnupg, dat encryptiesoftware bevat die door KMail gebruikt kan worden. • Indien een pakket A met een ander pakket B conflicteert, dan kunnen beide pakketten niet gelijktijdig geïnstalleerd zijn. Zo conflicteert bijvoorbeeldfb-music-hi met fb-music-low, omdat zij elk een alternatief geheel van muziekbestanden voor het spel Frozen Bubble aanbieden. De taak van een pakketbeheerder is de gebruiker een interface te bieden die hem/haar bijstaat bij het beheer van het geheel van pakketten dat op zijn/haar systeem geïnstalleerd is. aptitude biedt zo'n interface door voort te bouwen op het pakketbeheersysteem apt. Wat houdt het apt-systeem in? In staat zijn pakketten te installeren en te verwijderen is een geweldige functionaliteit en het is exact dat wat de daarvoor ontwikkelde basissoftware (bekend als dpkg) doet, maar ze doet ook niets meer. Dit is oké als u één of twee pakketten handmatig downloadt, maar het wordt al vlug onhandig als u een groot aantal pakketten tracht te beheren. Bovendien, als uw fonkelnieuw pakket software nodig heeft die u nog niet geïnstalleerd heeft, zult u die nieuwe vereiste software handmatig moeten downloaden. En indien u later beslist dat niet meer zo fonkelnieuw pakket te verwijderen, zullen die extra pakketten op uw systeem blijven rondslingeren en opslagruimte gebruiken, tenzij u ze handmatig verwijdert. Al dit handmatig werk wordt overduidelijk een vervelend karwei, en daarom bevatten de meeste systemen voor pakketbeheer software die dit geheel of gedeeltelijk in uw plaats opknapt. apt is de gemeenschappelijke basis waarop deze programma's voortbouwen. Naast aptitude maken ook programma's zoals synaptic enapt-watch gebruik van apt. apt functioneert door een lijst bij te houden van pakketten die het bij Debian kan ophalen voor uw computer. Deze lijst wordt gebruikt om pakketten te vinden die opgewaardeerd moeten worden en om nieuwe pakketten te installeren. apt is ook in staat om veel vereistenproblemen automatisch op te lossen: als u bijvoorbeeld kiest om een pakket te installeren, zal het ook alle eventuele noodzakelijke bijkomende pakketten opzoeken en installeren. Als u werkt met een op apt gebaseerde pakketbeheerder, zoals aptitude, zult u gewoonlijk drie basistaken uitvoeren: u zult de lijst van beschikbare pakketten bijwerken door nieuwe lijsten op te halen bij de Debian servers, u zult de pakketten die geïnstalleerd, opgewaardeerd of verwijderd moeten worden selecteren en tenslotte zult u uw selecties toepassen door het installeren, verwijderen, enz. effectief uit te voeren. Op apt gebaseerde pakketbeheerders halen de lijst van “pakketbronnen” -- opslagplaatsen met Debian pakketten -- uit het bestand /etc/apt/sources.list. De indeling en de inhoud van dit bestand vallen buiten het bereik van dit document, maar worden beschreven in de man-pagina sources.list(5). Waar kan ik aptitude vinden? Mocht u deze handleiding lezen zonder dat aptitude reeds geïnstalleerd is op uw systeem, dan wordt in dit deel uitgelegd hoe u aan deze ongelukkige situatie kunt verhelpen. De meeste mensen kunnen echter onmiddellijk verder gaan naar het onderdeel over binaire pakketten. Vooraf gebouwde pakketten met aptitude, of “wat 99% van de gebruikers zouden moeten doen” Vooraf gebouwde of “binaire” pakketten zijn de makkelijkste en meest gebruikelijke manier om aptitude te installeren. U zou enkel een installatie op basis van de broncode moeten proberen uitvoeren als om de een of andere reden geen binair pakket beschikbaar is, of indien u specifieke behoeften heeft waaraan niet tegemoet gekomen wordt door binaire pakketten. Indien u een Debian systeem gebruikt, voer dan als root (systeembeheerder) het volgende commando uit: apt-get install aptitude. Indien u geen Debian systeem gebruikt, heeft uw leverancier wellicht een vooraf gebouwd pakket van aptitude aangemaakt. Indien u onzeker bent, kunt u hem contacteren voor bijkomende suggesties. Vanuit de broncode aptitude bouwen U kunt aptitude ook bouwen vertrekkend van de broncode. Dit is evenwel wellicht geen zinvolle bezigheid tenzij apt reeds op uw systeem staat. Indien dit het geval is, kunt u vanuit de broncode aptitude installeren met de volgende stappen:  1. Installeer de volgende stukken software: • Een C++ compiler, zoals g++. • De ontwikkelaarsbestanden voor apt, die meestal te vinden zijn in een pakket met een naam zoals libapt-pkg-dev. • De bibliotheek libsigc++-2.0, te vinden in het pakket libsigc++-2.0-dev of op http://libsigc.sourceforge.net. • De bibliotheek cwidget, te vinden in het pakket libcwidget-dev of op http://cwidget.alioth.debian.org. • Het programma gettext dat met uw Linuxdistributie meegeleverd zou moeten zijn. • Een exemplaar van het gereedschap make, zoals GNU make.  2. En tenslotte moet u de meest recente broncode van aptitude downloaden, die te vinden is ophttp://packages.debian.org/unstable/admin/aptitude. (scrol tot onderaan de pagina en download het bestand “.orig.tar.gz”) Als alle vereiste componenten beschikbaar zijn, kunt u een terminalvenster openen en de opdracht tar zxf aptitude-0.8.13.tar.gz uitvoeren om de broncode uit te pakken. Als dat gebeurd is, typ dan cd aptitude-0.8.13 && ./configure && make om aptitude te compileren. Als dat succesvol beëindigd wordt, moet u systeembeheerder (root user) worden (bijvoorbeeld door su te gebruiken) en vervolgens make install typen om aptitude op uw computer te installeren. Nadat aptitude succesvol geïnstalleerd werd, kunt u het programma starten door aan de commandoregel aptitude te typen. De ontwikkeling van aptitude opvolgen en eraan deelnemen De broncodeboom met de ontwikkelingsversie van aptitude ophalen Indien u de allernieuwste broncode van aptitude wenst uit te testen, kunt u de broncode van een nog niet uitgebrachte aptitude downloaden via Git. Installeer Git (te vinden op http://git-scm.com/) en voer de opdracht git clone git://anonscm.debian.org/aptitude/aptitude.git uit om de meest recente broncode op te halen. [Waarschuwing] Waarschuwing De broncode van aptitude in de Git softwarebron is een ontwikkelingsversie waaraan actief gewerkt wordt. Ze verandert naarmate er bugs gerepareerd worden en nieuwe functionaliteit toegevoegd wordt en er is geen enkele garantie dat ze zelfs maar gecompileerd kan worden, laat staan behoorlijk zal functioneren! Bugrapporten zijn welkom, maar blijf er u van bewust dat u broncode die actief ontwikkeld wordt, volledig op eigen risico gebruikt! ^[1] Mailinglijst De belangrijkste mailinglijst over het ontwikkelen van aptitude is . Archieven van de lijst zijn te vinden op http://lists.alioth.debian.org/pipermail/aptitude-devel/. Om u opde lijst in te schrijven, moet u naar de webpagina http://lists.alioth.debian.org/mailman/listinfo/aptitude-devel gaan. Patches aanleveren Het beste is om patches aan te leveren via de mailinglijst van aptitude, . Maar indien u er de voorkeur aan geeft om ze via private e-mail op te sturen, dan kunt u ze naar of zenden. Het wordt op prijs gesteld als u in het kort de achterliggende motivatie bij uw patch beschrijft en een verklaring bij de werking ervan. Wijzigingen in de broncodeboom van aptitude opvolgen Regelmatig wordt de broncodeboom van aptitude bijgewerkt met nieuwe functionaliteit, bugreparaties en nieuwe bugs. Nadat u de broncode naar uw computer gekopieerd heeft (zie het voorgaande onderdeel), kunt u er met het commando cd naartoe gaan en daar de opdracht git pull intypen om uw kopie in overeenstemming te brengen met eventuele wijzigingen aan de hoofdsoftwarebron. Om automatisch een bericht te ontvangen bij een aangebrachte wijziging aan de broncode van aptitude, kunt u zich inschrijven op de Atom webfeed op http://anonscm.debian.org/gitweb/?p=aptitude/aptitude.git;a=atom of op de RSS webfeed op http://anonscm.debian.org/gitweb/?p=aptitude/aptitude.git;a=rss. aptitude bouwen vanuit de broncode van de ontwikkelingsversie Om aptitude te kunnen bouwen vanuit de softwarebron in Git, moeten de programma's autoconf en automake geïnstalleerd zijn. Typ sh ./autogen.sh && ./configure om de bestanden te genereren die nodig zijn om aptitude te compileren. Voer vervolgens de opdrachten make en make install uit. ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ ^[1] Voor alle vrije software geldt dat u ze op eigen risico gebruikt, maar bij het gebruik van een ontwikkelingsversie is dat risico natuurlijk veel groter. Hoofdstuk 1. Aan de slag Inhoudsopgave aptitude gebruiken Grondbeginselen van aptitude Door de pakketlijst van aptitude navigeren Pakketten op naam zoeken Pakketten beheren De pakketlijst bijwerken en pakketten installeren Aan de commandoregel aptitude gebruiken   Een duizend mijlen verre reis begint met één stap.     -- Lao Tsu aptitude is een tamelijk uitgebreid programma met veel mogelijkheden en nieuwe gebruikers kunnen er enigszins door overweldigd worden als ze het leren kennen. Dit hoofdstuk geeft geen exhaustieve beschrijving van alle functionaliteit van aptitude (zie daarvoor Hoofdstuk 2, De aptitude referentiegids),maar het overloopt de basale en meest gebruikte functionaliteit van het programma. aptitude gebruiken Dit onderdeel beschrijft hoe u de visuele interface van aptitude gebruikt. Zie voor informatie over het gebruik van de commandoregelinterface van aptitude de paragraaf met de naam “Aan de commandoregel aptitude gebruiken”. Grondbeginselen van aptitude Om aptitude uit te voeren, opent u uw favoriete terminalvenster en typt u aan de commandoregel: foobar$ aptitude Na het laden van de cache (wat op tragere computers enige tijd in beslag kan nemen), wordt het hoofdscherm van aptitude zichtbaar: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --- Geïnstalleerde pakketten --- Niet-geïnstalleerde pakketten --- Verouderde en lokaal aangemaakte pakketten --- Virtuele pakketten --- Taken Deze pakketten zijn op dit moment geïnstalleerd op uw computer. Zoals u kunt zien is het hoofdscherm van aptitude onderverdeeld in verschillende gebieden. De blauwe regel bovenaan de terminal is de menuregel en de blauwe regels daaronder zijn informatieve mededelingen die een aantal belangrijke commando's beschrijven. De zwarte ruimte die daaronder volgt is de lijst van alle beschikbare pakketten, waarin een aantal pakketgroepen weergegeven worden. De momenteel geselecteerde groep (“Geïnstalleerde pakketten”) wordt geaccentueerd, en de beschrijving ervan wordt getoond in de onderste zwarte ruimte. Zoals de bovenste regel van het scherm suggereert, krijgt u toegang tot de menu's van aptitude met de toetsencombinatie Control+t (ook geldig zijn: Control+Spatie en F10); indien uw systeem dit ondersteunt kunt u ook met de muis op een menutitel klikken. Door Control+t in te drukken opent u het menu Acties: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp +-------------------------+ u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten |Installeer/verwijder pakketten g| |Werk pakketlijst bij u| |Vergeet nieuwe pakketten f| |Schoon pakketcache op |akketten |Schoon verouderde bestanden op| |Markeer als opwaardeerbaar U| |Mijnenveger spelen | |Beheerder worden | +-------------------------+ |Afsluiten Q| +-------------------------+ Deze pakketten zijn op dit moment geïnstalleerd op uw computer. Doe alle uit te voeren installaties en verwijderingen Maak gebruik van de pijltjestoetsen en Enter om menu-items te selecteren (of, indien uw systeem dat ondersteunt, klik erop met de muis). Om het menu te sluiten zonder iets te selecteren, drukt u opnieuw op Control+t. Het momenteel geaccentueerde menu-item, wordt onderaan het scherm toegelicht. Indien een menu-item met een sneltoets geactiveerd kan worden, wordt die in het menu getoond: bijvoorbeeld het commando “Werk pakketlijst bij” kan geactiveerd worden door op u te drukken. Op ieder ogenblik kunt u op ? drukken om een online overzicht van de beschikbare sneltoetsen te bekomen. Door de pakketlijst van aptitude navigeren De pakketlijst is de belangrijkste interface naar aptitude. Als aptitude opstart, wordt de lijst opgedeeld in een aantal groepen, zoals te zien is in de volgende schermafbeelding: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --- Geïnstalleerde pakketten --- Niet-geïnstalleerde pakketten --- Verouderde en lokaal aangemaakte pakketten --- Virtuele pakketten --- Taken Deze pakketten zijn op dit moment geïnstalleerd op uw computer. [Opmerking] Opmerking Lege pakketgroepen worden door aptitude automatisch verborgen. Zelf krijgt u dus misschien meer of minder groepen te zien dan op deze schermafbeelding getoond wordt. Op de bovenstaande schermafbeelding wordt de eerste groep (“Geïnstalleerde pakketten”) geaccentueerd om aan te geven dat die momenteel geselecteerd is, U kunt met de pijltjestoetsen de keuzebalk naar boven en beneden verplaatsen. Merk op dat ook de beschrijving onderaan de pakketlijst wijzigt als u dat doet. Om een groep “uit te vouwen”, drukt u op Enter terwijl de groep geselecteerd is: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --\ Geïnstalleerde pakketten --- beheer - Administratieve middelen (software installeren, gebruikersbeheer, enz) --- basis - Het Debian basissysteem --- ontwikkeling - Hulpmiddelen en programma's voor softwareontwikkeling --- doc - Documentatie en gespecialiseerde programma's om documentatie te bekijken --- editors - Teksteditors en tekstverwerkers --- elektronica - Programma's om met schakelingen en elektronica te werken --- spelen - Spelen, spelletjes en leuke programma's --- gnome - Het bureaubladsysteem GNOME --- illustraties - Middelen om grafische bestanden te maken, te bekijken en te bewerken Deze pakketten zijn op dit moment geïnstalleerd op uw computer. Zoals u kunt zien, werd de groep “Geïnstalleerde pakketten” uitgevouwen om zijn inhoud te laten zien: hij bevat een aantal subgroepen, min of meer gedefinieerd aan de hand van de software die ze bevatten. Als we de sectie “beheer” uitvouwen door ze te selecteren en op Enter te drukken, zien we: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --\ Geïnstalleerde pakketten -- beheer - Administratieve middelen (software installeren, gebruikersbeheer, enz) --- main - Het hoofdarchief van Debian --- basis - Het Debian basissysteem --- ontwikkeling - Hulpmiddelen en programma's voor softwareontwikkeling --- doc - Documentatie en gespecialiseerde programma's om documentatie te bekijken --- editors - Teksteditors en tekstverwerkers --- elektronica - Programma's om met schakelingen en elektronica te werken --- spelen - Spelen, spelletjes en leuke programma's --- gnome - Het bureaubladsysteem GNOME Pakketten uit de sectie 'beheer' laten u toe administratieve taken uit te voeren zoals software installeren, gebruikersbeheer, uw systeem configureren en monitoren, netwerktrafiek onderzoeken, enzovoort. De groep “beheer” bevat een enkele subgroep, “main”, het hoofdarchief van Debian. Als deze groep uitgevouwen wordt, worden enkele pakketten zichtbaar! [Tip] Tip Om tijd te sparen kunt u de [-toets gebruiken om alle subgroepen van een groep in een keer uit te vouwen. Als u “Geïnstalleerde pakketten” had geselecteerd en op [ gedrukt, had u onmiddellijk de pakketten uit de onderstaande schermafdruk te zien gekregen. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --\ Geïnstalleerde pakketten --\ beheer - Administratieve middelen (software installeren, gebruikersbeheer, enz.) --\ main - Het hoofdarchief van Debian i acpid 1.0.3-19 1.0.3-19 i alien 8.44 8.44 i anacron 2.3-9 2.3-9 i apt-show-versions 0.07 0.07 i A apt-utils 0.5.25 0.5.25 i apt-watch 0.3.2-2 0.3.2-2 i aptitude 0.2.14.1-2 0.2.14.1-2 De Debian distributie bestaat uit pakketten uit de sectie 'main'. Elk pakket uit 'main' is Vrije Software. Voor meer informatie over wat Debian als Vrije Software beschouwt, zie http://www.debian.org/social_contract#guidelines Behalve met de pijltjestoetsen kunt u de keuzebalk ook met een ganse pagina tegelijk door de pakketlijst verplaatsen met behulp van de toetsen Page Up en Page Down. [Tip] Tip Indien er meer informatie is dan in de onderste helft van het scherm past, kunnen de toetsen a en z gebruikt worden om door de informatie te scrollen. Pakketten op naam zoeken Om snel een pakket te vinden waarvan u de naam kent, drukt u op / om een zoekdialoogvenster te openen: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 i frozen-bubble 1.0.0-5 1.0.0-5 i A frozen-bubble-data 1.0.0-5 1.0.0-5 i geekcode 1.7.3-1 1.7.3-1 i gfpoken 0.25-3 0.25-3 i ggz-gnome-client 0.0.7-2 0.0.7-2 i ggz-gtk-client 0.0.7-1 0.0.7-1 i ggz-gtk-game-data 0.0.7-2 0.0.7-2 i +--------------------------------------------------------------------------+ i |Zoeken naar: | i |froz | Po| [ Ok ] [ Cancel ]| Fr+--------------------------------------------------------------------------+ probeert bellen naar groepen van gelijke kleur te schieten om ze te doen ploffen. Het heeft 100 niveau's in de een-speler modus, een twee-spelers modus, muziek en een frappante grafische vormgeving. Volgens een hardnekkig gerucht lag dit spel aan de basis van het uitstel van de release van Woody. URL: http://www.frozen-bubble.org/ Zoals u op de bovenstaande schermafdruk kunt zien, levert een zoekopdracht froz het pakket frozen-bubble als resultaat op. Met de krachtige zoektaal van aptitude, die in de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” beschreven wordt, kunt u pakketten opzoeken aan de hand van vele complexe criteria. [Tip] Tip U kunt achterwaarts zoeken in de pakketlijst door op \ te drukken en u kunt de laatste zoekopdracht herhalen door na het sluiten van het zoekvenster op n te drukken. Soms kan het nuttig zijn om alle pakketten te verbergen, behalve die welke beantwoorden aan een specifiek criterium. Om dit te doen moet u op l drukken: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --- Geïnstalleerde pakketten --- Niet-geïnstalleerde pakketten --- Verouderde en lokaal aangemaakte pakketten --- Virtuele pakketten --- Taken +--------------------------------------------------------------------------+ |Voer de nieuwe beperking voor de pakketboom in: | |apti | | [ Ok ] [ Annuleren ]| De+--------------------------------------------------------------------------+ a Dit dialoogvenster werkt op exact dezelfde manier als het zoekvenster, behalve dat het alle pakketten verbergt die niet aan de zoekopdracht beantwoorden, in plaats van het volgende pakket dat aan de zoekopdracht beantwoordt te accentueren. Door bijvoorbeeld apti in het dialoogvenster in te typen en op Enter te drukken zullen alle pakketten verborgen worden, uitgezonderd die welke “apti” in hun naam hebben: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --\ Geïnstalleerde pakketten --\ beheer - Administratieve middelen (software installeren, gebruikersbeheer, enz.) --\ main - Het hoofdarchief van Debian i aptitude 0.2.14.1-2 0.2.14.1-2 i A synaptic 0.51-1 0.51-1 --\ x11 - Het X-windowsysteem en aanverwante software --\ main - Het hoofdarchief van Debian i xfree86-driver-synaptics 0.13.3-1 0.13.3-1 --- Niet-geïnstalleerde pakketten --- Virtuele Pakketten Deze pakketten zijn op dit moment geïnstalleerd op uw computer. Pakketten beheren Nu u door de lijst met pakketten kunt bewegen, wordt het tijd om aptitude te beginnen gebruiken voor het installeren en verwijderen van pakketten. In dit onderdeel zult u leren hoe u pakketten moet markeren om geïnstalleerd, verwijderd of opgewaardeerd te worden. [Tip] Tip U kunt de installatie van uw systeem enkel wijzigen als u de root gebruiker (systeembeheerder) bent. Indien u met aptitude wilt experimenteren, kunt u het veilig uitvoeren als een andere gebruiker dan root, waardoor het gevaar dat u het systeem beschadigt, uitgesloten wordt. aptitude zal u verwittigen als u iets tracht te doen dat enkel door root kan gedaan worden en als u wilt doorgaan zult u het wachtwoord van root moeten intypen. Het doorvoeren van een wijziging aan een pakket begint bij het markeren ervan in de pakketlijst, waarna een toets ingedrukt wordt die overeenkomt met de actie die uitgevoerd moet worden. De basale actietoetsen ^[2] zijn + om een pakket te installeren of op te waarderen, - om een pakket te verwijderen en = om te voorkomen dat een pakket automatisch opgewaardeerd wordt (dit staat bekend onder de term een pakket handhaven). Deze acties worden niet onmiddellijk uitgevoerd. aptitude zal enkel de pakketlijst bijwerken om de aangevraagde wijziging zichtbaar te maken. De volgende schermafdruk is een voorbeeld waarbij het pakket kaffeine-mozilla geselecteerd was en + ingedrukt werd. Het pakket wordt nu in het groen geaccentueerd en de letter “i” is links van zijn naam zichtbaar geworden om aan te geven dat het geïnstalleerd zal worden. Daarenboven wordt een schatting getoond van de hoeveelheid schijfruimte die door het pakket ingenomen zal worden. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 Zal 2925kB schijfruimte gebruiken DL-grootte: 1375kB --\ kde - Het bureaubladsysteem KDE --\ main - Het hoofdarchief van Debian p bibletime-i18n 1.4.1-1 p education-desktop-kde 0.771 p junior-kde 1.4 piA kaffeine +2843kB 0.4.3-1 pi kaffeine-mozilla +81.9kB 0.4.3-1 p karamba 0.17-5 p kde-devel 4:3.1.2 p kde-devel-extras 4:3.1.2 De KDE bureaubladomgeving (ontwikkelaarsbestanden) Een meta-pakket met vereisten voor de basisontwikkelaarssuite van KDE met kdesdk, qt3-designer, en alle kernpakketten van KDE-dev. [Tip] Tip Op elk moment kunt u Ongedaan maken → Ongedaan maken (Control+u) gebruiken om gelijk welke verandering aan één of meer pakketten “ongedaan te maken”. Dit is erg handig in het geval een actie onvoorziene gevolgen heeft en u ze wenst te “herroepen”. Naast acties die betrekking hebben op individuele pakketten, staat er nog een andere belangrijke actie ter beschikking: U typen heeft tot gevolg dat geprobeerd zal worden om alle pakketten op te waarderen waarvoor dat mogelijk is. U zou dit commando geregeld moeten gebruiken om uw systeem up-to-date te houden. Het beheer van defecte pakketten Soms gebeurt het dat het veranderen van de toestand van een pakket ertoe leidt dat er onvoldane vereisten ontstaan. Van pakketten met onvoldane vereisten wordt gezegd dat ze defect of gebroken zijn. aptitude zal u verwittigen wanneer dat het geval is en uitleggen waarom zich dit voordeed. Dit is bijvoorbeeld wat er gebeurt als men sound-juicer tracht te verwijderen: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.3.3 #Defect: 1 Er zal 48.6MB schijfruimte vrijkomen i A nautilus 2.10.1-4 2.10.1-4 i nautilus-cd-burner 2.10.2-1.1 2.10.2-1.1 i A nautilus-data 2.10.1-4 2.10.1-4 i netspeed 0.12.1-1 0.12.1-1 i A oaf 0.6.10-3 0.6.10-3 i pybliographer 1.2.6.2-1 1.2.6.2-1 i rhythmbox 0.8.8-13 0.8.8-13 i shermans-aquarium 3.0.1-1 3.0.1-1 idA sound-juicer -1733kB 2.10.1-3 2.10.1-3 GNOME 2 CD Ripper sound-juicer zal verwijderd worden. De volgende pakketten hangen af van sound-juicer en zullen defect raken door het te verwijderen: * gnome-desktop-environment hangt af van sound-juicer [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Zoals u kunt zien, geeft aptitude met drie indicatoren weer dat er iets fout gelopen is: ten eerste wordt het aantal defecte pakketten weergegeven in het bovenste blauwe gebied; ten tweede is de onderste helft van het scherm veranderd en beschrijft die de defecte pakketten die verband houden met het momenteel gemarkeerde pakket; ten derde verschijnt er onderaan het scherm een regel met een suggestie over hoe het probleem opgelost kan worden. Om in de pakketlijst snel defecte pakketten te vinden, kunt u op b drukken of zoeken naar ?broken. [Opmerking] Opmerking De tekst [1(1)/...] geeft de voortgang weer van de vereistenoplosser van aptitude. Het eerste cijfer is de oplossing die u momenteel geselecteerd heeft en het tweede is het aantal oplossingen dat aptitude reeds uitgewerkt heeft. De aanwezigheid van de tekst “...” geeft aan dat er buiten de uitgewerkte oplossingen mogelijk nog andere zijn. Indien aptitude zeker was dat de uitgewerkte oplossing de enig mogelijke was, zou deze indicator er zo uitzien: [1/1]. Om bijkomende informatie te zien over hoe aptitude denkt dat u dit probleem kunt oplossen, drukt u op e. Er zal dan een scherm verschijnen dat op het volgende gelijkt: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Oplossen van vereisten --\ Behoud de volgende pakketten op hun huidige versie: gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.10-1 (unstable, nu)] sound-juicer [2.10.1-2 (nu)] [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Van hieruit kunt u meer oplossingen te zien krijgen door op . te drukken of terugkeren naar oplossingen die u eerder onderzocht, door op , te drukken. Om de huidige oplossing toe te passen en naar de pakketlijst terug te keren, moet u op ! drukken. Op . drukken terwijl het bovenstaande scherm zichtbaar is, resulteert bijvoorbeeld in het voorstellen van de volgende oplossing: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Oplossen van vereisten --\ Behoud de volgende pakketten op hun huidige versie: sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu)] --\ Degradeer de volgende pakketten: gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.11-1 unstable, nu -> 0.8.8-3 testing] [2(2)/...] Suggereert 1 te behouden,1 te degraderen e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Naast de basale commando's om door oplossingen te navigeren, kunt u op r drukken om acties te “verwerpen” die u afwijst. De eerste oplossing zal bijvoorbeeld het verwijderen van sound-juicer annuleren -- net de actie die we trachtten uit te voeren! Door op het item dat met die actie overeenkomt op r te drukken, kunnen we aptitude vertellen dat het de verwijdering van sound-juicer niet op die manier zou mogen annuleren. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Oplossen van vereisten --\ Behoud de volgende pakketten op hun huidige versie: gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.11-1 (unstable, nu)] R sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu)] GNOME 2 CD Ripper gnome-desktop-environment is afhankelijk van sound-juicer --\ De volgende acties zullen deze vereiste oplossen: -> Verwijder gnome-desktop-environment [1:2.10.2.3 (unstable, testing, nu)] R -> Annuleer de verwijdering van sound-juicer -> Degradeer sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu) -> 0.6.1-2 (testing)] [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Zoals u kunt zien, is het item uit de lijst dat overeenkomt met het behouden van sound-juicer op zijn huidige versie, rood geworden en gemarkeerd met een “R”, wat aangeeft dat dit verworpen werd. Toekomstige oplossingen die u genereert (wat elke oplossing is die u nog niet gezien heeft) zullen deze actie niet bevatten, al blijven oplossingen met deze actie die eerder al gegenereerd werden, wel beschikbaar. [Opmerking] Opmerking In de bovenstaande schermweergave wordt een beschrijving van sound-juicer weergegeven in het midden van het scherm. Daaronder ziet u de vereiste die er voor zorgde dat sound-juicer behouden moest blijven op zijn huidige versie, samen met alle manieren om deze vereiste op te lossen die bekend zijn aan aptitude. Bijvoorbeeld, indien deze afwijzing gebeurt onmiddellijk na de poging om sound-juicer te verwijderen, zal drukken op . de volgende oplossing ophalen en de oplossing overslaan die de installatie van sound-juicer annuleert en gstreamer0.8-cdparanoia degradeert. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Oplossen van vereisten --\ Verwijder de volgende pakketten: gnome-desktop-environment [1:2.10.2.3 (unstable, testing, nu)] [2(2)/...] Suggereert 1 te verwijderen e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Afwijzingen worden enkel toegepast op nieuw gegenereerde oplossingen. Dat zijn oplossingen die gegenereerd worden als u op . drukt terwijl u de laatst gegenereerde oplossing bekijkt. Eerder gegenereerde oplossingen kunnen die afgewezen elementen nog steeds bevatten. U kunt op elk ogenblik een afwijzing herroepen door de afgewezen actie nog eens te selecteren en op r te drukken. Dit zal toelaten dat opnieuw oplossingen gegenereerd worden die deze actie bevatten, met inbegrip van eventuele oplossingen die vroeger “overgeslagen” werden. Het tegengestelde van een actie verwerpen is ze goedkeuren. Om een actie goed te keuren, moet u ze selecteren en op a drukken. Dit dwingt de probleemoplosser ertoe om voor die actie te kiezen telkens wanneer dat mogelijk is^[3]. Goedgekeurde acties krijgen een groene kleur en worden met de letter “A” aangeduid, zoals in de volgende schermweergave: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Oplossen van vereisten --\ Verwijder de volgende pakketten: A gnome-desktop-environment [1:2.10.2.3 (unstable, testing, nu)] [2(2)/...] Suggereert 1 te verwijderen e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige [Belangrijk] Belangrijk Indien u geen enkele defecte vereiste oplost, zal aptitude automatisch zijn huidige suggestie toepassen op het ogenblik dat u uw selecties effectief toepast door op g te drukken. Automatisch vereistenproblemen oplossen is echter een moeilijke klus en het is dus mogelijk dat u niet gelukkig bent met het resultaat. In het algemeen is het daarom beter te bekijken wat aptitude van plan is te doen, vooraleer u uw selecties toepast. De pakketlijst bijwerken en pakketten installeren Vanaf nu weet u voldoende over aptitude om daadwerkelijk veranderingen aan uw systeem aan te brengen. Geregeld moet u uw lijst van de op de Debian servers beschikbare pakketten bijwerken om op de hoogte te blijven van nieuwe pakketten en nieuwe pakketversies. Om dat te doen, drukt u op u. Op gelijk welk moment tijdens het downloaden, kunt u op q drukken om het proces af te breken. Als u een ververste pakketlijst heeft, kunt u de pakketten kiezen die u wilt opwaarderen, installeren of verwijderen, zoals in het vorige onderdeel beschreven werd. Om na te kijken welke acties u aangevraagd heeft, drukt u eenmaal op g. Bij het installeren van het pakket kaffeine-mozilla (uit het vorige voorbeeld), verschijnt het volgende scherm: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 Zal 2925kB schijfruimte gebruiken DL grootte: 1375kB --\ Automatisch te installeren pakketten om aan een vereiste te voldoen piA kaffeine +2843kB 0.4.3-1 --\ Te installeren pakketten pi kaffeine-mozilla +81.9kB 0.4.3-1 Deze pakketten worden geïnstalleerd omdat ze vereist zijn door een ander pakket dat u wilt installeren. Als u een pakket selecteert, komt in deze ruimte uitleg over zijn huidige toestand. Zoals u kunt zien, besliste aptitude automatisch om voor mij kaffeine te installeren, omdat kaffeine-mozilla het vereist. Op dit punt heb ik de keuze om ofwel voort te gaan met de installatie door op g te drukken, of ze af te breken door op q te drukken. Aan de commandoregel aptitude gebruiken Behalve via zijn “visuele” interface, beschreven in het vorige onderdeel, kunt u aptitude rechtstreeks aan de commandoregel gebruiken om pakketten te beheren op dezelfde manier als u apt-get zou gebruiken. Dit deel behandelt de meest gebruikelijke acties van aptitude aan de commandoregel. Raadpleeg voor meer informatie de aptitude commandoregel referentiegids. Over het algemeen ziet het gebruik van aptitude aan de commandoregel er als volgt uit: aptitude actie [argumenten...] actie zegt aptitude welke actie er ondernomen moet worden. De overige argumenten worden op een optiespecifieke wijze gebruikt. Meestal bestaan ze uit pakketnamen en schakelopties voor de commandoregel^[4]. De belangrijkste acties zijn: aptitude update Dit commando werkt de pakketlijst bij, zoals wanneer u bij de visuele interface op u zou drukken. aptitude safe-upgrade Dit commando zal zoveel mogelijk pakketten opwaarderen zonder evenwel pakketten te verwijderen. Soms is het nodig dat een pakket verwijderd wordt om een ander op te waarderen. Dit commando kan in dergelijke omstandigheden het pakket niet opwaarderen. Gebruik het commando full-upgrade om ook deze pakketten op te waarderen. aptitude full-upgrade Net zoals safe-upgrade zal dit commando proberen pakketten op te waarderen, maar op het gebied van het oplossen van vereistenproblemen gaat het agressiever te werk: het zal pakketten installeren en verwijderen totdat aan alle vereisten voldaan werd. Gezien de aard van dit commando is het mogelijk dat het ongewenste zaken doet en dus zou u het omzichtig moeten gebruiken. [Opmerking] Opmerking Om historische redenen werd dit commando oorspronkelijk dist-upgrade genoemd en ook die benaming wordt nog steeds door aptitude herkend. aptitude [ install | remove | purge ] pkkt1 [pkkt2...] Deze opdrachten installeren, verwijderen of wissen^[5] de opgegeven pakketten. Het “installeren” van een pakket dat al geïnstalleerd is, maar wel opgewaardeerd kan worden, zal als effect hebben dat dit pakket opgewaardeerd wordt. aptitude search patroon1 [patroon2...] Dit commando zoekt naar pakketten waarvan de naam het (een van de) opgegeven patro(o)n(en) bevat en geeft het resultaat weer in de terminal. Behalve een gewoon stukje tekst, kan elk patroon een zoekpatroon zijn, zoals beschreven in de paragraaf met de naam “Zoekpatronen”. ^[6] Bijvoorbeeld, “aptitude search gnome kde” zal alle pakketten weergeven waarvan de naam ofwel “gnome” ofwel “kde” bevat. aptitude show pkkt1 [pkkt2...] Toont in de terminal informatie over elk pkkt. Alle commando's die pakketten installeren, opwaarderen of verwijderen aanvaarden de parameter -s, die staat voor “simuleren”. Als -s opgegeven werd aan de commandoregel, voert het programma al de acties uit die het normaal zou uitvoeren, maar downloadt of installeert/verwijdert het de bestanden niet effectief. aptitude zal soms reageren met een prompt zoals deze: De volgende NIEUWE pakketten zullen automatisch worden geïnstalleerd: space-orbit-common De volgende NIEUWE pakketten zullen worden geïnstalleerd: space-orbit space-orbit-common 0 pakketten opwaarderen, 2 nieuwe installeren, 0 verwijderen en 0 niet opwaarderen. Heb 3200kB archieven nodig. Na uitpakken zal 8413kB worden gebruikt. Wilt u verdergaan? [Y/n/?] Naast de vanzelfsprekende opties “Yes” en “No”, staan er nog een aantal commando's ter beschikking die gebruikt kunnen worden om de informatie die aan de prompt getoond wordt te wijzigen of om verdere acties op te geven. Bijvoorbeeld op s drukken zal informatie tonen/verbergen over hoeveel ruimte door elk pakket ingenomen zal worden: Wilt u verdergaan? [Y/n/?] s Verschillen in grootte worden getoond. De volgende NIEUWE pakketten zullen automatisch worden geïnstalleerd: space-orbit-common <+8020kB> De volgende NIEUWE pakketten zullen worden geïnstalleerd: space-orbit <+393kB> space-orbit-common <+8020kB> 0 pakketten opwaarderen, 2 nieuwe installeren, 0 verwijderen en 0 niet opwaarderen. Heb 3200kB archieven nodig. Na uitpakken zal 8413kB worden gebruikt. Wilt u verdergaan? [Y/n/?] Analoog daarmee zal op d drukken informatie oproepen over automatisch geïnstalleerde of verwijderde pakketten: De volgende NIEUWE pakketten zullen automatisch worden geïnstalleerd: space-orbit-common (D: space-orbit) De volgende NIEUWE pakketten zullen worden geïnstalleerd: space-orbit space-orbit-common 0 pakketten opwaarderen, 2 nieuwe installeren, 0 verwijderen en 0 niet opwaarderen. Heb 3200kB archieven nodig. Na uitpakken zal 8413kB worden gebruikt. Dit laat zien dat space-orbit-common wordt geïnstalleerd omdat space-orbit dit vereist. U kunt de volledige lijst van wat u kunt invoeren zien door aan de prompt ? in te voeren. Indien uw verzoek vereisten geweld aandoet op een manier die geen eenvoudige oplossing meer toelaat, zal aptitude u vragen wat het moet doen: De volgende pakketten zijn DEFECT: libsdl1.2debian De volgende pakketten zullen worden VERWIJDERD: libsdl1.2debian-alsa . . . De volgende acties zullen deze vereisten oplossen: Installeer de volgende pakketten: libsdl1.2debian-all [1.2.12-1 (unstable)] Score is 41 Deze oplossing aanvaarden? [Y/n/q/?] Op y drukken (of gewoon enter indrukken) zal de voorgestelde oplossing aanvaarden, Op n drukken zal de “beste eropvolgende” oplossing weergeven: Deze oplossing aanvaarden? [Y/n/q/?] n De volgende acties zullen deze vereisten oplossen: Installeer de volgende pakketten: libsdl1.2debian-esd [1.2.12-1 (unstable)] Score is 19 Deze oplossing aanvaarden? [Y/n/q/?] Zoals dat bij de hoofdprompt aan de commandoregel het geval is, kunt u aan de prompt van de vereistenoplosser een aantal bijkomende acties uitvoeren, met inbegrip van het manueel veranderen van de toestand van pakketten. Typ ? om een volledige lijst te zien te krijgen. Als u q typt, zal de automatische oplosser afgebroken worden en krijgt u de kans de vereistenproblemen manueel op te lossen: Deze oplossing aanvaarden? [Y/n/q/?] q aptitude slaagde niet in het vinden van een oplossing voor deze vereisten. U kunt ze zelf handmatig oplossen ofwel 'n' typen om te stoppen. De volgende pakketten hebben niet-voldane vereisten: libsdl1.2debian: Hangt af van: libsdl1.2debian-alsa (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden, of libsdl1.2debian-all (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden, of libsdl1.2debian-esd (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden, of libsdl1.2debian-arts (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden, of libsdl1.2debian-oss (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden, of libsdl1.2debian-nas (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden, of libsdl1.2debian-pulseaudio (= 1.2.12-1) maar het kan niet geïnstalleerd worden Deze vereisten handmatig oplossen? [N/+/-/_/:/?] Om de defecte vereisten op te lossen kunt u gebruik maken van alle commando's voor het manipuleren van pakketten (typ ? voor een volledige lijst van beschikbare commando's). Typ n of druk enter om aptitude te beëindigen: Deze vereisten handmatig oplossen? [N/+/-/_/:/?] n Afbreken. Raadpleeg Referentiegids voor de commandoregel voor een volledige documentatie bij de functies van aptitude aan de commandoregel. ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ ^[2] U kunt ook veranderingen aan pakketten doorvoeren via het menu Pakket; zie de paragraaf met de naam “Het menu Pakket” voor de details. ^[3] Een actie goedkeuren is niet helemaal hetzelfde als eisen dat alle oplossingen die actie bevatten. De betekenis is eerder dat als er een keuze is tussen een goedgekeurde actie en een niet-goedgekeurde, de oplosser steeds voor de goedgekeurde actie zal kiezen. Indien er meerdere mogelijke goedgekeurde acties zijn, zijn ze allemaal kandidaat om in de oplossing opgenomen te worden. ^[4] Een “schakeloptie” is een letter voorafgegaan door een verbindingsstreepje: bijvoorbeeld, “-a”, “-v”, enz. ^[5] Het wissen (purge) van een pakket verwijdert het pakket en ook zijn configuratiebestanden. ^[6] Hetzelfde geldt in feite voor de commando's die pakketten als argument hebben, zoals install of show. Hoofdstuk 2. De aptitude referentiegids Inhoudsopgave De terminal-gebruikersinterface van aptitude De menu's gebruiken Menu-commando's Met verschillende weergaven werken Systeembeheerder (root) worden Pakketten beheren De pakketlijst beheren Informatie over pakketten opzoeken De toestand van een pakket wijzigen Pakketten ophalen, installeren en verwijderen De betrouwbaarheid van pakketten begrijpen en ermee omgaan Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren Vereisten van pakketten oplossen Het oplossen van vereisten in aptitude Onmiddellijke vereistenoplossing Vereisten interactief oplossen Kosten van de interactieve vereistenoplosser De interactieve vereistenoplosser configureren Zoekpatronen Naar tekenreeksen zoeken Verkorte notatie voor zoektermen Zoekopdrachten en versies Expliciete zoekdoelen Referentiegids voor zoektermen Aanpassingen maken aan aptitude De pakketlijst aanpassen Sneltoetsen aanpassen De kleur en de vormgeving van tekst aanpassen De schermopmaak aanpassen Referentiegids voor het configuratiebestand Thema's Mijnenveger spelen   Het Witte Konijn zette zijn bril op. 'Alstublieft, uwe majesteit, waar   zal ik beginnen?' vroeg hij. 'Begin bij het begin,' sprak de Koning ernstig, 'en ga verder tot u aan het einde komt: stop daar.'   -- Lewis Carrol, Alice in Wonderland aptitude is een uitgebreid programma met veel mogelijkheden en soms is het moeilijk om zich te herinneren hoe iets gedaan moet worden, of zelfs of iets hoe dan ook wel mogelijk is. De auteur krijgt inderdaad veel vragen om functies toe te voegen die eigenlijk al bestaan maar moeilijk te vinden zijn. ^[7] In een poging om deze onduidelijkheid tegen te gaan, beschrijft deze referentiegids alle functionaliteit en elke configuratieparameter van aptitude. Voor een toegankelijke gids bij de belangrijke functies van aptitude, zie Hoofdstuk 1, Aan de slag. [Opmerking] Opmerking Het gedrag en het voorkomen van aptitude kan op een aantal manieren geconfigureerd worden. Deze handleiding beschrijft hoe het programma werkt met de standaardinstellingen. Een beschrijving van hoe verschillende instellingen het gedrag beïnvloeden wordt gegeven in de paragraaf met de naam “Aanpassingen maken aan aptitude”. De terminal-gebruikersinterface van aptitude Dit gedeelte beschrijft de onderdelen van de terminal-gebonden gebruikersinterface van aptitude die geen verband houden met het beheer van pakketten. De menu's gebruiken De menubalk bovenaan het scherm toont de belangrijkste commando's van aptitude. Om de menubalk te activeren, drukt u op Control+t (ook geldig zijn: Control+Spatie en F10). U kunt er dan in navigeren met de pijltjestoetsen en een menu-item selecteren met de Enter-toets. Sommige menu-items hebben ook een “sneltoets”: een letter of cijfer dat gebruikt kan worden om het item te selecteren terwijl het menu geactiveerd is. Deze sneltoetsen worden weergegeven in een helderder wit dan de rest van het menu. Daarenboven hebben sommige menu-items een “snelkoppeling”: een toetsencombinatie die dezelfde actie als het menu-item uitlokt als het menu niet geactiveerd is. Deze snelkoppelingen worden weergegeven aan de rechterkant van het menu. In het vervolg van de handleiding zullen menu-commando's op deze manier geschreven worden: Menu → Item (toets). Dit geeft aan dat u Item moet kiezen in het menu Menu en dat toets de sneltoets is voor dat commando. Menu-commando's Het menu Acties Afbeelding 2.1. Beschikbare commando's in het menu Acties ┌──────────────────────────────┬─────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Indien er nog geen voorafbeelding van │ │ │ de installatie zichtbaar is, geef er │ │ Acties → │ dan een weer; voer anders een │ │ Installeer/verwijder │ installatieoperatie uit, zoals │ │ pakketten (g) │ beschreven in de paragraaf met de naam │ │ │ “Pakketten ophalen, installeren en │ │ │ verwijderen”. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Acties → Werk pakketlijst │ Maak de pakketlijst up-to-date. │ │ bij (u) │ │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer alle opwaardeerbare pakketten │ │ Acties → Markeer als │ om opgewaardeerd te worden, behalve die │ │ opwaardeerbaar (U) │ welke gehandhaafd werden of waarvan de │ │ │ opwaardering verboden werd. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Acties → Vergeet nieuwe │ Verwijder alle informatie over welke │ │ pakketten (f) │ pakketten “nieuw” zijn (maak de boom │ │ │ van “Nieuwe Pakketten” leeg). │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Annuleer alle aanhangige acties uit │ │ │ deze sessie (waaronder installaties, │ │ Acties → Annuleer aanhangige │ verwijderingen, opwaarderingen, │ │ acties │ handhavingen, markeringen als │ │ │ automatisch geïnstalleerd...). Dit is │ │ │ ongeveer equivalent aan het programma │ │ │ opnieuw starten. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Acties → Schoon pakketcache │ Verwijder alle gecomprimeerde pakketten │ │ op │ die gedownload werden door aptitude │ │ │ ^[a]. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Verwijder alle gecomprimeerde pakketten │ │ │ die gedownload werden door aptitude │ │ │ ^[a] en die niet langer beschikbaar │ │ │ zijn. Dit zijn pakketten waarvan │ │ Acties → Schoon verouderde │ verondersteld kan worden dat ze │ │ bestanden op │ verouderd zijn en verwijderd kunnen │ │ │ worden om schijfruimte vrij te maken, │ │ │ zonder dat later nog een anders │ │ │ onnodige download ervan vereist zal │ │ │ zijn. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Speel een spelletje Mijnenveger, zoals │ │ Acties → Mijnenveger spelen │ beschreven in de paragraaf met de naam │ │ │ “Mijnenveger spelen”. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Acties → Beheerder (root) │ Werk verder als de systeembeheerder │ │ worden │ (root user). Zie de paragraaf met de │ │ │ naam “Systeembeheerder (root) worden”. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Sluit aptitude af en sla alle gemaakte │ │ Acties → Afsluiten (Q) │ veranderingen aan de toestand van │ │ │ pakketten op. │ ├──────────────────────────────┴─────────────────────────────────────────┤ │ ^[a] Of gelijk welk ander apt-gereedschap. │ └────────────────────────────────────────────────────────────────────────┘ Het menu Ongedaan maken Afbeelding 2.2. Beschikbare commando's in het menu Ongedaan maken ┌──────────────────┬─────────────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Annuleer het effect van de laatste verandering aan │ │ Ongedaan maken → │ de toestand van een pakket, en ga maximaal terug │ │ Ongedaan maken │ tot het moment waarop aptitude voor het laatst │ │ (Control+u) │ opstart werd, de pakketlijst bijgewerkt werd of een │ │ │ installatieoperatie uitgevoerd werd. │ └──────────────────┴─────────────────────────────────────────────────────┘ Het menu Pakket Afbeelding 2.3. Beschikbare commando's in het menu Pakket ┌──────────────────────────┬─────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ Pakket → Installeren (+) │ Markeer het momenteel geselecteerde pakket │ │ │ om geïnstalleerd te worden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ Pakket → Herinstalleren │ Markeer het momenteel geselecteerde pakket │ │ (L) │ om opnieuw geïnstalleerd te worden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ Pakket → Verwijderen (-) │ Markeer het momenteel geselecteerde pakket │ │ │ om verwijderd te worden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ Pakket → Wissen (purge) │ Markeer het momenteel geselecteerde pakket │ │ (_) │ om gewist te worden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Annuleer een eventueel aanhangig zijnde │ │ │ installatie, opwaardering of verwijdering │ │ Pakket → Behouden (:) │ van het momenteel geselecteerde pakket en │ │ │ verwijder een eventuele toestand van │ │ │ handhaving waarin het pakket geplaatst │ │ │ werd. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ Pakket → Handhaven (=) │ Bevries het momenteel geselecteerde pakket. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het momenteel geselecteerde pakket │ │ │ als een “automatisch geïnstalleerd” pakket. │ │ Pakket → Markeer als │ Voor meer informatie over handmatig en │ │ Automatisch (M) │ automatisch geïnstalleerde pakketten, zie │ │ │ de paragraaf met de naam “Automatisch │ │ │ geïnstalleerde pakketten beheren”. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het momenteel geselecteerde pakket │ │ │ als een “handmatig geïnstalleerd” pakket. │ │ Pakket → Markeer als │ Voor meer informatie over handmatig en │ │ Handmatig (m) │ automatisch geïnstalleerde pakketten, zie │ │ │ de paragraaf met de naam “Automatisch │ │ │ geïnstalleerde pakketten beheren”. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Indien een pakket geselecteerd is, dat │ │ │ opgewaardeerd kan worden, verbied dan dat │ │ Pakket → Verbied Versie │ het opgewaardeerd wordt naar de huidige │ │ (F) │ beschikbare versie. Indien een versie van │ │ │ een pakket geselecteerd is, verbied dan dat │ │ │ het pakket naar deze versie opgewaardeerd │ │ │ wordt. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Geef een scherm weer dat informatie bevat │ │ Pakket → Informatie │ over het momenteel geselecteerde pakket, │ │ (enter) │ zoals de pakketten waarvan het afhankelijk │ │ │ is, de pakketten die dit pakket vereisen en │ │ │ de beschikbare versies ervan. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Loop bij het bladeren in de pakketlijst │ │ │ door de informatie die weergegeven kan │ │ │ worden in het informatiegebied (de onderste │ │ │ helft van het scherm). Het informatiegebied │ │ Pakket → Wissel │ kan de uitgebreide beschrijving van het │ │ pakketinformatie (i) │ geselecteerde pakket weergeven (het normale │ │ │ gedrag), een samenvatting van de vereisten │ │ │ die met het pakket verband houden of een │ │ │ analyse van welke andere pakketten het │ │ │ geselecteerde pakket vereisen of │ │ │ suggereren. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Geef over het momenteel geselecteerde │ │ │ pakket de Debian changelog (log van de │ │ pakket → Log van │ eraan gemaakte wijzigingen) weer. Om de │ │ wijzigingen (C) │ changelog over een specifieke versie te │ │ │ zien, moet u die versie selecteren en dit │ │ │ commando uitvoeren. │ └──────────────────────────┴─────────────────────────────────────────────┘ Het menu Oplosser Afbeelding 2.4. Beschikbare commando's in het menu Oplosser ┌───────────────────┬────────────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ Oplosser → │ Geef een gedetailleerde beschrijving weer van de │ │ Bestudeer │ huidige suggestie van de probleemoplosser (zie de │ │ Oplossing (e) │ paragraaf met de naam “Vereisten interactief │ │ │ oplossen”). │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ Oplosser → │ Voer de acties uit die de probleemoplosser │ │ Aanvaard │ momenteel suggereert. │ │ Oplossing (!) │ │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ Oplosser → │ Selecteer de volgende suggestie van de │ │ Volgende │ probleemoplosser. │ │ Oplossing (.) │ │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ Oplosser → Vorige │ Selecteer de vorige suggestie van de │ │ Oplossing (,) │ probleemoplosser. │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ Oplosser → Eerste │ Selecteer de eerste suggestie van de │ │ Oplossing (<) │ probleemoplosser. │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ Oplosser → │ Selecteer de oplossing die de probleemoplosser │ │ Laatste Oplossing │ laatst genereerde (zie de paragraaf met de naam │ │ (>) │ “Vereisten interactief oplossen”). │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Zet bij het onderzoeken van een oplossing aan/uit │ │ Oplosser → │ of de momenteel geselecteerde actie verworpen │ │ Verworpen │ wordt en ga verder naar de volgende actie (zie de │ │ aan-/uitzetten │ paragraaf met de naam “Vereisten interactief │ │ (r) │ oplossen”). Indien de actie momenteel een │ │ │ goedkeuring heeft, dan wordt die goedkeuring │ │ │ geannuleerd. │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Zet bij het onderzoeken van een oplossing aan/uit │ │ Oplosser → │ of de momenteel geselecteerde actie goedgekeurd │ │ Goedgekeurd │ wordt en ga verder naar de volgende actie (zie de │ │ aan-/uitzetten │ paragraaf met de naam “Vereisten interactief │ │ (a) │ oplossen”). Indien de actie momenteel als │ │ │ afgekeurd aangegeven staat, dan wordt die │ │ │ afkeuring geannuleerd. │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Bij het onderzoeken van een oplossing │ │ Oplosser → Bekijk │ gedetailleerde informatie bekijken over het pakket │ │ doel (Enter) │ dat door de momenteel geselecteerde actie │ │ │ getroffen wordt (zie de paragraaf met de naam │ │ │ “Vereisten interactief oplossen”). │ ├───────────────────┼────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Verwerp (zoals bij Oplosser → Verworpen │ │ │ aan-/uitzetten (r)) alle acties die een handhaving │ │ Oplosser → Te │ van een pakket zouden verbreken of een verboden │ │ handhaven │ versie zouden installeren. Deze acties worden │ │ pakketten niet │ standaard verworpen, tenzij │ │ breken │ Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds │ │ │ ingesteld staat op true, maar dit menu-item laat u │ │ │ toe ze op elk moment handmatig te verwerpen. │ └───────────────────┴────────────────────────────────────────────────────┘ Het menu Zoeken Afbeelding 2.5. Beschikbare commando's in het menu Zoeken ┌───────────────────────────┬────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Zoek in de pakketlijst naar het volgende │ │ Zoeken → Zoeken (/) │ pakket dat aan het zoekpatroon beantwoordt │ │ │ (zie de paragraaf met de naam │ │ │ “Zoekpatronen”). │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Zoek in de pakketlijst naar het vorige │ │ Zoeken → Zoek │ pakket dat aan het zoekpatroon beantwoordt │ │ Achterwaarts (\) │ (zie de paragraaf met de naam │ │ │ “Zoekpatronen”). │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Zoeken → Zoek Opnieuw (n) │ Herhaal de laatste zoekopdracht. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Herhaal de laatste zoekopdracht, maar in │ │ Zoeken → Zoek Opnieuw │ de tegengestelde richting. Indien de │ │ Achterwaarts (N) │ laatste zoekopdracht een achterwaartse │ │ │ zoekopdracht was, zal dit een voorwaartse │ │ │ zoekopdracht uitvoeren en vice versa. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Filter de huidige pakketlijst door elk │ │ Zoeken → Beperk Weergave │ pakket eruit te verwijderen dat niet aan │ │ (l) │ het zoekpatroon beantwoordt (zie de │ │ │ paragraaf met de naam “Zoekpatronen”). │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Zoeken → Annuleer │ Pas op de huidige pakketlijst niet langer │ │ Beperking Weergave │ een filter toe (alle pakketten zullen │ │ │ weergegeven worden). │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Zoeken → Zoek Defecte (b) │ Zoek het volgende defecte pakket. Dit is │ │ │ een equivalent van zoeken naar ?broken. │ └───────────────────────────┴────────────────────────────────────────────┘ Het menu Opties Afbeelding 2.6. Beschikbare commando's in het menu Opties ┌─────────────────────────┬──────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├─────────────────────────┼──────────────────────────────────────────────┤ │ │ Open in de bovenhelft een nieuwe weergave │ │ │ waarin u de instellingen van aptitude kunt │ │ │ wijzigen. De configuratieopties worden in │ │ Opties → │ een boomstructuur weergegeven, vergelijkbaar │ │ Voorkeursinstellingen │ met de pakketboom. Om een optie aan/uit te │ │ │ zetten, selecteert u die en drukt dan op de │ │ │ Spatie- of Enter-toets. Configuratieopties │ │ │ worden opgeslagen in ~/.aptitude/config │ │ │ onmiddellijk nadat ze geselecteerd werden. │ ├─────────────────────────┼──────────────────────────────────────────────┤ │ Opties → Herstel Opties │ Stel alle opties terug in op hun │ │ │ standaardwaarden. │ └─────────────────────────┴──────────────────────────────────────────────┘ Het menu Weergaven [Opmerking] Opmerking Voor een overzicht over hoe weergaven werken, zie de paragraaf met de naam “Met verschillende weergaven werken”. Afbeelding 2.7. Beschikbare commando's in het menu Weergaven ┌───────────────────────────┬────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Weergaven → Volgende (F6) │ Schakel over naar de volgende actieve │ │ │ weergave. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Weergaven → Vorige (F7) │ Schakel over naar de vorige actieve │ │ │ weergave. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Weergaven → Sluiten (q) │ Sluit de huidige weergave. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Weergaven → Nieuwe │ Maak een nieuwe weergave van de │ │ Pakketweergave │ pakketlijst. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Maak een weergave die pakketten toont die │ │ Weergaven → Onderzoek │ niet geïnstalleerd zijn en die aanbevolen │ │ Aanbevelingen │ worden door een pakket dat op uw systeem │ │ │ geïnstalleerd is. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ Weergaven → Nieuwe Vlakke │ Maak een nieuwe weergave van de │ │ Pakketlijst │ pakketlijst waarbij de pakketten niet in │ │ │ categorieën ingedeeld worden. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Maak een nieuwe weergave van de │ │ Weergaven → Nieuwe │ pakketlijst waarbij de pakketten ingedeeld │ │ Debtags-Bladeraar │ worden in categorieën volgens hun │ │ │ debtags-specificaties. │ ├───────────────────────────┼────────────────────────────────────────────┤ │ │ Een aantal bijkomende menu-items worden │ │ │ zichtbaar, afhankelijk van de weergaven │ │ Overige items │ die op dat moment actief zijn. Om │ │ │ rechtstreeks naar een weergave over te │ │ │ schakelen, moet u het in het menu │ │ │ selecteren. │ └───────────────────────────┴────────────────────────────────────────────┘ Het menu Hulp Afbeelding 2.8. Beschikbare commando's in het menu Hulp ┌──────────────────────────────┬─────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Hulp → Over │ Geef copyright informatie weer. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Hulp → Hulp (?) │ Geef de online hulppagina weer. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Hulp → Gebruikershandleiding │ Geef de Gebruikershandleiding weer (dit │ │ │ document). │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Hulp → FAQ │ Geef de aptitude FAQ weer. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ Hulp → Log van wijzigingen │ Geef de geschiedenis weer van de │ │ │ belangrijkste wijzigingen aan aptitude. │ ├──────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────┤ │ │ Geef weer onder welke voorwaarden u │ │ Hulp → Licentie │ aptitude mag kopiëren, wijzigen en │ │ │ verdelen. │ └──────────────────────────────┴─────────────────────────────────────────┘ Met verschillende weergaven werken aptitude laat u toe om tegelijk met verschillende “weergaven” te werken. Een “weergave” (soms ook een “scherm” genoemd) is gewoon iets dat zichtbaar kan worden in het schermgebied onder de menubalk. De meest gangbare weergave is de pakketlijst, maar ook downloadweergaven zijn courant. Wanneer gelijktijdig meerdere weergaven geopend zijn, verschijnt er bovenaan het scherm een balk die al de actieve weergaven vermeldt. Als ik bijvoorbeeld apt nakijk door op Enter te drukken en nadien libc6, zal het scherm er ongeveer zo uitzien: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten apt info libc6 info aptitude 0.3.1 i A --\ libc6 2.3.2.ds1- 2.3.2.ds1- Beschrijving: GNU C Bibliotheek: Gedeelde bibliotheken en Tijdzonegegevens Bevat de gemeenschappelijke bibliotheken die worden gebruikt door vrijwel alle programma's op de computer. Zo bevat dit pakket de gedeelde versie van de standaard C bibliotheek, de standaard rekenfuncties en vele andere. Ze bevat ook tijdzonegegevens. Prioriteit: noodzakelijk Sectie: base Beheerder: GNU Libc Maintainers Gecomprimeerde grootte: 4901k Ongecomprimeerde grootte: 15.9M Bronpakket: glibc --\ Vereist --- libdb1-compat --\ Suggereert --- locales --- glibc-doc --\ Conflicteert met GNU C Bibliotheek: Gedeelde bibliotheken en Tijdzonegegevens U kunt de huidige weergave sluiten met Weergaven → Sluiten (q). Om naar de volgende of vorige weergave over te schakelen, gebruikt u Weergaven → Volgende (F6) en Weergaven → Vorige (F7), of u kunt klikken op de naam van de weergave bovenaan het scherm. U kunt ook een lijst vinden met alle actieve weergaven in het menu Weergaven. Zoals hierboven te zien is, maken sommige commando's (bijvoorbeeld het bekijken van informatie over een pakket) automatisch een nieuwe weergave aan. U kunt ook expliciet een nieuwe weergave aanmaken met Weergaven → Nieuwe Pakketweergave. Systeembeheerder (root) worden Sommige acties, zoals het bijwerken van de pakketlijst, kunnen enkel in de hoedanigheid van systeembeheerder (root) uitgevoerd worden. Indien u root niet bent en u tracht de pakketlijst bij te werken, dan zal aptitude u vragen of u root wilt worden: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --- Geïnstalleerde pakketten --- Niet-geïnstalleerde pakketten --- Verouderde en lokaal aangemaakte pakketten --- Virtuele pakketten --- Taken +-------------------------------------------------------------------------+ |Bijwerken van pakketlijsten vereist beheerdersrechten die u momenteel | |niet heeft. Wenst u over te schakelen naar het beheerdersaccount?| | | | [ Beheerder worden ] [ Geen beheerder worden ] | Th+-------------------------------------------------------------------------+ Indien u “Beheerder worden” selecteert, dan zal aptitude u om het wachtwoord van de beheerder (root) vragen. Als u het correct invoert, zal aptitude de actie uitvoeren waarvoor de voorrechten van root vereist zijn. Nadat de actie beëindigd werd, zult u nog steeds root zijn. Op elk moment kunt u overschakelen naar het account van root met het commando Acties → Beheerder (root) worden. Elke wijziging die u aan de toestand van pakketten aangebracht heeft, zal behouden blijven (maar niet opgeslagen zolang u aptitude niet afsluit). Standaard gebruikt aptitude het commando su om de bevoegdheden van root te verwerven. Indien u een ander commando zou wensen te gebruiken (zoals sudo), dan moet u de configuratieoptie Aptitude::Get-Root-Command in die zin instellen. Pakketten beheren Dit onderdeel beschrijft hoe u kunt omgaan met de pakketlijst, hoe u nieuwe pakketten kunt installeren op uw systeem en hoe u oude pakketten kunt verwijderen. De pakketlijst beheren Om de lijst van pakketten up-to-date te houden, is het aangewezen om hem regelmatig bij te werken. U kunt dit doen met behulp van het commando Acties → Werk pakketlijst bij (u). Informatie over pakketten opzoeken In aptitude wordt op verschillende plaatsen informatie over pakketten weergegeven: de pakketlijst biedt een snel overzicht van de toestand van ieder pakket en ook bijkomende weergaven met gedetailleerde informatie over een pakket staan ter beschikking. De pakketlijst Met de pakketlijst krijgt u “in een oogopslag” een overzicht van de toestand van een pakket. Van het pakket webmin zou u bijvoorbeeld het volgende overzicht kunnen krijgen: piAU webmin +5837kB 1.160-2 De vier lettertekens aan de linkerkant van het overzicht laten zien dat het pakket niet geïnstalleerd is (“p”), dat het geïnstalleerd zal worden (“i”), dat het automatisch uitgekozen werd om geïnstalleerd te worden (“A”) en dat het niet betrouwbaar is (“U”). Aan de rechterkant van het overzicht worden de huidige versie en de meest recente beschikbare versie getoond samen met een aanduiding van de schijfruimte die door de opwaardering gebruikt zal worden. [Tip] Tip U kunt zelf instellen hoe een pakketoverzicht eruit moet zien; zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden” voor details. De vier statusvlaggen aan de linkerkant van het scherm geven de basisinformatie over de toestand van een pakket. Het eerste letterteken geeft de huidige toestand van het pakket weer. Het tweede letterteken beschrijft de actie die op het pakket uitgevoerd zal worden. Het derde letterteken geeft aan of het pakket automatisch geïnstalleerd werd (zie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”) en het vierde letterteken geeft aan of het pakket betrouwbaar is (zie de paragraaf met de naam “De betrouwbaarheid van pakketten begrijpen en ermee omgaan”). De mogelijke waarden voor de vlag “huidige toestand” worden vermeld in Afbeelding 2.9, “Waarden voor de vlag “huidige toestand”” en de mogelijke waarden voor de vlag “actie” worden in Afbeelding 2.10, “Waarden voor de vlag “actie”” vermeld. Afbeelding 2.9. Waarden voor de vlag “huidige toestand” i - het pakket is geïnstalleerd en aan alle vereisten werd voldaan. c - het pakket werd verwijderd, maar de configuratiebestanden ervan staan nog steeds op het systeem. p - het pakket en al zijn configuratiebestanden werden verwijderd of het pakket werd nooit geïnstalleerd. v - het betreft een virtueel pakket. B - het pakket heeft defecte vereisten. u - het pakket werd uitgepakt maar niet geconfigureerd. C - haf-geconfigureerd: de configuratie van het pakket werd onderbroken. H - half-geïnstalleerd: de installatie van het pakket werd onderbroken. W - wachten op triggers: het pakket wacht het afhandelen van triggers door een ander pakket af. T - triggers in behandeling: het pakket kreeg een update die uitgelokt werd door veranderingen in een ander pakket. Afbeelding 2.10. Waarden voor de vlag “actie” i - het pakket zal geïnstalleerd worden. u - het pakket zal opgewaardeerd worden. w - het pakket zal gedegradeerd worden. het pakket zal verwijderd worden: het pakket zelf wordt verwijderd, d - maar de configuratiebestanden ervan zullen op het systeem behouden blijven. p - het pakket zal gewist worden: het pakket zelf en de configuratiebestanden ervan zullen verwijderd worden. het pakket zal gehenadhaafd worden: het zal op zijn huidige versie h - behouden blijven, zelfs als er een nieuwere versie beschikbaar wordt en dit totdat het handhaven geannuleerd wordt. F - Een opwaardering van het pakket werd verboden. r - het pakket zal opnieuw geïnstalleerd worden. het pakket is “defect”: aan sommige van zijn vereisten zal niet B - voldaan worden. aptitude zal u niet toestaan om iets te installeren, verwijderen of opwaarderen zolang er defecte pakketten op uw systeem zijn. Als uw terminal dat ondersteunt, zal aptitude bovendien gebruik maken van kleuren om de toestand van pakketten aan te geven. De onderscheiden toestanden worden hoofdzakelijk aangegeven met behulp van een achtergrondkleur: Zwart Het pakket kan niet opgewaardeerd worden (of zal niet geïnstalleerd worden) en het heeft geen vereistenproblemen. Indien het pakket geïnstalleerd is, zal zijn naam geaccentueerd worden. Groen Het pakket zal geïnstalleerd worden. Blauw Het pakket is momenteel geïnstalleerd en het zal opgewaardeerd worden. Bruin Het pakket is momenteel geïnstalleerd en het zal gedegradeerd worden. Magenta Het pakket is momenteel geïnstalleerd, maar het zal verwijderd worden. Wit Het pakket is momenteel geïnstalleerd en het is “gehandhaafd” op zijn huidige versie: automatische opwaarderingen zullen het negeren. Rood Dit pakket is defect: aan sommige van zijn vereisten zal niet voldaan worden. Tenslotte geeft de onderste helft van het scherm de uitgebreide beschrijving weer. aptitude zal trachten te achterhalen of het pakket betrokken is bij een vereistenprobleem. Indien dat het geval is, zal hier informatie over het vereistenprobleem weergegeven worden. Om te wisselen tussen vereisteninformatie en de pakketbeschrijving drukt u op i. Gedetailleerde pakketinformatie Op Enter drukken terwijl een pakket geaccentueerd wordt, zal het informatiescherm over dat pakket weergeven: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 i A --\ apt 0.5.25 0.5.25 Beschrijving: Geavanceerd frontend voor dpkg Dit is het Debian frontend van de volgende generatie voor de pakketbeheerder dpkg. Het voorziet in het gereedschap apt-get en de dselect-methode van APT die een eenvoudiger, en veiliger manier biedt om pakketten te installeren en op te waarderen. APT kan een volledige installatievolgorde uitwerken, kan met meerdere pakketbronnen werken en heeft nog vele andere unieke functies. Zie de Gebruikershandleiding in apt-doc. Essentieel: ja Prioriteit: belangrijk Sectie: base Beheerder: APT Development Team Gecomprimeerde grootte: 970k Ongecomprimeerde grootte: 2961k Bronpakket: apt --\ Vereist --- libc6 (>= 2.3.2.ds1-4) --- libgcc1 (>= 1:3.3.3-1) --- libstdc++5 (>= 1:3.3.3-1) --\ Suggereert --- aptitude | synaptic | gnome-apt | wajig --- dpkg-dev --\ apt-doc (NIET VOLDAAN) p 0.6.25 p 0.5.25 --\ Vervangt --- libapt-pkg-doc (< 0.3.7) --- libapt-pkg-dev (< 0.3.7) --- Pakketnamen waarin door apt voorzien wordt --- Pakketten die afhangen van apt --\ Versies p A 0.6.25 i A 0.5.25 U kunt door dit scherm navigeren op een gelijkaardige manier als bij de pakketlijst. In de bovenstaande schermweergave bijvoorbeeld, vouwde ik de vereistenrelatie met apt-doc uit, hetgeen de beschikbare versies van apt-doc laat zien die aan die vereiste kunnen voldoen. Met deze versies kunt u op dezelfde manier omgaan als met pakketten: om bijvoorbeeld versie 0.5.25 van apt-doc te installeren, moet u het accentueren en dan op + drukken. [Tip] Tip Om snel aan een vereiste te voldoen, moet u de vereiste selecteren en drukken op +; aptitude zal trachten er automatisch aan te voldoen. Naast de vereisten van een pakket kunt u ook de pakketnamen zien waarin het voorziet, de pakketten die ervan afhankelijk zijn en de beschikbare versies van het pakket (met inbegrip van eventuele andere pakketten die erin voorzien). Zoals gewoonlijk kunt u dit scherm laten verdwijnen en naar de hoofdweergave terugkeren door op q te drukken. Voor het gemak beschikt u nog over enkele andere informatieschermen (die enkel de vaak gebruikte informatie weergeven en de rest verbergen): druk op v om de versies van een pakket te zien, op d om de vereisten van een pakket te zien en op r om de “achterwaartse afhankelijkheden” van een pakket te zien (pakketten die ervan afhankelijk zijn). De toestand van een pakket wijzigen U heeft de volgende commando's ter beschikking om de toestand van een pakket te wijzigen. Die commando's treden in werking wanneer u de volgende keer een installatieoperatie uitvoert. Tot dan kunnen al deze commando's ongedaan gemaakt worden met Ongedaan maken → Ongedaan maken (Control+u). Om een commando op een pakket toe te passen, moet u gewoon dat pakket in een pakketlijst selecteren en het commando geven. Deze commando's kunnen ook op groepen van pakketten toegepast worden door de hoofding van de groep te selecteren (bijvoorbeeld “Opwaardeerbare pakketten”) en het commando te geven. ┌──────────────────────────┬─────────────────────────────────────────────┐ │ Commando │ Omschrijving │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het huidige pakket om geïnstalleerd │ │ │ te worden. │ │ │ │ │ │ Indien het pakket niet geïnstalleerd is, │ │ Installeren: Pakket → │ zal het geïnstalleerd worden. Indien het │ │ Installeren (+) │ reeds geïnstalleerd is, zal het zo mogelijk │ │ │ opgewaardeerd worden en als er eventueel │ │ │ een vorm van opwaarderingsbelemmering │ │ │ (bijv. een handhaving) actief is, zal die │ │ │ geannuleerd worden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het huidige pakket om verwijderd te │ │ Verwijderen: Pakket → │ worden. │ │ Verwijderen (-) │ │ │ │ Als het pakket geïnstalleerd is, zal het │ │ │ verwijderd worden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het huidige pakket om gewist te │ │ │ worden. │ │ │ │ │ │ Indien het pakket geïnstalleerd is, zal het │ │ Wissen (purge): Pakket → │ verwijderd worden. Daarenboven, zullen │ │ Wissen (purge) (_) │ achtergebleven bestanden (zoals │ │ │ configuratiebestanden) die verband houden │ │ │ met het pakket, van het systeem verwijderd │ │ │ worden, zelfs als het pakket reeds │ │ │ verwijderd is. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het huidige pakket om het op zijn │ │ │ huidige versie te behouden. │ │ │ │ │ Behouden: Pakket → │ Elke actie die uitgevoerd ging worden op │ │ Behouden (:) │ het pakket -- installeren, verwijderen of │ │ │ opwaarderen -- wordt geannuleerd en mocht │ │ │ het pakket op te handhaven ingesteld staan, │ │ │ dan wordt die handhaving verwijderd. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Stel een blijvende handhaving van het │ │ │ pakket in. │ │ │ │ │ │ Net zoals dat bij 'Behouden' gebeurt, wordt │ │ Handhaven: Pakket → │ elke actie die op het pakket uitgevoerd │ │ Handhaven (=) │ ging worden, geannuleerd. Daarenboven zal │ │ │ het pakket niet automatisch opgewaardeerd │ │ │ ^[a] worden totdat de handhaving verwijderd │ │ │ wordt. U kunt een handhaving annuleren door │ │ │ er de opdracht 'Installeren' aan te geven. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Het pakket zal niet automatisch │ │ │ opgewaardeerd^[a] worden naar de versie │ │ │ waarnaar het momenteel opgewaardeerd zou │ │ │ worden. Indien het opgewaardeerd ging │ │ │ worden, wordt de opwaardering geannuleerd. │ │ │ │ │ │ Indien u deze opdracht voor een specifieke │ │ Pakket → Verbied Versie │ versie van een pakket geeft, zal het pakket │ │ (F) │ niet naar de geselecteerde versie │ │ │ opgewaardeerd worden. Merk op dat slechts │ │ │ één versie ineens verboden kan worden. │ │ │ │ │ │ Deze functionaliteit wordt hoofdzakelijk │ │ │ geboden voor het gemak van gebruikers van │ │ │ de distributie “unstable”, zodat ze │ │ │ pakketversies waarvan geweten is dat ze │ │ │ slecht zijn, kunnen vermijden. │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Markeer het huidige pakket om opnieuw │ │ │ geïnstalleerd te worden. │ │ │ │ │ │ Merk op dat de herinstallatie niet │ │ │ opgeslagen zal worden als u aptitude │ │ Herinstalleren: Pakket → │ verlaat of een installatieoperatie │ │ Herinstalleren (L) │ uitvoert. De reden hiervoor is van │ │ │ technische aard (vooral het feit dat de │ │ │ onderliggende softwareniveaus (dpkg en apt) │ │ │ geen enkele manier voorzien om uit te maken │ │ │ of een herinstallatie succesvol was of │ │ │ niet). │ ├──────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────┤ │ │ Dit stelt in of het pakket behandeld wordt │ │ Pakket → Markeer als │ als automatisch geïnstalleerd. Automatisch │ │ Automatisch (M), Pakket │ geïnstalleerde pakketten worden verwijderd │ │ → Markeer als Handmatig │ als geen enkel ander pakket ze vereist. Zie │ │ (m) │ voor bijkomende informatie de paragraaf met │ │ │ de naam “Automatisch geïnstalleerde │ │ │ pakketten beheren”. │ ├──────────────────────────┴─────────────────────────────────────────────┤ │ ^[a] Dit houdt in dat Acties → Markeer als opwaardeerbaar (U) er geen │ │ invloed op zal hebben, evenmin als de acties full-upgrade en │ │ safe-upgrade aan de commandoregel. │ └────────────────────────────────────────────────────────────────────────┘ Naast deze commando's die van invloed zijn op het geselecteerde pakket, zijn er nog twee commando's die een invloed hebben op een groot aantal pakketten ongeacht wat geselecteerd werd. Acties → Vergeet nieuwe pakketten (f) wist bij alle pakketten uit de pakketlijst de status van “nieuw” pakket en Acties → Markeer als opwaardeerbaar (U) markeert elk pakket dat kan opgewaardeerd worden als op te waarderen, met uitzondering van de gehandhaafde pakketten en de pakketten die naar een verboden versie opgewaardeerd zouden worden. [Opmerking] Opmerking Alle wijzigingen aan de toestand van een pakket worden opgeslagen als u aptitude verlaat, de pakketlijst bijwerkt of een installatieoperatie uitvoert. Indien u de wijzigingen niet wenst op te slaan, kunt u aptitude steeds afbreken door Ctrl-C in te drukken. Pakketten ophalen, installeren en verwijderen Wijzigingen aanbrengen aan de toestand van pakketten, zoals in het vorige onderdeel beschreven werd, beïnvloedt niet wat op uw systeem geïnstalleerd staat. Dit betekent dat u de toestand van pakketten kunt bijstellen zonder dat er iets aan uw systeem verandert, totdat u tevreden bent met wat u ziet. Als dat het geval is, kunt u de wijzigingen “toepassen” door het installeren en verwijderen van pakketten effectief uit te voeren.^[8] Om uw wijzigingen toe te passen, gebruikt u het commando Acties → Installeer/verwijder pakketten (g). Dit commando selecteren zal tot gevolg hebben dat u een scherm met een voorafbeelding te zien krijgt met de beschrijving van de veranderingen die uitgevoerd zullen worden. Dit scherm is niet meer dan een pakketlijst en u kunt de pakketten manipuleren (bijvoorbeeld ongewenste verwijderingen annuleren) op dezelfde wijze als dit bij de centrale lijst het geval was. Als u klaar bent, kunt u Weergaven → Sluiten (q) gebruiken om de installatie te annuleren of Acties → Installeer/verwijder pakketten (g) om voort te gaan. aptitude zal alle bestanden die opgehaald moeten worden downloaden en u dan vragen of de installatie voortgezet moet worden. Indien u “Doorgaan” selecteert, zal begonnen worden met de installaties en de verwijderingen. Pakketten die door aptitude opgehaald worden, worden in een cache-map geplaatst (gewoonlijk /var/cache/apt/archives). Normaal gezien worden ze voor altijd in die map achtergelaten. Om alle bestanden uit die map te wissen, gebruikt u Acties → Schoon pakketcache op. Om enkel die bestanden te verwijderen die niet langer gedownload kunnen worden (d.w.z. verouderde pakketten), moet u Acties → Schoon verouderde bestanden op gebruiken. De betrouwbaarheid van pakketten begrijpen en ermee omgaan De capaciteit van apt om verschillende pakketbronnen te benaderen, houdt een potentiële kwetsbaarheid in. Veronderstel dat u aan uw bestand sources.list een pakketarchief toevoegt dat door Joe Random Hacker publiekelijk aangeboden wordt omdat u Joe's pakket gargleblast wenst te installeren. Het is evenwel mogelijk dat zonder dat u het weet, Joe's archief ook een door hem “aangepaste” versie bevat van pakketten zoals libc6 en ssh, ...versies die vertrouwelijke informatie van u stelen of op uw systeem achterpoorten openzetten! Indien deze pakketten een hoger versienummer hebben dan de echte Debian-pakketten, dan zal apt ze zonder zich zorgen te maken bij de volgende upgrade op uw systeem installeren en op die manier Joe in staat stellen om ongemerkt zijn vieze zaakjes op te knappen. Joe zou ook in uw spiegelserver met Debian-archieven kunnen inbreken en er de geldige software vervangen door een versie waarmee hij zitten knoeien heeft. Recente versies van apt en aptitude, zoals de versie die in deze handleiding beschreven wordt, hebben gelukkig ingebouwde beveiligingen om dit soort aanvallen tegen te gaan. apt maakt gebruik van strikte veiligheidsmechanismes die steunen op de populaire encryptiesoftware GPG om na te gaan of de pakketten die door de officiële Debian-spiegelservers verdeeld worden dezelfde zijn als die welke door de ontwikkelaars van Debian geüpload werden. aptitude zal u een waarschuwing geven als u een pakket tracht te installeren dat niet afkomstig is van een Debian-pakketbron, of als u een pakket dat afkomstig is van een Debian-pakketbron probeert op te waarderen met een versie die niet van een Debian-pakketbron afkomstig is. [Waarschuwing] Waarschuwing De veiligheidsmechanismes van apt bieden een haast perfecte garantie dat de inhoud van uw archiefspiegelserver identiek is aan de inhoud van het hoofdarchief van Debian. Toch is dit geen wondermiddel: er zijn bijvoorbeeld meerdere manieren denkbaar waarop in theorie een vervalst pakket het hoofdarchief van Debian zou kunnen binnendringen. Als u ervoor zorgt dat u enkel software installeert die van een betrouwbare bron afkomstig is, zal dit een grote mate van bescherming bieden tegen schadelijke pakketten, maar het kan niet elk risico uitschakelen dat inherent is aan het installeren van software. Betrouwbaarheid begrijpen apt laat de beheerder van een archief toe om de index van het archief van een ondertekening te voorzien. Deze ondertekening die (bij gewoon gebruik in de praktijk) niet vervalst kan worden, geeft aan dat de pakketbestanden die in de index opgenomen zijn, dezelfde zijn als die welke de beheerder effectief in het archief wilde hebben, m.a.w. dat er niet werd geknoeid met de inhoud van het archief nadat het aangemaakt werd.^[9] De ondertekening kan gevalideerd worden door na te gaan of ze overeenkomt met de publieke sleutel van de beheerder. De publieke sleutel van het Debian-archief wordt samen met apt verdeeld, gewoonlijk op uw Debian CD. Als aptitude een archiefindex ophaalt, zal het controleren of die index behoorlijk ondertekend is. Indien er geen ondertekening is, zal aptitude pakketbestanden die van dat archief afkomstig zijn, niet vertrouwen (zie verder voor informatie over wat dat precies betekent). Indien het indexbestand wel een handtekening bevat, maar een die niet correct is of niet gecontroleerd kan worden, dan zal een waarschuwing gegeven worden en zal aptitude weigeren de pakketten uit dat archief te vertrouwen. Later, als u een installatieoperatie zult uitvoeren, zal aptitude nagaan of de pakketten afkomstig zijn van betrouwbare bronnen. Indien een onbetrouwbaar pakket geïnstalleerd wordt of een pakket opgewaardeerd wordt van een betrouwbare naar een onbetrouwbare versie, zal een waarschuwing getoond worden en zult u de mogelijkheid hebben de download af te breken: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.3.0 Zal 831kB schijfruimte gebruiken DL-grootte: 30.4MB --\ Op te waarderen pakketten iu U wesnoth -98.3kB 0.8.7-1 0.8.8-1.0w iuAU wesnoth-data +930kB 0.8.7-1 0.8.8-1.0w +------------------------------------------------------------------------------+ |WAARSCHUWING: Van de volgende pakketten zullen niet-vertrouwde versies worden geïnstalleerd!#| | #| |Niet-vertrouwde pakketten kunnen de veiligheid van uw systeem aantasten. #| |Ga alleen verder met de installatie als u zeker weet dat het dat is wat u wilt. #| | #| | * wesnoth [version 0.8.8-1.0wesnoth.org] #| | * wesnoth-data [version 0.8.8-1.0wesnoth.org] #| | * wesnoth-music [version 0.8.8-1.0wesnoth.org] #| | [ Werkelijk verdergaan ] [ Installatie afbreken ] | +------------------------------------------------------------------------------+ # # # # # # Extra sleutels vertrouwen U kunt het nuttig vinden om apt ook andere archieven naast het Debian-hoofdarchief te laten vertrouwen. Voor elk archief dat u wenst te vertrouwen, moet u de publieke sleutel verkrijgen waarmee de pakketindex van het archief ondertekend wordt. Dit is gewoonlijk een tekstbestand waarvan de naam eindigt op .asc. De beheerder van de site kan hem u ter beschikking stellen of hij kan af te halen zijn van een server voor publieke sleutels. Zie de GPG webpagina voor meer informatie over wat een publieke sleutel is en hoe u eraan kunt geraken. De lijst met sleutels die apt vertrouwt, wordt opgeslagen in het sleutelbosbestand /etc/apt/trusted.gpg. Als u de GPG-sleutel in uw bezit gekregen heeft, kunt u hem aan deze lijst toevoegen met het commando gpg --no-default-keyring --keyring /etc/apt/trusted.gpg --import nieuwe-sleutel.asc. Elk archief dat ondertekend is met de sleutel uit nieuwe-sleutel.asc zal dan door aptitude vertrouwd worden. [Waarschuwing] Waarschuwing Als de sleutel van een archief toegevoegd werd aan de sleutelbos van APT, zal dat archief evenveel vertrouwd worden als de spiegelservers van het hoofdarchief van Debian zelf. U zou dit enkel mogen doen als u er erg zeker van bent dat de sleutel die u toevoegt correct is en dat de persoon aan wie de sleutel toebehoort betrouwbaar en competent is. Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren Om een pakket te kunnen installeren is het vaak nodig dat ook meerdere andere pakketten geïnstalleerd worden (om te voldoen aan zijn vereisten). Indien u bijvoorbeeld het pakket clanbomber wenst te installeren, moet u ook het pakket libclanlib2 installeren. Als u clanbomber terug verwijdert, heeft u wellicht het pakket libclanlib2 niet langer nodig. aptitude zal dit trachten op te merken en automatisch het pakket libclanlib2 verwijderen. Dit werkt op de volgende manier: indien u een pakket installeert, zal aptitude automatisch alle pakketten installeren waarvan het afhankelijk is. Die pakketten worden als “automatisch geïnstalleerd” gemarkeerd. aptitude zal ze opvolgen en ze verwijderen als er geen enkel handmatig geïnstalleerd parket meer van afhankelijk is ^[10] . In de voorafbeelding zullen ze te zien zijn als “pakketten die verwijderd worden omdat ze niet langer gebruikt worden.” Zoals bij elk geautomatiseerd proces is er een kans dat dingen in de war geraken. Bijvoorbeeld kan het zijn dat een pakket dat oorspronkelijk automatisch geïnstalleerd werd, later ook op zichzelf nuttig blijkt te zijn. U kunt de markering “automatisch” op ieder ogenblik annuleren door op m te drukken. Indien het pakket reeds verwijderd wordt, kunt u Pakket → Installeren (+) gebruiken om het verwijderen te annuleren en de markering “automatisch” te verwijderen. Vereisten van pakketten oplossen Het oplossen van vereisten in aptitude aptitude heeft twee belangrijke algoritmes voor het oplossen van vereisten. Het eerste is een algoritme dat ook gebruikt wordt door programma's zoals apt-get en synaptic. Ik zal het de “onmiddellijke oplossing” noemen. Ze wordt gebruikt telkens u interactief een pakket selecteert om geïnstalleerd te worden en onmiddellijk nadat aan de commandoregel een of meer pakketten voor installatie gemarkeerd worden. De onmiddellijke oplossing is snel en lost de meeste afhankelijkheidsvereisten op, maar is soms niet in staat om een oplossing te vinden. Het tweede algoritme, dat ik de “interactieve oplossing” zal noemen, wordt ingeschakeld als pakketten ook na de onmiddellijke oplossing nog defecte vereisten hebben^[11]. Het is in staat om meer vereisten op te lossen, het laat u toe om een oplossing te inspecteren vooraleer ze doorgevoerd wordt en het laat u toe om feedback te geven aan de oplosser en hem zo naar een betere oplossing te leiden. Onmiddellijke vereistenoplossing Telkens u in aptitudekiest om een pakket te installeren of op te waarderen, doet aptitude onmiddellijk een poging om alle niet-voldane vereisten ervan op te lossen. Voor elke niet-voldane vereiste (dit kan ofwel een “Depends” (vereiste), een “ Recommends” (aanbeveling) of een “Conflicts” (conflict) zijn), voert het de volgende stappen uit:  1. Als de vereiste een aanbeveling is, tracht aptitude te gissen of het een “nieuwe” aanbeveling betreft of een “eerder voldane” aanbeveling. aptitude beschouwt een aanbeveling als “nieuw” als het pakket dat de aanbeveling doet momenteel niet geïnstalleerd is of als zijn geïnstalleerde versie geen pakket met dezelfde naam aanbeveelt. Daarentegen werd “eerder voldaan” aan een aanbeveling als het pakket dat de aanbeveling doet, geïnstalleerd is, de momenteel geïnstalleerde versie een pakket met dezelfde naam aanbeveelt en er momenteel aan die aanbeveling voldaan wordt. Veronderstel bijvoorbeeld dat versie 1.0 van prog versie 4.0 van libcool1 aanbeveelt, maar dat versie 2.0 van prog versie 5.0 van libcool1 aanbeveelt evenals apache. Als u ervoor kiest om prog van versie 1.0 naar versie2.0 op te waarderen, zal het aanbevelen van apache als “nieuw” beschouwd worden, omdat versie 1.0 van prog apache niet aanbeval. Daarentegen is het aanbevelen van libcool1 niet “nieuw”, omdat versie 1.0 van prog libcool1 reeds aanbeval, ook al beval het een andere versie aan. Niettemin zal die aanbeveling als “eerder voldaan” beschouwd worden, als libcool1 geïnstalleerd is. Indien de configuratieoptie APT::Install-Recommends ingesteld staat op true, zal aptitude steeds proberen te voldoen aan “nieuwe” en “eerder voldane” aanbevelingen. Alle andere zullen door de onmiddellijke oplosser genegeerd worden. Indien die optie op false ingesteld staat, zal de onmiddellijke vereistenoplosser alle aanbevelingen negeren.  2. Indien de vereiste slaat op meerdere pakketten gecombineerd met een logische OR, wordt elk van de alternatieven in de opgegeven volgorde onderzocht. Indien een pakket bijvoorbeeld “exim | mail-transport-agent” vereist, zal aptitude eerst exim afhandelen en dan mail-transport-agent.  3. Tracht dit voor elk alternatief op te lossen. Indien de afhankelijkheid een conflict betreft, verwijder dan het huidige alternatief als het geïnstalleerd is (en verwijder bij een versieloos conflict ook elk pakket dat voorziet in het doel dat het conflict uitlokte). Installeer anders de kandidaatversie van het huidige alternatief als het aan de vereiste tegemoet komt. Is dit niet het geval of indien er geen kandidaatversie is (bijvoorbeeld omdat het huidige alternatief een virtueel pakket is) en het een versieloze afhankelijkheid betreft, probeer dan over te gaan tot de installatie van het pakket met de hoogste prioriteit^[12] waarvan de kandidaatversie voorziet in het doel van het huidige alternatief. Laten we bijvoorbeeld stellen dat we het volgende proberen op te lossen: “Depends: exim | mail-transport-agent”. aptitude zal dan eerst proberen het pakket exim te installeren. Als exim niet beschikbaar is, zal aptitude vervolgens proberen het pakket met de hoogste prioriteit te installeren waarvan de kandidaatversie voorziet in exim. Als er geen dergelijk pakket is, zal aptitude het pakket met de hoogste prioriteit installeren waarvan de kandidaatversie het virtueel pakket mail-transport-agent levert. Laten we daarentegen nu veronderstellen dat het gaat om de vereiste “Depends: exim (>= 2.0.0) | mail-transport-agent”, maar dat enkel versie 1.0 van exim beschikbaar is. In dat geval zal aptitude exim niet installeren (omdat de versie niet beantwoordt) en het zal ook niet proberen pakketten te installeren die voorzien in exim (omdat virtuele pakketten niet tegemoet kunnen komen aan een vereiste met een versierestrictie). En dus zal aptitude terugvallen op het installeren van het pakket met de hoogste prioriteit waarvan de kandidaatversie voorziet in mail-transport-agent.  4. Indien bij de vorige stap een pakket geïnstalleerd werd, los dan met dit algoritme zijn vereisten op en stop vervolgens. Hoewel deze techniek heel vaak alle onvoldane vereisten van pakketten oplost, kan ze toch in een aantal gewone omstandigheden tekortschieten. • Conflicten worden opgelost door het doelpakket dat het conflict uitlokte,te verwijderen. Maar in dat geval krijgen pakketten die van dat pakket afhankelijk waren, te maken met onvoldane vereisten. En de onmiddellijke oplosser zal geen poging doen om die te repareren. • Soms kan niet aan een vereiste voldaan worden ten gevolge van versierestricties en ten gevolge van de beperking dat enkel kandidaatversies in overweging genomen worden. Veronderstel bijvoorbeeld dat van fileutils de versies 1.0 en 2.0 beschikbaar zijn, dat de kandidaatversie versie 1.0 is en dat het pakket octopus de volgende vereiste stelt: “Depends: fileutils (>= 2.0)”. De onmiddellijke oplosser is in een dergelijk geval niet in staat de vereiste op te lossen: hij zal nooit versie 2.0 van het pakket in overweging nemen, aangezien dat niet de kandidaatversie is. De interactieve vereistenoplosser kan deze situaties en nog andere wel oplossen. Indien er onvoldane vereisten achterblijven of indien de onmiddellijke vereistenoplossing uitgeschakeld is, zal de interactieve oplosser automatisch beginnen zoeken naar een oplossing. Het volgende onderdeel beschrijft hoe men de interactieve vereistenoplosser moet gebruiken. Vereisten interactief oplossen Indien er een vereistenprobleem opduikt dat niet met de onmiddellijke vereistenoplosser aangepakt kan worden, kan aptitude u bijstaan bij het oplossen ervan. Van zodra er een probleem opduikt, zal onderaan het scherm een rode balk zichtbaar worden met een suggestie van aptitude voor de oplossing ervan. In de volgende schermafdruk geeft aptitude bijvoorbeeld aan dat het de situatie kan oplossen door twee pakketten op hun huidige versie te behouden. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.3.3 #Defect: 1 Er zal 48.6MB schijfruimte vrijkomen i A nautilus 2.10.1-4 2.10.1-4 i nautilus-cd-burner 2.10.2-1.1 2.10.2-1.1 i A nautilus-data 2.10.1-4 2.10.1-4 i netspeed 0.12.1-1 0.12.1-1 i A oaf 0.6.10-3 0.6.10-3 i pybliographer 1.2.6.2-1 1.2.6.2-1 i rhythmbox 0.8.8-13 0.8.8-13 i shermans-aquarium 3.0.1-1 3.0.1-1 idA sound-juicer -1733kB 2.10.1-3 2.10.1-3 GNOME 2 CD Ripper sound-juicer zal verwijderd worden. De volgende pakketten hangen af van sound-juicer en zullen defect raken door het te verwijderen: * gnome-desktop-environment hangt af van sound-juicer [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Zoals onderaan het scherm aangegeven wordt, kunt u bijkomende oplossingsmogelijkheden onderzoeken door op . en , te drukken, de huidige oplossing toepassen door op ! te drukken en de oplossing meer in detail onderzoeken door op e te drukken. Bij het onderzoeken van de huidige oplossing, krijgt u een scherm dat vergelijkbaar is met het volgende: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Oplossen van vereisten --\ Behoud de volgende pakketten op hun huidige versie: gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.10-1 (unstable, nu)] sound-juicer [2.10.1-2 (nu)] [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige U kunt informatie bekijken over het pakket waarop een actie uitgevoerd wordt door gewoon op Enter te drukken terwijl het pakket geaccentueerd wordt. Om een meer gedetailleerde uitleg te bekomen over waarom aptitude een specifieke beslissing nam, kunt u dat element uit de lijst accentueren. Als u dat doet, zal in de onderste helft van het scherm getoond worden welke vereiste opgelost werd door de keuze die aptitude maakte, samen met alle manieren waarop aan die vereiste voldaan kon worden. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Vereisten oplossen --\ Behoud de volgende pakketten op hun huidige versie: gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.11-1 (unstable, nu)] sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu)] cdparanoia plug-in voor GStreamer sound-juicer hangt af van gstreamer0.8-cdparanoia --\ De volgende acties zullen deze vereiste oplossen: -> Degradeer sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu) -> 0.6.1-2 (testing)] -> Verwijder sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu)] -> Annuleer het verwijderen van gstreamer0.8-cdparanoia -> Degradeer gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.11-1 (unstable, nu) -> 0.8.8-3 (tes [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige U kunt de vereistenoplosser begeleiden naar een oplossing die uw goedkeuring wegdraagt door een goedkeuring of een afkeuring te geven aan de afzonderlijke acties van een oplossing. Indien u een actie goedkeurt, dan zal de oplosser er waar mogelijk voor kiezen en mogelijke alternatieven negeren (indien er meerdere goedgekeurde alternatieven zijn, kan elk van hen gekozen worden). Als u daarentegen een actie afwijst, zal de oplosser nooit voor die actie kiezen. Om een actie af te wijzen, moet u ze accentueren en op r drukken. De afwijzing kan ongedaan gemaakt worden door opnieuw op r te drukken. Op dezelfde manier kunt u een actie selecteren en op a drukken om ze goed te keuren. Door opnieuw op a te drukken herstelt u ze in haar oorspronkelijke toestand. U kunt elke actie ongedaan maken door Ongedaan maken → Ongedaan maken (Control+u) te gebruiken terwijl het scherm met de oplosser actief is. Indien u een afwijzing of een goedkeuring annuleert, zullen alle oplossingen die genegeerd werden terug beschikbaar zijn wanneer u de volgende keer een nieuwe oplossing genereert. [Opmerking] Opmerking Standaard wijst de oplosser acties af die de toestand van gehandhaafde pakketten wijzigen of die verboden versies van pakketten installeren. U kunt die afwijzingen overstemmen en dus toestaan dat de handhaving of het verbod automatisch omzeild worden, op dezelfde manier als waarop u iedere andere afkeuring zou opheffen. Door de configuratieoptie Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds op truein te stellen, schakelt u dit gedrag uit, wat betekent dat de oplosser altijd handhavingen zal verbreken (weliswaar niet ongestraft, zie Aptitude::ProblemResolver::BreakHoldScore). Afgewezen acties staan in rode kleur en zijn gemarkeerd met een “R”, terwijl goedgekeurde acties een groene kleur hebben en met een “A” gemarkeerd worden. U kunt dit in de volgende schermweergave zien, waar de actie “behoud gstreamer0.8-cdparanoia op zijn huidige versie” afgewezen werd en de actie “behoud sound-juicer op zijn huidige versie” goedgekeurd werd. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Vereisten oplossen --\ Behoud de volgende pakketten op hun huidige versie: R gstreamer0.8-cdparanoia [0.8.11-1 (unstable, nu)] A sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu)] [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige Afwijzingen en goedkeuringen hebben enkel invloed op nieuw gegenereerde oplossingen. U kunt weten of een nieuwe oplossing gegenereerd zal worden door de indicator in de linkerbenedenhoek van het scherm te bekijken: indien er een getal tussen haakjes staat, duidt dit op het aantal oplossingen dat gegenereerd werd. Dus, indien het getal binnen en buiten de haakjes gelijk is (zoals hierboven), zal op . drukken een nieuwe oplossing genereren. Indien er geen getal tussen haakjes staat (als de indicator er bijvoorbeeld zo uitziet: [1/5]), dan kunnen er geen oplossingen meer gegenereerd worden. Op ieder ogenblik kunt u de laatst gegenereerde oplossing selecteren door op > te drukken, en de eerst gegenereerde oplossing door op < te drukken. [Belangrijk] Belangrijk De probleemoplosser wordt opnieuw geïnitialiseerd van zodra u de toestand van een pakket wijzigt. Indien u een pakket markeert om geïnstalleerd, opgewaardeerd of verwijderd, enz. te worden, zal de oplosser al uw eerdere afwijzingen en goedkeuringen vergeten evenals alle oplossingen die tot dan toe gegenereerd werden. Behalve acties selecteren in de lijst bovenaan het scherm, kunt u ook uit de lijst in de onderste schermhelft acties selecteren. Om bij die lijst te geraken, moet u er ofwel met de muis in klikken, of op Tab drukken. Tenslotte, om een ordelijke weergave te krijgen van de beslissingen die door de probleemoplosser genomen werden, moet u op o. Dit zal een lijst produceren van de vereisten die opgelost werden en de actie die ondernomen werd om ze op te lossen, zoals in de volgende schermafdruk. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Pakketten Vereisten oplossen --\ gnome-desktop-environment hangt af van sound-juicer -> Annuleer het verwijderen van sound-juicer --\ sound-juicer hangt af van gstreamer0.8-cdparanoia -> Annuleer het verwijderen van gstreamer0.8-cdparanoia GNOME 2 CD Ripper gnome-desktop-environment hangt af van sound-juicer --\ De volgende acties zullen deze vereiste oplossen: -> Verwijder gnome-desktop-environment [1:2.10.2.3 (unstable, testing, nu)] -> Annuleer het verwijderen van sound-juicer -> Degradeer sound-juicer [2.10.1-3 (unstable, nu) -> 0.6.1-2 (testing)] [1(1)/...] Suggereert 2 te behouden e: Onderzoeken !: Toepassen .: Volgende ,: Vorige U kunt deze weergavemodus verlaten door nogmaals op o te drukken. Kosten van de interactieve vereistenoplosser Kosten en kostencomponenten De kost van een oplossing die door de interactieve vereistenoplosser geproduceerd wordt, is een waarde die door aptitude gebruikt wordt om te bepalen hoe “slecht” die oplossing is. Oplossingen die “beter” zijn, worden steeds weergegeven voor oplossingen die “slechter” zijn. De kost van oplossingen wordt gedefinieerd in de configuratieoptie Aptitude::ProblemResolver::SolutionCost. Enkele kenmerkende kosten worden getoond in Voorbeeld 2.1, “Kostenvoorbeelden van de oplosser”. Voorbeeld 2.1. Kostenvoorbeelden van de oplosser De standaardkost, waarbij oplossingen geordend worden volgens hun veiligheidskost en vervolgens volgens hun pinprioriteit voor apt: safety, priority Verwijder zo weinig mogelijk pakketten en annuleer vervolgens zo weinig mogelijk acties: removals, canceled-actions Sorteer oplossingen volgens het aantal pakketten dat zij verwijderen plus tweemaal het aantal acties dat zij annuleren. removals + 2 * canceled-actions Zoals u in de bovenstaande voorbeelden kunt zien, is een kost niet noodzakelijk een enkel getal. In feite bestaat een kost uit een of meer kostencomponenten, waarbij elk van hen een getal is dat verbonden is met de oplossing. Bij het rangschikken van oplossingen, onderzoekt de oplosser kostencomponenten volgens volgorde en gaat enkel voort naareen volgende component als de vorige gelijk zijn. Bijvoorbeeld zullen voor de kost “removals, canceled-actions” oplossingen met minder verwijderingen steeds voorafgaan aan oplossingen met meer verwijderingen, ongeacht het aantal geannuleerde acties dat ze met zich meebrengen. Oplossingen met een gelijk aantal verwijderingen worden van hun kant zodanig geordend dat de oplossing met het minste aantal geannuleerde acties op de eerste plaats komt. Kostencomponenten komen voor in twee verschijningsvormen: basale kostencomponenten en samengestelde kostencomponenten. Basale componenten benoemen gewoon een kenmerk van de oplossing, zoals“upgrades” (opwaarderingen) of “removals” (verwijderingen). Een lijst met ingebouwde basiscomponenten van aptitude kunt u vinden in Tabel 2.1, “Basale kostencomponenten”. U kunt ook uw eigen kostencomponenten maken met de hints add-to-cost-component en raise-cost-component. Zie voor de details de paragraaf met de naam “Hints voor de oplosser configureren”. Elke basiscomponent is ofwel een teller of een niveau. Tellers tellen hoeveel acties van een oplossing aan een bepaalde voorwaarde voldoen (zoals pakketten verwijderen of nieuwe pakketten installeren), terwijl niveaus een getal koppelen aan iedere actie en berekenen wat het hoogste getal is dat aan een actie uit de oplossing gekoppeld is. Tabel 2.1. Basale kostencomponenten ┌────────────────────┬──────┬─────────────────────────────────────────────────────┐ │ Naam │ Type │ Omschrijving │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ │Telt het aantal handhavingen dat de oplossing │ │broken-holds │Teller│verbreekt als de oplosser de toelating heeft om dat │ │ │ │te doen │ │ │ │(Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds). │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ │Telt het aantal aanhangige acties dat door de │ │canceled-actions │Teller│oplossing geannuleerd wordt (zodat pakketten op hun │ │ │ │huidige versie behouden blijven). │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │installs │Teller│Telt het aantal pakketten dat door de oplossing │ │ │ │geïnstalleerd wordt. │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │non-default-versions│Teller│Telt het aantal versies dat de oplossing installeert │ │ │ │of opwaardeert vanuit niet-standaard pakketbronnen. │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ │Een waarde die toeneemt naarmate de pinprioriteit │ │ │ │voor apt van een versie afneemt. Meer bepaald wordt │ │priority │Niveau│dit berekend door de pinprioriteit negatief te maken │ │ │ │(als bijvoorbeeld de pinprioriteit 500 is, zal deze │ │ │ │component de waarde -500 krijgen). │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │removals │Teller│Telt het aantal pakketten dat door de oplossing │ │ │ │verwijderd wordt. │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │removals-of-manual │Teller│Telt het aantal handmatig geïnstalleerde pakketten │ │ │ │dat door de oplossing verwijderd wordt. │ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ │Een algemene heuristische waarde die toeneemt │ │safety │Niveau│naarmate acties minder “veilig” worden. Zie voor │ │ │ │details de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten”.│ ├────────────────────┼──────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │upgrades │Teller│Telt het aantal pakketten dat door de oplossing │ │ │ │opgewaardeerd wordt. │ └────────────────────┴──────┴─────────────────────────────────────────────────────┘ Samengestelde componenten worden opgebouwd door de waarden van basale componenten te combineren. Bijvoorbeeld, removals + canceled-actions telt de componenten removal en canceled-actions bij elkaar op en het resultaat is een component die het aantal verwijderingen en geannuleerde acties telt. Samengestelde componenten combineren tellers door ze bij elkaar op te tellen en niveaus door hun maximale waarde te nemen, zoals gedemonstreerd in Afbeelding 2.11, “Syntaxis van samengestelde kostencomponenten”. [Opmerking] Opmerking Twee niveaus samenvoegen is foutief, en dat geldt ook voor het gebruiken van de maximumwaarde van twee tellers en voor het op een af andere manier combineren van niveaus en tellers. Bijvoorbeeld zullen de kosten removals + safety en max(upgrades, installs) als fouten behandeld worden en door de oplosser genegeerd.^[13] Afbeelding 2.11. Syntaxis van samengestelde kostencomponenten Twee of meer basale kosten optellen: [schaalfactor1]*kost1 + [schaalfactor2]*kost2 + ... De maximumwaarde van twee of meer basale kosten gebruiken: max([schaalfactor1]*kost1, [schaalfactor2]*kost2, ...) Merk op dat elke individuele basale component vermenigvuldigd kan worden met een schaalfactor vooraleer hij gecombineerd wordt met andere componenten. Dit kan gebruikt worden om de afwegingen die de oplosser tussen kosten maakt, te sturen. Een kost van 2*removals + 3*upgrades zegt dat drie verwijderingen exact even “slecht” zijn als twee opwaarderingen. Oplossingen met vier verwijderingen en één opwaardering zullen gezien worden als gelijkwaardig aan oplossingen met één verwijdering en drie opwaarderingen, aangezien beide een kost van elf hebben. Veiligheidskosten Afbeelding 2.12. Niveaus van veiligheidskosten Niveaus van veiligheidskosten [Diagram met niveaus van veiligheidskosten] De kostencomponent veiligheid is een heuristische schatting van hoe “veilig” of “onveilig” een oplossing is. Veiligheidskosten kunnen gezien worden als een manier van onderverdelen van oplossingen in verschillende genummerde “niveaus”, waarbij “minder veilige” niveaus een hoger nummer opgeplakt krijgen. Afbeelding 2.12, “Niveaus van veiligheidskosten” toont hoe dit werkt met de standaardinstellingen van aptitude. [Tip] Tip Niveaus van veiligheidskosten zijn enkel een manier om de volgorde te sturen waarin vereistenoplossingen geproduceerd worden. Zie de paragraaf met de naam “Kosten van de interactieve vereistenoplosser” voor een volledige beschrijving van hoe u de volgorde waarin aptitude oplossingen rangschikt, kunt wijzigen. Standaard start aptitude de oplosser op met een “redelijk” aantal niveaus van veiligheidskosten. Die zijn: Tabel 2.2. Standaard niveaus van veiligheidskosten ┌────────────┬──────────────────────────────────────────────┬─────────────────────────────────────────────────┐ │Kostenniveau│ Omschrijving │ Configuratieoptie │ ├────────────┼──────────────────────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────────┤ │ │Oplossingen die enkel “veilige” acties │ │ │ │inhouden (het installeren van een pakket op │Aptitude::ProblemResolver::Safe-Level, │ │10.000 │zijn standaardversie of het behouden van een │Aptitude::ProblemResolver::Remove-Level │ │ │pakket op zijn huidige versie) en het │ │ │ │verwijderen van pakketten. │ │ ├────────────┼──────────────────────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────────┤ │ │De oplossing die alle acties van de gebruiker │ │ │ │annuleert. De waarde ervan was vroeger hoger │ │ │10.000 │dan Aptitude::ProblemResolver::Remove-Level, │Aptitude::ProblemResolver::Keep-All-Level │ │ │maar pakketten verwijderen werd hoger │ │ │ │gerangschikt dan diezelfde pakketten behouden,│ │ │ │zelfs als het pakket zou opgewaardeerd worden.│ │ ├────────────┼──────────────────────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────────┤ │ │Oplossingen die door de gebruiker ingestelde │ │ │40.000 │handhavingen verbreken of verboden versies │Aptitude::ProblemResolver::Break-Hold-Level │ │ │installeren. │ │ ├────────────┼──────────────────────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────────┤ │ │Oplossingen die pakketten installeren op een │ │ │50.000 │versie die niet de standaardversie is (zoals │Aptitude::ProblemResolver::Non-Default-Level │ │ │bijvoorbeeld die uit “experimental”). │ │ ├────────────┼──────────────────────────────────────────────┼─────────────────────────────────────────────────┤ │60.000 │Oplossingen die essentiële pakketten │Aptitude::ProblemResolver::Remove-Essential-Level│ │ │verwijderen. │ │ └────────────┴──────────────────────────────────────────────┴─────────────────────────────────────────────────┘ Indien een oplossing thuis hoort onder meerdere niveaus van veiligheidskosten, zal het onder het hoogste geplaatst worden, dat is datgene dat zich het laatst aandient. Een oplossing die bijvoorbeeld een pakket opwaardeert naar zijn standaardversie en een handhaving van een ander pakket verbreekt, zal op niveau 40.000 geplaatst worden. U kunt de niveaus van individuele versies aanpassen met behulp van hints voor de oplosser. Zie voor details de paragraaf met de naam “Hints voor de oplosser configureren”. De standaardniveaus worden geïllustreerd in Afbeelding 2.12, “Niveaus van veiligheidskosten”. Naast getallen kunt u voor kostenniveaus ook de gereserveerde woorden “maximum” en “minimum” gebruiken. Zij verwijzen respectievelijk naar de grootst en de kleinst mogelijke waarde, als geheel getal, op de hardwarearchitectuur van uw systeem. De interactieve vereistenoplosser configureren Hints voor de oplosser configureren Om de kwaliteit te verbeteren van de oplossingen voor vereistenproblemen die u krijgt, kunt u de interactieve vereistenoplosser aanwijzingen geven. Deze aanwijzingen kunnen de prioriteiten van de oplosser wijzigen en hem sterker doen neigen naar een bepaalde pakketversie, of ze kunnen gebruikt worden om de oplosser “vooraf” afwijzingen en goedkeuringen “mee te geven” alsof u zelf oplosser zou spelen en manueel verschillende versies zou aanvaarden of verwerpen. Aanwijzingen worden opgeslagen in de configuratiegroep “Aptitude::ProblemResolver::Hints” van het configuratiebestand van apt, /etc/apt/apt.conf (zie de paragraaf met de naam “Referentiegids voor het configuratiebestand” voor details over het configuratiebestand). Elke aanwijzing voor de oplosser bestaat uit een actie, een doel en optioneel een versie. Een aanwijzing wordt op de volgende wijze geschreven:"actie doel [versie]". Om een aanwijzing voor de oplosser toe te passen, zoekt aptitude op basis van de waarde van doel een of meer pakketten op, kiest een of meer versies van die pakketten op basis van de waarde van versie en voert ten slotte de opgegeven actie uit. In de aanwijzing voor de oplosser mag het veld actie een van de volgende waarden hebben:  1. “approve”: Keur de versie goed, alsof het commando Oplosser → Goedgekeurd aan-/uitzetten (a) erop uitgevoerd werd.  2. “reject”: Wijs de versie af, alsof het commando Oplosser → Verworpen aan-/uitzetten (r) erop uitgevoerd werd.  3. “discard”: Verwerp elke oplossing die de versie bevat. Is verschillend van “reject” in die zin dat dit voor de gebruiker niet zichtbaar is en niet interactief veranderd kan worden.  4. “increase-safety-cost-to getal”: verhoog de veiligheidskost van elke oplossing die de versie bevat tot getal; als de veiligheidskost reeds groter is dan getal, zal deze aanwijzing zonder effect blijven. De veiligheidskost kan gebruikt worden (en wordt standaard gebruikt) om de volgorde waarin oplossingen aan bod komen, te sturen. Zie de paragraaf met de naam “Kosten en kostencomponenten” en de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor details. Verschillende bijzondere kostenniveaus kunnen op naam gekozen worden:  a. conflict, discard: in plaats van de veiligheidskost aan te passen, worden oplossingen die de versie bevatten, verworpen alsof de aanwijzing “discard” erop werd toegepast.  b. maximum: de hoogste veiligheidskost.  c. minimum: de laagste veiligheidskost. Alle zoekbewerkingen beginnen op het niveau van die kost, waardoor het “optrekken” van van de kost van een versie naar dat niveau, geen effect heeft. Toch kan die waarde ook gebruikt worden bij het aanpassen van de vooraf gedefinieerde kostenniveaus: het instellen van Aptitude::ProblemResolver::Remove-Level op “minimum” zal bijvoorbeeld ertoe leiden dat het verwijderen van pakketten geen invloed zal hebben op de veiligheidskost van een oplossing. [Opmerking] Opmerking De aanwijzing increase-safety-cost-to wordt toegepast bovenop elke standaard veiligheidskost die verbonden is met de gekozen actie. Een aanwijzing die bijvoorbeeld de veiligheidskost van “installeer hal uit experimental” verhoogt naar 15.000 zal geen effect hebben, omdat die actie reeds een veiligheidskost van 50.000 heeft (in de veronderstelling dat die versie van hal niet de standaard kandidaatversie is).  5. “getal”: tel het opgegeven getal op bij de score van de versie en doe de oplosser ernaartoe of (bij een negatief getal) ervan weg neigen. Bijvoorbeeld, de aanwijzing 200 emacs telt 200 op bij de score van emacs, terwijl de aanwijzing -10 emacs 10 aftrekt van zijn score. Indien het veld doel van de oplosser een vraagteken bevat (“?”) of een tilde (“~”), wordt dit als een zoekpatroon aanzien en alle eraan beantwoordende pakketversies worden in overweging genomen. In het andere geval wordt het beschouwd als de naam van het te selecteren pakket. Het doel “g++” zal dus enkel het pakket g++ selecteren, maar het doel “?section(non-free)” zal elk pakket in de sectie non-free selecteren. Zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” voor meer informatie over zoekpatronen. Indien het veld versie niet aanwezig is, dan slaat de aanwijzing op alle versies van het pakket. In het andere geval kan het een van de volgende vormen aannemen:  1. “/archief”: de aanwijzing heeft enkel betrekking op versies die in het opgegeven archief aanwezig zijn.  2. “versie”: de aanwijzing heeft enkel betrekking op versies waarvan het versienummer niet versie is.  6. “>=versie”: de aanwijzing slaat enkel op versies waarvan het versienummer groter dan of gelijk aan versie is.  7. “>versie”: de aanwijzing slaat enkel op versies waarvan het versienummer groter danversie is.  8. “:UNINST”: in plaats van op enige versie van doel te slaan, beïnvloedt de aanwijzing de beslissing om doel te verwijderen. Bijvoorbeeld, “Aptitude::ProblemResolver::Hints { "reject aptitude :UNINST"; };” zal de oplosser verhinderen om te proberen aptitude te verwijderen.  9. “versie”: de aanwijzing betreft enkel versies waarvan het versienummer versie is. Zoekpatronen Indien u in aptitude naar een pakket zoekt of een weergavelimiet instelt, wordt de tekenreeks die u ingeeft een “zoekpatroon” genoemd. Het meest basale gebruik van zoekpatronen is zoeken naar een pakket op naam, maar aptitude laat u ook toe om veel complexere zoekopdrachten aan te maken. Naast de visuele interface kunnen ook een aantal operaties aan de commandoregel gebruik maken van zoekpatronen. Zie Referentiegids voor de commandoregel voor details. Een zoekpatroon bestaat uit een of meer voorwaarden (soms “termen” genoemd). Pakketten beantwoorden aan het patroon als ze aan alle termen ervan beantwoorden. Termen beginnen meestal met een vraagteken (“?”), gevolgd door de naam van de term die aangeeft waarop de term zoekt: de term ?name zoekt bijvoorbeeld naar eraan beantwoordende pakketnamen, terwijl de term ?version op zoek gaat naar eraan beantwoordende pakketversies. Tenslotte worden eventuele bijkomende parameters voor de zoekterm tussen haakjes geplaatst (zie de documentatie over de individuele termen voor de details over wat de betekenis is van de parameters van elke term). [Opmerking] Opmerking Tekst waaraan geen “?” voorafgaat, geeft ook een zoekpatroon aan: aptitude zal elk woord (of tekenreeks tussen aanhalingstekens) beschouwen als het argument voor een ?name-patroon, dat op zoek gaat naar een pakket waarvan de naam beantwoordt aan de tekst als men de tekst interpreteert als een reguliere expressie. [Waarschuwing] Waarschuwing In dit gedrag van aptitude wanneer het een zoekpatroon zonder voorafgaand “?” (of “~”) opgegeven krijgt, wordt voorzien om interactieve opzoekingen comfortabeler te maken en zal in latere uitgaven veranderingen ondergaan. Scripts die aptitude gebruiken moeten de zoekstrategie die ze willen gebruiken expliciet benoemen. Dit wil zeggen dat scripts moeten zoeken naar “?name(coq)” eerder dan naar “coq”). Naar tekenreeksen zoeken Veel zoektermen krijgen een tekenreeks mee als parameter en vergelijken die met een of meer pakketvelden. Tekenreeksen kunnen zowel met als zonder aanhalingstekens (“"”) opgegeven worden, zodat“?name(scorch)” en “?name("scorch")” eenzelfde zoekbewerking zullen uitvoeren. Indien u een zoekterm opgeeft met dubbele aanhalingstekens, kunt u in de zoekterm zelf een dubbel aanhalingsteken opnemen door vlak ervoor een backslash (“\”) te plaatsen: bijvoorbeeld, het resultaat van “?description("\"easy\"")” zal zijn: alle pakketten waarvan de beschrijving de tekenreeks “"easy"” bevat. Indien u een “kale” tekenreeks opgeeft, een waarrond geen dubbele aanhalingstekens staan, dan zal aptitude de tekenreeks als “beëindigd” beschouwen als het bij het afsluitende haakje aankomt of aan de komma die voorafgaat aan het tweede argument bij de zoekterm. ^[14] Om de bijzondere betekenis van die tekens te neutraliseren, moet u vlak ervoor een tilde (“~”) plaatsen. Bijvoorbeeld, “?description(etc))” is een fout tegen de syntaxis, omdat het eerste “)” de term van het type ?description afsluit en het tweede “)” geen enkel corresponderend “(” heeft. Daarentegen levert “?description(etc~))” een overeenkomst op met elk pakket waarvan de beschrijving de tekst “etc)” bevat. U moet extra zorgvuldig zijn als u de verkorte notatie voor een term gebruikt. Zie de paragraaf met de naam “Verkorte notatie voor zoektermen” voor details. De meeste tekstuele zoekopdrachten (naar pakketnamen, beschrijvingen enz.) gebeuren aan de hand van hoofdletterongevoelige reguliere expressies. Er is een overeenkomst tussen de reguliere expressie en een veld als een gedeelte van dat veld beantwoordt aan de reguliere expressie. Bijvoorbeeld, “ogg[0-9]” komt overeen met “libogg5”, “ogg123” en “theogg4u”. Sommige lettertekens hebben binnen een reguliere expressie een speciale betekenis ^[15]. Dus, indien u ze wilt gebruiken in zoekopdrachten moet u een backslash als stuurcode (escape) gebruiken. Bijvoorbeeld, om te zoeken naar “g++”, moet u het patroon “g\+\+” gebruiken. De tekens “!” en “|” hebben in zoekpatronen een speciale betekenis. Om deze tekens te gebruiken in een tekenreeks die niet door aanhalingstekens begrensd wordt, kunt u vlak ervoor een tilde (“~”) plaatsen. Bijvoorbeeld, om pakketten te vinden waarvan de beschrijving ofwel “groot” of “schuin” bevat, moet u het patroon “?description(groot~|schuin)” gebruiken. Maar wellicht zult u het comfortabeler vinden om in dergelijke gevallen gewoon een tekenreeks tussen aanhalingstekens te gebruiken: “?description("groot|schuin")”. Verkorte notatie voor zoektermen Sommige zoektermen kunnen in “verkorte” vorm gebruikt worden. Die bestaat uit een tilde (“~”) gevolgd door een enkel teken dat de term voorstelt en tenslotte de eventuele argumenten bij de term. Bijvoorbeeld, de verkorte vorm van ?name(aptitude) is ~n aptitude. Indien u een term gebruikt in zijn verkorte notatie, wordt de term afgesloten en een nieuwe term begonnen door een tilde of door “witruimte” - dat zijn spaties, tabs, enz. - te gebruiken. Bijvoorbeeld, “~mDaniel Burrows” zal elk pakket vinden waarvan het pakketbeheerdersveld “Daniel” bevat en waar “Burrows” voorkomt in de pakketnaam, terwijl “~i~napt” geïnstalleerde pakketten oplevert waarvan de naam apt bevat. Om in de zoekexpressie witruimte op te nemen, kunt u er ofwel een tilde voor plaatsen (zoals in Daniel~ Burrows) of er aanhalingstekens rond plaatsen (zoals in "Debian Project" of zelfs Debian" "Project). In een tekenreeks tussen aanhalingstekens, gebruikt u de backslash (“\”) om de bijzondere betekenis van het aanhalingsteken te annuleren: bijvoorbeeld, ~d"\"email" zal als resultaat alle pakketten opleveren waarvan de beschrijving een aanhalingsteken bevat, onmiddellijk gevolgd door email. ^[16] [Opmerking] Opmerking Vraagtekens (“?”) sluiten de verkorte vorm van een term niet af, zelfs niet als daarop de naam van een zoekterm volgt. Bijvoorbeeld, “~napt?priority(required)” heeft als resultaat alle pakketten waarvan de naam beantwoordt aan de reguliere expressie “apt?priority(required)”. Om een verkorte zoekterm te combineren met een zoekterm die bij naam genoemd wordt, moet u een of meer spaties plaatsen tussen de twee termen, zoals bij “~napt ?priority(required)”, of moet u aanhalingstekens plaatsen rond de (eventuele) tekst die op de verkorte vorm van een term volgt, zoals bij “~n"apt"?priority(required)”. Tabel 2.3, “Beknopte handleiding bij zoektermen” geeft een lijst weer met de verkorte vorm van elke zoekterm. Zoekopdrachten en versies Standaard levert een patroon een pakket op, indien er een versie van dat pakket bestaat die aan het patroon beantwoordt. Nochtans kunnen sommige patronen aan hun subpatronen de restrictie opleggen om enkel de overeenkomst met sommige versies van een pakket te honoreren. Bijvoorbeeld, de zoekterm ?depends(patroon) zal alle pakketten opleveren die afhankelijk zijn van een pakket dat beantwoordt aan patroon. Nochtans zal patroon enkel getoetst worden aan die pakketversies die effectief aan een vereiste tegemoet komen. Dit houdt in dat indien foo afhankelijk is van bar (>= 3.0) en versies 2.0, 3.0, en 4.0 van bar beschikbaar zijn, er bij het zoekpatroon ?depends(?version(2\.0)) enkel bij versies 3.0 en 4.0 zal getoetst worden op ?version(2\.0), met als gevolg dat deze zoekopdracht foo niet zal vinden. Het doet ertoe welke versies getoetst worden, omdat zoals in het voorgaande voorbeeld, sommige versies wel en andere niet kunnen beantwoorden aan het patroon. Bijvoorbeeld het patroon ?installed zal enkel een overeenkomst opleveren met de pakketversie die geïnstalleerd is (als het geïnstalleerd is). Evenzo zal het patroon ?maintainer(pakketbeheerder) enkel een overeenkomst opleveren met versies die door de opgegeven pakketbeheerder onderhouden worden. Gewoonlijk hebben alle versies van een pakket dezelfde pakketbeheerder, maar dat is niet altijd het geval. In feite zal elk zoekpatroon dat de velden van een pakket (behalve de naam ervan natuurlijk) doorzoekt, zich op die manier gedragen, omdat bij verschillende pakketversies alle velden van een pakket onderling kunnen verschillen. Om een patroon aan alle versies van een pakket te toetsen, ook al zou dat normaal maar aan een aantal versies getoetst worden, moet u de term ?widen gebruiken. Bijvoorbeeld, ?depends(?widen(?version(2\.0))) zal een overeenkomst opleveren met elk pakket A dat een pakket B vereist, waarbij B een versie heeft die beantwoordt aan 2.0, ongeacht of die versie effectief aan de vereiste van A tegemoetkomt. Aan de andere kant beperkt de term ?narrow de versies waarmee zijn subpatroon vergeleken wordt: ?narrow(?installed, ?depends(?version(ubuntu))) zal een overeenkomst opleveren met elk pakket waarvan de geïnstalleerde versie een vereiste heeft waaraan voldaan kan worden door een pakket waarvan de versietekenreeks “ubuntu” bevat. [Opmerking] Opmerking Er is een subtiel maar belangrijk verschil tussen een patroon vergelijken met een pakket en het vergelijken met alle versies van dat pakket. Als een patroon met een pakket vergeleken wordt, wordt iedere term ervan met dat pakket vergeleken, en zo zal elk van de termen een overeenkomst opleveren als om het even welke versie van dat pakket eraan beantwoordt. Als een patroon daarentegen vergeleken wordt met elke versie van een pakket, zal er een succesvolle overeenkomst zijn als elk van zijn termen overeenkomt met dezelfde versie van dat pakket. Bijvoorbeeld: veronderstel dat versie 3.0-1 van het pakket aardvark geïnstalleerd is, maar dat versie 4.0-1 beschikbaar is. Dan zal de zoekexpressie?version(4\.0-1)?installed een overeenkomst met aardvark opleveren, omdat ?version(4\.0-1) overeenkomt met versie 4.0-1 van aardvark, terwijl ?installed een overeenkomst met versie 3.0-1 oplevert. Anderzijds levert deze expressie niet voor alle versies van aardvark een overeenkomst op, omdat er geen enkele versie geïnstalleerd is die ook nog het versienummer 4.0-1 heeft. Expliciete zoekdoelen Sommige bijzonder complexe zoekopdrachten kunnen in aptitude geformuleerd worden met behulp van expliciete doelen. In normale zoekexpressies bestaat er geen manier om te verwijzen naar het pakket of de versie die momenteel getoetst wordt. Bijvoorbeeld, veronderstel dat u wenst te zoeken naar alle pakketten P die van een tweede pakket Q afhangen op zo een manier dat Q P aanbeveelt. Het is duidelijk dat u op weg moet gaan met de term ?depends(...). Maar de term die in de plaats van de ... komt, moet op een of andere manier pakketten selecteren die identiek zijn aan dat waaraan ?depends getoetst wordt. Toen ik hierboven de bedoeling beschreef, loste ik dit op door de pakketten een naam te geven en ze P en Q te noemen. Termen met expliciete doelen doen exact hetzelfde. ^[17] Een expliciet doel wordt met de term ?for ingevoerd: Afbeelding 2.13. Syntaxis van de term ?for ?for variabele: patroon Dit werkt exact gelijk patroon, maar variabele kan binnenin patroon gebruikt worden om te verwijzen naar het pakket of de versie waarmee patroon vergeleken wordt. U kunt variabele op twee manieren gebruiken:  1. De term ?= zoekt een exacte overeenkomst met het in de opgegeven variabele vermelde pakket of versie. Specifiek: indien de overeenkomstige ?for-term zich tot een specifieke versie beperkt, dan zal ?= ofwel met die versie (als ?= beperkt werd) ofwel met het hele pakket een overeenkomst opleveren. Anders zal het een overeenkomst opleveren met om het even welke versie van het pakket. Zie Voorbeeld 2.2, “ Het gebruik van de term ?= ” voor een voorbeeld van het gebruik van ?=.  2. De term ?bind(variabele, patroon) levert een overeenkomst op met gelijk welk pakket of versie als de waarde van variabele beantwoordt aan patroon. Voor termen in een ?-stijl is een verkorte vorm beschikbaar. De expressie ?bind(variabele, ?term[(argumenten)]) kan vervangen worden door ?variabele:term(argumenten). Zie Voorbeeld 2.3, “Het gebruik van de term ?bind” voor een voorbeeld van het gebruik van ?bind. Referentiegids voor zoektermen Tabel 2.3, “Beknopte handleiding bij zoektermen” bevat een korte samenvatting van alle zoektermen die in aptitude beschikbaar zijn. Een volledige beschrijving van iedere term vindt u hieronder. Tabel 2.3. Beknopte handleiding bij zoektermen ┌──────────────────────────────────────┬───────────────────────────────────┬───────────────────────┐ │ Lange vorm │ Korte vorm │ Omschrijving │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer het pakket │ │ │ │dat aansluit bij │ │?=variabele │  │variabele. Zie de │ │ │ │paragraaf met de naam │ │ │ │“Expliciete │ │ │ │zoekdoelen”. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer elk pakket │ │?not(patroon) │!patroon │dat niet beantwoordt │ │ │ │aan patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │ │ │voor de opgegeven actie│ │?action(actie) │~aactie │(bijv. “install” of │ │ │ │“upgrade”) gemarkeerd │ │ │ │werden. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │?all-versions(patroon) │  │waarvan alle versies │ │ │ │beantwoorden aan │ │ │ │patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer elk pakket │ │?and(patroon1, patroon2) │patroon1 patroon2 │dat zowel aan patroon1 │ │ │ │als aan patroon2 │ │ │ │beantwoordt. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │?any-version(patroon) │  │waarvan minstens een │ │ │ │versie beantwoordt aan │ │ │ │patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │ │ │voor de opgegeven │ │?architecture(architectuur) │~rarchitectuur │architectuur (zoals │ │ │ │“amd64” of “all”). │ │ │ │Speciale waarden: │ │ │ │native en foreign. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten uit│ │?archive(archief) │~Aarchief │het opgegeven archief │ │ │ │(zoals “unstable”). │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?automatic │~M │automatisch │ │ │ │geïnstalleerd werden. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteert alles │ │ │ │waarbij variabele │ │ │ │beantwoordt aan │ │?bind(variabele, patroon) │?variabele:term-naam[(argumenten)] │patroon. Zie de │ │ │ │paragraaf met de naam │ │ │ │“Expliciete │ │ │ │zoekdoelen”. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten met│ │?broken │~b │een niet-voldane │ │ │ │vereiste. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten met│ │ │ │een niet-voldane │ │?broken-vereistenType │~BvereistenType │vereiste van het │ │ │ │opgegeven │ │ │ │vereistenType. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten met│ │ │ │een niet-voldane │ │?broken-vereistenType(patroon) │~DB[vereistenType:]patroon │vereiste van het │ │ │ │opgegeven vereistenType│ │ │ │en die beantwoorden aan│ │ │ │patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │ │ │waaraan een pakket dat │ │ │ │beantwoordt aan patroon│ │?broken-reverse-vereistenType(patroon)│~RBvereistenType:patroon │een vereiste van het │ │ │ │type vereistenType │ │ │ │stelt waaraan niet │ │ │ │voldaan is. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?conflicts(patroon) │~Cpatroon │conflicteren met een │ │ │ │pakket dat beantwoordt │ │ │ │aan patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?config-files │~c │werden verwijderd maar │ │ │ │niet gewist. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Zoek pakketten die een │ │ │ │vereiste van het type │ │?vereistenType(patroon) │~D[vereistenType:]patroon │vereistenType stellen │ │ │ │aan een pakket dat │ │ │ │beantwoordt aan │ │ │ │patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten van│ │?description(beschrijving) │~dbeschrijving │wie de beschrijving │ │ │ │beantwoordt aan │ │ │ │beschrijving. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer essentiële │ │?essential │~E │pakketten, die met │ │ │ │Essential: yes in hun │ │ │ │controlebestand. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?exact-name(naam) │  │Selecteer pakketten die│ │ │ │naam genoemd worden. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?false │~F │Selecteer geen │ │ │ │pakketten. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │ │ │beantwoorden aan │ │ │ │patroon en waarbij │ │?for variabele: patroon │  │variabele aansluit bij │ │ │ │het gevonden pakket. │ │ │ │Zie de paragraaf met de│ │ │ │naam “Expliciete │ │ │ │zoekdoelen”. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?garbage │~g │niet vereist worden │ │ │ │door een handmatig │ │ │ │geïnstalleerd pakket. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer │ │?installed │~i │geïnstalleerde │ │ │ │pakketten. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?maintainer(pakketbeheerder) │~mpakketbeheerder │door pakketbeheerder │ │ │ │onderhouden worden. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │ │ │een geschiktheid voor │ │ │ │meerdere architecturen │ │ │ │hebben van het type │ │?multiarch(multi-architectuur) │  │multi-architectuur │ │ │ │(hetgeen ofwel │ │ │ │“foreign”, “same”, │ │ │ │“allowed” of “none” kan│ │ │ │zijn). │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │ │ │waarvan dezelfde versie│ │?narrow(filter, patroon) │~S filter patroon │zowel aan filter als │ │ │ │aan patroon │ │ │ │beantwoordt. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?name(naam) │~nnaam, naam │Selecteer pakketten met│ │ │ │de opgegeven naam. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?new │~N │Selecteer nieuwe │ │ │ │pakketten. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Zoek geïnstalleerde │ │?obsolete │~o │pakketten die niet │ │ │ │gedownload kunnen │ │ │ │worden. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?or(patroon1, patroon2) │patroon1 | patroon2 │beantwoorden aan │ │ │ │patroon1, patroon2 of │ │ │ │aan beide. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?origin(origine) │~Oorigine │Selecteer pakketten met│ │ │ │de opgegeven origine. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?provides(patroon) │~Ppatroon │voorzien in een pakket │ │ │ │dat beantwoordt aan │ │ │ │patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten met│ │?priority(prioriteit) │~pprioriteit │de opgegeven │ │ │ │prioriteit. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │ │ │het doel zijn van een │ │ │ │vereiste van het type │ │?reverse-vereistenType(patroon) │~R[vereistenType:]patroon │vereistenType die │ │ │ │gesteld wordt door een │ │ │ │pakket dat beantwoordt │ │ │ │aan patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │ │ │het doel zijn van een │ │ │ │niet-voldane vereiste │ │?reverse-broken-vereistenType(patroon)│~RBvereistenType:patroon │van het type │ │ │ │vereistenType die │ │ │ │gesteld wordt door een │ │ │ │pakket dat beantwoordt │ │ │ │aan patroon. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?section(sectie) │~ssectie │Selecteer pakketten uit│ │ │ │de opgegeven sectie. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │ │ │waarvan de naam van het│ │?source-package(naam) │~enaam │bronpakket beantwoordt │ │ │ │aan de reguliere │ │ │ │expressie naam. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │ │ │waarvan de versie van │ │?source-version(versie) │  │het bronpakket │ │ │ │beantwoordt aan de │ │ │ │reguliere expressie │ │ │ │versie. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?tag(categorie) │~Gcategorie │tot de opgegeven │ │ │ │debtags-categorie │ │ │ │behoren. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Zoeken naar pakketten │ │ │ │waarvan de │ │?term(trefwoord) │  │pakketinformatie het │ │ │ │opgegeven trefwoord │ │ │ │bevat. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Zoeken naar pakketten │ │ │ │waarvan de │ │?term-prefix(trefwoord) │  │pakketinformatie een │ │ │ │trefwoord bevat dat │ │ │ │begint met het │ │ │ │opgegeven trefwoord. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?true │~T │Selecteer alle │ │ │ │pakketten. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │?task(taak) │~ttaak │deel uitmaken van de │ │ │ │opgegeven taak. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer │ │ │ │geïnstalleerde │ │?upgradable │~U │pakketten die │ │ │ │opgewaardeerd kunnen │ │ │ │worden. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten die│ │ │ │gemarkeerd werden met │ │ │ │een user-tag │ │?user-tag │  │(gebruikerslabel) dat │ │ │ │beantwoordt aan de │ │ │ │reguliere expressie │ │ │ │gebruikerslabel. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer pakketten │ │ │ │waarvan de versie │ │?version(versie) │~Vversie │beantwoordt aan versie │ │ │ │(bijzondere waarden: │ │ │ │CURRENT, CANDIDATE en │ │ │ │TARGET). │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │?virtual │~v │Selecteer virtuele │ │ │ │pakketten. │ ├──────────────────────────────────────┼───────────────────────────────────┼───────────────────────┤ │ │ │Selecteer versies │ │ │ │waarbij patroon │ │ │ │overeenkomt met om het │ │?widen(patroon) │~Wpatroon │even welke versie van │ │ │ │het overeenkomstige │ │ │ │pakket zonder rekening │ │ │ │te houden met lokale │ │ │ │versierestricties. │ └──────────────────────────────────────┴───────────────────────────────────┴───────────────────────┘ naam Vindt pakketten waarvan de naam beantwoordt aan de reguliere expressie naam. Dit is de “standaard” zoekmodus en wordt gebruikt voor patronen die niet met ~ beginnen. [Opmerking] Opmerking Om pakketten te vinden waarvan de naam meerdere deel-tekenreeksen bevat, moet u de term ?name (wordt hierna behandeld) gebruiken. Bijvoorbeeld, “?name(apti)?name(tude)” zal een overeenkomst opleveren met elk pakket waarvan de naam zowel “apti” als “tude” bevat. ?=variabele Vindt pakketten die overeenkomen met de waarde van variabele, welke gekoppeld moet zijn aan een begrenzende ?for. Bijvoorbeeld, ?for x: ?depends( ?recommends( ?=x ) ) zal een overeenkomst opleveren met elk pakket x dat een pakket vereist dat x aanbeveelt. De volgende zoekexpressie levert bijvoorbeeld een overeenkomst op met pakketten die met zichzelf conflicteren: Voorbeeld 2.2. Het gebruik van de term ?= ?for x: ?conflicts(?=x) Zie de paragraaf met de naam “Expliciete zoekdoelen” voor meer informatie. ?not(patroon), !patroon Vindt pakketten die niet beantwoorden aan het patroon patroon. Bijvoorbeeld, “?not(?broken)” selecteert pakketten die niet “defect” zijn. [Opmerking] Opmerking Om in een zoektekenreeks een“!” op te nemen, moet u als “stuurcode (escape)” er een tilde (“~”) voor plaatsen. Anders zal aptitude ervan uitgaan dat het deel uitmaakt van een ?not-term. Bijvoorbeeld, om pakketten te selecteren waarvan de beschrijving “extra!” bevat, moet u “?description(extra~!)” gebruiken. ?and(patroon1, patroon2), patroon1 patroon2 Levert pakketten op die zowel aan patroon1 als aan patroon2 beantwoorden. ?or(patroon1, patroon2), patroon1 | patroon2 Levert pakketten op die ofwel aan patroon1 of aan patroon2 beantwoorden. [Opmerking] Opmerking Om in een reguliere expressie het teken “|” te gebruiken, moet u een “stuurcode (escape)” gebruiken om te voorkomen dat aptitude er een OR-term mee maakt: “~|”. (patroon) Zoekt een overeenkomst met patroon. Bijvoorbeeld, “opengl (perl|python)” zal een overeenkomst opleveren met elk pakket waarvan de naam opengl bevat samen met ofwel perl of python. ?action(actie), ~aactie Levert pakketten op waarop de opgegeven actie uitgevoerd zal worden. actie kan zijn: “install”, “upgrade”, “downgrade”, “remove”, “purge”, “hold” (gaat na of een pakket gehandhaafd werd), of “keep” (gaat na of een pakket in een ongewijzigde toestand behouden zal worden). [Opmerking] Opmerking Merk op dat dit enkel nagaat of een actie in de wachtrij staat om op een pakket uitgevoerd te worden, niet of die actie ook uitgevoerd kan worden. Dus, bijvoorbeeld, ?action(upgrade) levert precies die pakketten op waarvoor u reeds de keuze maakte om ze op te waarderen, niet pakketten die zouden kunnen opgewaardeerd worden in de toekomst (daarvoor moet u ?upgradable gebruiken). ?all-versions(patroon) Levert pakketten op waarvan alle versies beantwoorden aan de opgegeven expressie. Elke versie van een pakket zal apart worden getoetst aan patroon en het pakket zal eraan beantwoorden als al zijn versies eraan beantwoorden. Pakketten zonder versies, zoals virtuele pakketten, zullen steeds aan deze zoekterm beantwoorden. Deze term mag niet gebruikt worden in een context waarin er reeds een beperking ingesteld is op de versies die getoetst zullen worden, zoals binnen ?depends of ?narrow. Maar hij mag wel steeds gebruikt worden binnen ?widen. ?any-version(patroon) Vindt een pakket als een van zijn versies beantwoordt aan het ingesloten patroon. Dit is het duale van ?all-versions. Deze term mag niet gebruikt worden in een context waarin er reeds een beperking ingesteld is op de versies die getoetst zullen worden, zoals binnen ?depends of ?narrow. Maar hij mag wel steeds gebruikt worden binnen ?widen. [Opmerking] Opmerking Deze term is nauw verwant met ?narrow. In feite is ?any-version(patroon1 patroon2) exact hetzelfde als ?narrow(patroon1, patroon2). [Opmerking] Opmerking Ter verduidelijking: zoals dit bij elk ander patroon ok het geval is, worden geen pakketten vergeleken, maar de versies van die pakketten. Voor “aptitude search” en andere toepassingen maakt dit weinig uit, maar “aptitude versions” zal enkel de versies tonen die een overeenkomst opleveren en niet alle versies van een pakket waarvan een bepaalde versie een overeenkomst oplevert. Gebruik een omsluitende ?widen om dat te bereiken. ?architecture(architectuur-spec), ~rarchitectuur-spec Levert pakketversies voor de opgegeven architectuur-spec op. Bijvoorbeeld, “?architecture(amd64)” levert amd64-pakketten op, terwijl “?architecture(all)” architectuuronafhankelijke pakketten oplevert. Ook de bijzondere waarden native en foreign kunnen gebruikt worden, en ook jokertekens voor architecturen (bijv. linux-any of any-amd64), zoals aangegeven in het Beleidshandboek (“11.1 Tekenreeksen om architecturen aan te geven”). ?archive(archief), ~Aarchief Levert pakketversies op die te vinden zijn in een archief dat beantwoordt aan de reguliere expressie archief. Bijvoorbeeld, “?archive(testing)” levert elk pakket op dat in het archief testing te vinden is. ?automatic, ~M Vindt de pakketten die automatisch geïnstalleerd werden. ?bind(variabele, patroon), ?variabele:term-naam[(argumenten)] Levert elk pakket of versie op waarbij het opgegeven patroon overeenkomt met het pakket of de versie die gekoppeld is aan variabele, die in een omsluitende ?for gedefinieerd moet worden. Voorbeeld 2.3. Het gebruik van de term ?bind ?for x: ?depends(?depends(?for z: ?bind(x, ?depends(?=z)))) ?for x: ?depends(?depends(?for z: ?x:depends(?=z))) De twee zoekpatronen uit het bovenstaande voorbeeld leveren allebei elk pakket x op waarbij x een pakket y vereist dat op zijn beurt afhankelijk is van een pakket z zodat x ook rechtstreeks afhankelijk is van z. Het eerste patroon maakt rechtstreeks gebruik van ?bind, terwijl het tweede het equivalent in verkorte syntaxis gebruikt. Zie de paragraaf met de naam “Expliciete zoekdoelen” voor meer informatie. ?broken, ~b Levert pakketten op die “defect” zijn: ze hebben een niet-voldane vereiste of voorvereiste of er werd geen rekening gehouden met het feit dat ze een ander pakket defect maken of ermee conflicteren. ?broken-vereistenType, ~BvereistenType Levert pakketten op die een niet-beantwoorde (“defecte”) afhankelijkheidsrelatie hebben van het opgegeven vereistenType. vereistenType kan zijn: “depends”, “predepends”, “recommends”, “suggests”, “breaks”, “conflicts” of “replaces”. ?broken-vereistenType(patroon), ~DB[vereistenType:]patroon Levert pakketten op met een niet-voldane afhankelijkheidsrelatie van het type vereistenType met een pakket dat aan patroon beantwoordt. vereistenType kan om het even welk type afhankelijkheidsrelatie zijn dat vermeld wordt in de documentatie over ?broken-vereistenType. ?conflicts(patroon), ~Cpatroon Levert pakketten op die conflicteren met een pakket dat beantwoordt aan het opgegeven patroon. Bijvoorbeeld, “?conflicts(?maintainer(dburrows@debian.org))” levert elk pakket op dat conflicteert met een pakket dat ik onderhoud. ?config-files, ~c Levert pakketten op die verwijderd werden, maar waarvan de configuratiebestanden nog op het systeem staan (d.w.z. ze werden verwijderd, maar niet gewist (purged)). ?vereistenType(patroon), ~D[vereistenType:]patroon vereistenType kan elk van de types afhankelijkheidsrelatie zijn die vermeld worden in de documentatie bij ?broken-vereistenType en ook provides: bijvoorbeeld, ?depends(libpng3) zal elk pakket opleveren dat libpng3 vereist. Indien de verkorte vorm (~D) gebruikt wordt en er werd geen vereistenType opgegeven, dan wordt standaard depends gebruikt. Indien het vereistenType “provides” is, worden pakketten gevonden die voorzien in een pakket dat beantwoordt aan patroon (het equivalent van ?provides). Anders worden pakketten gevonden die een afhankelijkheidsrelatie van het type vereistenType hebben met een pakketversie die beantwoordt aan patroon. ?description(beschrijving), ~dbeschrijving Levert pakketten op waarvan de beschrijving beantwoordt aan de reguliere expressie beschrijving. ?essential, ~E Vindt de essentiële pakketten. ?exact-name(naam) Vindt pakketten die naam als naam hebben. Dit is gelijkaardig aan ?name, maar de naam moet exact overeenkomen. Het volgende patroon zal bijvoorbeeld enkel een overeenkomst opleveren met het pakket apt. Met ?name zouden ook aptitude, uvccapture, enz. eraan beantwoorden. Voorbeeld 2.4. Het gebruik van de term ?exact-name ?exact-name(apt) ?false, ~F Geen enkel pakket beantwoordt aan deze term. ^[18] ?for variabele: patroon Vindt pakketten die beantwoorden aan patroon, maar de opgegeven variabele kan binnenin patroon gebruikt worden om naar het pakket of de pakketversie te verwijzen. U kunt variabele op twee manieren gebruiken. Om een term van het type ? toe te passen op de variabele, gebruikt u ?variabele:term-naam(argumenten). Bijvoorbeeld, ?x:depends(apt). Daarnaast zal de term ?=variabele elk pakket of versie selecteren dat beantwoordt aan de waarde van de opgegeven variabele. Bijvoorbeeld, de volgende term zal elk pakket x vinden dat een tweede pakket y aanbeveelt en er tegelijk van afhankelijk is. Voorbeeld 2.5. Het gebruik van de term ?for ?for x: ?depends( ?for y: ?x:recommends( ?=y ) ) Zie de paragraaf met de naam “Expliciete zoekdoelen” voor meer informatie. ?garbage, ~g Beantwoordt aan pakketten die niet geïnstalleerd zijn of die automatisch geïnstalleerd werden en waarvan geen enkel geïnstalleerd pakket afhankelijk is. ?installed, ~i Komt overeen met pakketversies die momenteel geïnstalleerd zijn. Vermits standaard alle versies getoetst worden, levert dit normaal pakketten op die momenteel geïnstalleerd zijn. ?maintainer(pakketbeheerder), ~mpakketbeheerder Levert pakketten op waarvan het veld Maintainer beantwoordt aan de reguliere expressiepakketbeheerder. Bijvoorbeeld, “?maintainer(joeyh)” zal de pakketten vinden die onderhouden worden door Joey Hess. ?multiarch(multi-architectuur) Vindt pakketten die een geschiktheid voor meerdere architecturen hebben van het type, opgegeven met multiarch. Bijvoorbeeld, “?multiarch(foreign)” zal alle pakketten vinden die tegemoet kunnen komen aan een vereiste van pakketten voor een andere architectuur. “?multiarch(none)” zal pakketten vinden die niet geschikt zijn om op meerdere architecturen gebruikt te worden. ?narrow(filter, patroon), ~S filter patroon Deze term “beperkt” de zoekopdracht tot pakketversies die beantwoorden aan filter. Meer in het bijzonder vindt het elke pakketversie die zowel aan filter als aan patroon beantwoordt. De tekenreekswaarde waarmee vergeleken wordt, is de tekenreekswaarde van patroon. ?name(naam), ~nnaam Levert pakketten op waarvan de naam beantwoordt aan de reguliere expressie naam. Bijvoorbeeld, het merendeel van de pakketten die beantwoorden aan “?name(^lib)” zijn op een of andere manier bibliotheken. ?new, ~N Vindt de pakketten die “nieuw” zijn: dit betekent dat zij aan het archief toegevoegd werden sinds de laatste keer dat de pakketlijst uitgezuiverd werd met Acties → Vergeet nieuwe pakketten (f) of met de commandoregelactie forget-new. ?obsolete, ~o Met deze term worden geïnstalleerde pakketten gevonden die in geen enkele versie nog in enig archief te vinden zijn. In de visuele interface verschijnen deze pakketten onder “Verouderde of lokaal geïnstalleerde pakketten”. ?origin(origine), ~Oorigine Levert pakketten op waarvan de oorsprong beantwoordt aan de reguliere expressie origine. Bijvoorbeeld, “!?origin(debian)” zal op uw systeem alle niet-officiële pakketten vinden (pakketten die niet van het Debian-archief afkomstig zijn). ?provides(patroon), ~Ppatroon Vindt pakketversies die voorzien in een pakket dat beantwoordt aan patroon. Bijvoorbeeld, “?provides(mail-transport-agent)” zal alle pakketten opleveren die voorzien in “mail-transport-agent”. ?priority(prioriteit), ~pprioriteit Levert pakketten op waarvan de prioriteit overeenkomt met prioriteit. De waarde van prioriteit moet een van de volgende zijn: extra, important, optional, required of standard. Bijvoorbeeld, “?priority(required)” vindt pakketten die een prioriteit “required” hebben. ?reverse-vereistenType(patroon), ~R[vereistenType:]patroon vereistenType mag ofwel “provides” zijn of een van types afhankelijkheidsrelatie, vermeld in de documentatie over ?broken-vereistenType. Indien er geen vereistenType vermeld werd, wordt standaard aangenomen dat het depends betreft. Indien vereistenType “provides” is, dan levert het de pakketten op waarvan de naam geleverd wordt door een pakketversie die beantwoordt aan patroon. Anders toont het de pakketten waarmee een pakketversie die aan patroon beantwoordt een afhankelijkheidsrelatie van het type vereistenType heeft. ?reverse-broken-vereistenType(patroon), ?broken-reverse-vereistenType(patroon), ~RB[vereistenType:]patroon vereistenType mag ofwel “provides” zijn of een van types afhankelijkheidsrelatie, vermeld in de documentatie over ?broken-vereistenType. Indien er geen vereistenType vermeld werd, wordt standaard aangenomen dat het depends betreft. Levert de pakketten op waarmee een pakketversie die beantwoordt aan patroon een afhankelijkheidsrelatie van het type vereistenType heeft, waaraan evenwel niet voldaan wordt. ?section(sectie), ~ssectie Vindt de pakketten uit de sectie die beantwoordt aan de reguliere expressie sectie. ?source-package(naam), ~enaam Vindt pakketten waarvan de naam van het bronpakket beantwoordt aan de reguliere expressie naam. ?source-version(versie) Levert pakketten op waarvan de versie van het bronpakket beantwoordt aan de reguliere expressie versie. ?tag(categorie), ~Gcategorie Vindt pakketten waarvan het veld Tag beantwoordt aan de reguliere expressie categorie. Het patroon ?tag(game::strategy) zou bijvoorbeeld strategiespelen als resultaat geven. Zie voor meer informatie over tags (categorieën) en debtags http://debtags.alioth.debian.org. ?task(taak), ~ttaak Toont de pakketten die voorkomen in de taak die beantwoordt aan de reguliere expressie taak. ?term(trefwoord) Met deze term wordt de volledige tekst van de pakketcache van apt doorzocht op trefwoord. Als men deze term gebruikt bij “aptitude search”, Zoeken → Beperk Weergave (l) in het curses-frontend of als men hem in het pakketzoekvenster van het GTK+ frontend typt, stelt dit aptitude in staat om het zoeken te versnellen met behulp van een Xapian-index. ?term-prefix(trefwoord) Met deze term wordt de volledige tekst van de pakketcache van apt doorzocht naar alle trefwoorden die beginnen met trefwoord. Als men deze term gebruikt bij “aptitude search”, Zoeken → Beperk Weergave (l) in het curses-frontend of als men hem in het pakketzoekvenster van het GTK+ frontend typt, stelt dit aptitude in staat om het zoeken te versnellen met behulp van een Xapian-index. Dit is vergelijkbaar met ?term, maar het levert ook overeenkomsten met uitbreidingen van het trefwoord op. Bijvoorbeeld, het volgende zoekpatroon zal alle pakketten vinden die geïndexeerd werden onder de trefwoorden hour, hourglass, hourly, enzovoort: Voorbeeld 2.6. Het gebruik van de term ?term-prefix ?term-prefix(hour) ?true, ~T Deze term komt overeen met elk pakket. Bijvoorbeeld, “?installed?provides(?true)” levert de geïnstalleerde pakketten op die in een pakket voorzien. ?upgradable, ~U Deze term vindt alle geïnstalleerde pakketten die opgewaardeerd kunnen worden. [Opmerking] Opmerking Merk op dat dit enkel nagaat of er opwaarderingen beschikbaar zijn voor een pakket, niet of een opwaardering uitgevoerd zou kunnen worden (met acties zoals safe-upgrade of full-upgrade). Er kunnen bijvoorbeeld opwaarderingen beschikbaar zijn voor verschillende pakketten, maar misschien zijn de opgewaardeerde versies van enkele pakketten met elkaar in tegenstrijd, waardoor ze niet samen geïnstalleerd kunnen worden of niet allemaal gelijktijdig opgewaardeerd kunnen worden. ?user-tag(merkteken) Deze term levert een overeenkomst op met alle pakketten die gemarkeerd werden met een user-tag (gebruikerslabel) dat beantwoordt aan de reguliere expressie merkteken. ?version(versie), ~Vversie Vindt alle pakketversies waarvan het versienummer beantwoordt aan de reguliere expressie versie, behalve de hieronder vermelde uitzonderingen. Bijvoorbeeld, “?version(debian)” levert pakketten op waarvan het versienummer “debian” bevat. De volgende waarden van versie worden op een speciale manier behandeld. Om naar versienummers te zoeken waarin deze waarden voorkomen, moet u de waarde laten voorafgaan door een backslash. Om bijvoorbeeld pakketten te vinden waarvan het versienummer CURRENT bevat, moet u zoeken naar \CURRENT. • CURRENT komt overeen met de momenteel geïnstalleerde versie van een pakket, indien het geïnstalleerd is. • CANDIDATE geeft de eventuele versie weer van het pakket dat geïnstalleerd zal worden mocht u op + drukken terwijl u het geselecteerd heeft of mocht u er de opdracht aptitude install op uitvoeren. • TARGET levert de eventuele versie van een pakket op waarvan de installatie beoogd wordt. ?virtual, ~v Komt overeen met alle pakketten die zuiver virtueel zijn: dat betekent dat in zijn naam voorzien wordt door een pakket, maar dat er geen enkel pakket met die naam bestaat. Bijvoorbeeld, “?virtual?reverse-provides(?installed)” levert de virtuele pakketten op waarin door de geïnstalleerde pakketten voorzien wordt. ?widen(patroon), ~Wpatroon “Verruimt” de vergelijking: indien er met een begrenzende term (zoals ?depends) een beperking ingesteld werd op de getoetste versies, dan vervallen die beperkingen. Dus, ?widen(patroon) levert een pakketversie op indien patroon overeenkomt met om het even welke versie van dat pakket. Aanpassingen maken aan aptitude De pakketlijst aanpassen De pakketlijst kan grondig aangepast worden: hoe pakketten weergegeven worden, hoe de pakkethiërarchie opgebouwd wordt, hoe pakketten geordend worden en zelfs de manier waarop het scherm georganiseerd wordt, zijn allemaal elementen die kunnen veranderd worden. Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden Dit onderdeel beschrijft hoe u de inhoud en de indeling van de pakketlijst kunt configureren, evenals de statusregel, de kopregel en de uitvoer van aptitude search. De indeling van elk van deze plekken wordt gedefinieerd door een “indelingstekenreeks”. Een indelingstekenreeks is een tekstfragment met %-stuurcodes, zoals %p, %S, enzovoort. De uitvoer die er het resultaat van is, wordt aangemaakt door de tekst te nemen en er de %-stuurcodes mee te vervangen naargelang hun betekenis (die hieronder gegeven wordt). Een %-stuurcode kan ofwel een vaste lengte hebben of “uitrekbaar” zijn. Bij een vaste lengte wordt ze steeds vervangen door een even grote hoeveelheid tekst (die als dat nodig is met extra spaties uitgevuld wordt). Een uitrekbare stuurcode neemt de ruimte in die niet door kolommen met een vaste grootte opgeëist wordt. Als er meerdere zijn die uitrekbaar zijn, dan wordt de beschikbare ruimte gelijkmatig onder hen verdeeld. Alle %-stuurcodes hebben een standaardwaarde voor grootte of uitrekbaarheid. De grootte van een %-stuurcode kan aangepast worden door ze in te schrijven tussen het %-teken en het letterteken dat de identiteit van de stuurcode aangeeft. Bijvoorbeeld, %20V gebruikt een ruimte van 20 lettertekens voor de weergave van de kandidaatversie van het pakket. Een vraagteken (?) tussen het %-teken en het letterteken dat de identiteit van de stuurcode aangeeft, heeft tot gevolg dat de “basale” breedte van de kolom varieert afhankelijk van zijn inhoud. Merk op dat dan de resulterende kolommen niet mooi verticaal uitgelijnd zullen zijn. Indien u wenst dat een bepaalde %-stuurcode uitrekbaar is, ook al heeft die normaal een vaste breedte, dan moet u onmiddellijk erachter een hekje (“#”) plaatsen. Om bijvoorbeeld de kandidaatversie van een pakket weer te geven, ongeacht de lengte ervan, gebruikt u de indelingstekenreeks %V#. U kunt # ook plaatsen na iets dat geen %-stuurcode is. Dan zal aptitude de aan het #-teken voorafgaande tekst “uitrekken” door er achteraan extra spaties aan toe te voegen. Samengevat is de syntaxis van een %-stuurcode: %[breedte][?]code[#] De configuratievariabelen Aptitude::UI::Package-Display-Format, Aptitude::UI::Package-Header-Format en Aptitude::UI::Package-Status-Format definiëren de standaardindeling van respectievelijk de pakketlijst, de kopregel bovenaan de pakketlijst en de statusregel onderaan de pakketlijst. Gebruik de optie -F om aan te passen hoe het resultaat van het commando aptitude search weergegeven wordt. De volgende %-stuurcodes kunt u gebruiken in een indelingstekenreeks: [Opmerking] Opmerking In sommige van de onderstaande beschrijvingen wordt verwezen naar “het pakket”. In de GUI gaat het dan ofwel over het pakket dat weergegeven wordt, ofwel over het pakket dat momenteel geselecteerd is. In een zoekopdracht aan de commandoregel betreft het dan het weergegeven pakket. Stuurcode Naam Standaardgrootte Uitrekbaar Omschrijving Dit is geen echte stuurcode. Het voegt in de uitvoer %% Letterlijke % 1 Neen gewoon een percentteken in op de plaats waar het voorkomt. In sommige omstandigheden zal de tekenreeks die de indeling van de weergave bepaalt, “parameters” bevatten: bij een zoekopdracht aan de commandoregel bijvoorbeeld, %#getal Parametersubstitutie Variabele Neen zullen de groepen die beantwoorden aan de zoekopdracht gebruikt worden als parameters bij de weergave van het resultaat. Deze indelingscode zal vervangen worden door de parameter die met getal aangegeven wordt. Een enkel letterteken dat de actie aangeeft die op het pakket %a Actieteken 1 Neen uitgevoerd moet worden en beschreven wordt in Afbeelding 2.10, “Waarden voor de vlag “actie””. Een iets uitgebreidere %A Actie 10 Neen beschrijving van de actie die op het pakket uitgevoerd moet worden. Produceert niets als er geen defecte pakketten zijn. Anders produceert %B Aantal defecte 12 Neen het een tekenreeks die het aantal defecte pakketten beschrijft, zoals “Defect: 10”. Een uit een letter bestaand teken dat de huidige toestand van het pakket %c Vlag voor de huidige 1 Neen samenvat, zoals toestand beschreven in Afbeelding 2.9, “Waarden voor de vlag “huidige toestand””. Een meer uitgebreide %C Huidige toestand 11 Neen beschrijving van de huidige toestand van het pakket. %d Omschrijving 40 Ja Een korte pakketbeschrijving. De grootte van het %D Pakketgrootte 8 Neen pakketbestand dat het pakket bevat. Geeft de tekenreeks weer die verwijst %E Architectuur 10 Neen naar de architectuur, bijvoorbeeld “amd64”. Geeft weer wat het broncodepakket is, %e Broncode 30 Neen bijvoorbeeld, “aptitude” voor “aptitude-doc-nl”. De naam van de %H Computernaam 15 Neen computer waarop aptitude uitgevoerd wordt. Geeft de hoogste prioriteit weer die aan een pakketversie toegekend wordt. %i Pinprioriteit 4 Neen Toont van pakketten de prioriteit van de versie waarvan de installatie afgedwongen zal worden (in voorkomend geval). De (geschatte) hoeveelheid %I Grootte na installatie 8 Neen schijfruimte die het pakket zal innemen. De pakketbeheerder %m Pakketbeheerder 30 Ja die het pakket onderhoudt. Toon de letter “A” als het pakket %M Kenteken automatisch 1 Neen automatisch geïnstalleerd werd. Geef anders niets weer. Toont de versie van %n Programmaversie De lengte van Neen aptitude die “0.8.13”. uitgevoerd wordt, momenteel “0.8.13”. Toont de naam van %N Programmanaam De lengte van de Neen het programma, naam. gewoonlijk “aptitude”. Geen uitvoer als er geen pakketten geïnstalleerd zullen worden. Geeft anders een tekenreeks weer die de totale grootte aangeeft van alle %o Ophaalgrootte 17 Neen pakketbestanden die geïnstalleerd zullen worden (een schatting van hoeveel er opgehaald moet worden). Bijvoorbeeld, “DL-grootte: 1000B”. Geeft een tekenreeks weer die de origine van het %O Origine 30 Neen pakket aanduidt, bijvoorbeeld “Debian:unstable [amd64]”. Geeft de naam van het pakket weer. Als een pakket weergegeven wordt in de context van %p Pakketnaam 30 Ja een boomstructuur, dan zal de naam van het pakket zo mogelijk inspringen overeenkomstig zijn niveau in de boomstructuur. Geeft de prioriteit %P Prioriteit 9 Neen van het pakket weer. Toont bij benadering het Aantal achterwaartse aantal %r afhankelijkheden 2 Neen geïnstalleerde pakketten dat van het pakket afhankelijk is. Geeft een verkorte beschrijving van de Verkorte weergave van prioriteit van het %R de prioriteit 3 Neen pakket: bijvoorbeeld, “Important” wordt “Imp”. %s Sectie 10 Neen Geeft de sectie van het pakket weer. Toont de letter "U" %S Betrouwbaarheidsstatus 1 Neen als het pakket niet vertrouwd wordt. Het archief waarin %t Archief 10 Ja het pakket te vinden is. Geeft met een “*” weer dat een pakket gecategoriseerd werd en geeft %T Gemerkt (en 30 Neen anders niets gebruikerslabels) weer.^[19] Dit veld bevat ook gebruikerslabels (user-tags). Indien de geplande acties tot gevolg hebben dat er een verschil zal zijn op het vlak van Verschil in gebruikte %u schijfgebruik 30 Neen schijfruimte , beschrijft het dat verschil. Bijvoorbeeld, “100MB schijfruimte zal worden gebruikt.” Geeft de huidige geïnstalleerde versie van het %v Huidige versie 14 Neen pakket weer, of als het pakket momenteel niet geïnstalleerd is. Geeft de versie van het pakket weer die zou geïnstalleerd worden mocht men er de opdracht Pakket %V Kandidaatversie 14 Neen → Installeren (+) voor uitvoeren of als het pakket momenteel niet beschikbaar is. Geeft weer hoeveel bijkomende ruimte gebruikt zal worden of hoeveel ruimte %Z Verschil in grootte 9 Neen er vrijgemaakt zal worden bij het installeren, opwaarderen of verwijderen van een pakket. De pakkethiërarchie aanpassen De hiërarchie wordt opgebouwd aan de hand van een groeperingsbeleid: regels die aangeven hoe de hiërarchie opgebouwd moet worden. Het groeperingsbeleid beschrijft een “opeenvolging” van regels. Elke regel kan pakketten weglaten, sub-hiërarchieën van pakketten maken of de boomstructuur op een andere manier bewerken. De configuratie-items Aptitude::UI::Default-Grouping en Aptitude::UI::Default-Preview-Grouping stellen het groeperingsbeleid in voor respectievelijk nieuw aangemaakte pakketlijsten en voorafbeeldingen. U kunt het groeperingsbeleid voor de huidige pakketlijst instellen door op G te drukken. Het groeperingsbeleid wordt omschreven in een lijst met door komma's gescheiden regels: regel1,regel2,.... Elke regel bestaat uit de naam van de regel, eventueel gevolgd door argumenten: bijvoorbeeld, versions of section(subdir). Of argumenten nodig zijn en hoeveel er nodig (of toegelaten) zijn, hangt af van het type regel. Een regel kan de slotregel of niet de slotregel zijn. Een regel die niet de slotregel is, zal een pakket verwerken door een deel van de hiërarchie te genereren en het pakket dan overdragen aan een volgende regel. Een regel die de slotregel is daarentegen, zal ook een deel van de boomstructuur genereren (doorgaans items die bij het pakkethoren), maar zal het pakket niet aan een volgende regel doorgeven. Indien er geen slotregel opgegeven werd, zal aptitude de standaardregel gebruiken, die erin bestaat de standaard “pakketitems” aan te maken. actie Groepeert pakketten volgens de actie die voor hen gepland is; pakketten die niet opgewaardeerd kunnen worden en ongewijzigd zullen blijven, worden genegeerd. Dit is het soort groepering dat gebruikt wordt voor de boomstructuur van de voorafbeeldingen. architectuur Groepeert pakketten volgens hun architectuur. deps Dit is een slotregel. Maakt standaard pakketitems aan die uitvouwbaar zijn om de vereisten van het pakket te tonen. filter(patroon) Neem enkel pakketten op waarvan ten minste een versie beantwoordt aan patroon. Indien patroon “ontbreekt”, worden geen pakketten weggelaten. Dit is een functionaliteit met het oog op neerwaartse compatibiliteit en kan in de toekomst verwijderd worden. firstchar[(modus)] Groepeert pakketten op basis van de eerste letter van hun naam. Eigenlijk is het, om precies te zijn, niet altijd de eerste letter -- voor pakketten die met lib* beginnen, is de groepsnaam liba, libb, ... zoals op een Debian FTP-site. modus kan een van de volgende zijn: binary Het groeperen gebeurt op basis van de naam van het binaire pakket. Dit is het standaardgedrag als geen modus opgegeven werd. Voorbeeld 2.7. Groeperingsrichtlijn firstchar of firstchar(binary) Als we het broncodepakket dpkg als voorbeeld nemen, dan zouden de binaire pakketten dselect, dpkg en dpkg-dev gegroepeerd worden onder d, terwijl libdpkg-dev en libdpkg-perl onder de groep libd geplaatst zouden worden. source Het groeperen gebeurt op basis van de naam van het broncodepakket. Het kan bijvoorbeeld nuttig zijn om bij het bekijken van pakketten die afkomstig zijn van hetzelfde broncodepakket (groeperingsrichtlijn source) binnen een grote verzameling (bijvoorbeeld: alle geïnstalleerde pakketten, alle opwaardeerbare pakketten, alle pakketten uit de sectie "main") een intermediair groeperingsniveau toe te voegen. Op die manier kan men bijvoorbeeld de hiërarchie op de FTP-site nabootsen (probeer eens de groepering: "section(topdir),firstchar(source),source"). Voorbeeld 2.8. Groeperingsrichtlijn firstchar(source) Met opnieuw het broncodepakket dpkg als voorbeeld, zouden hierdoor alle binaire pakketten, dselect, dpkg, dpkg-dev, libdpkg-dev en libdpkg-perl, gegroepeerd worden onder d. pattern(patroon [=> titel] [{ richtlijn }] [, ...]) Een aanpasbare groeperingsrichtlijn. Elke versie van elk pakket wordt getoetst aan het/de opgegeven patro(o)n(en). De eerste overeenkomst die gevonden wordt, wordt gebruikt om aan het pakket een titel toe te kennen. Daarna worden de pakketten gegroepeerd volgens hun titel. Als een tekenreeks in de vorm van \N in de titel voorkomt, zal die vervangen worden door de Nde gevonden overeenkomst. Indien er geen titel opgegeven is, wordt verondersteld dat het \1 is. Merk op dat pakketten die met geen enkel patroon overeenkomen, helemaal niet in de boomstructuur zullen voorkomen. Voorbeeld 2.9. Het gebruik van patroon om pakketten volgens pakketbeheerder te groeperen pattern(?maintainer() => \1) Het bovenstaande voorbeeld zal pakketten groeperen op basis van het veld Maintainer (pakketbeheerder). De richtlijn pattern(?maintainer()) zal hetzelfde effect hebben, aangezien een ontbrekende titel standaard de waarde \1 heeft. In plaats van op => titel, mag een richtlijn ook eindigen op ||. Dit geeft aan dat pakketten die beantwoorden aan het overeenkomstige patroon in de boomstructuur op hetzelfde niveau opgenomen zullen worden als de groepering pattern en niet in sub-bomen geplaatst zullen worden. Voorbeeld 2.10. Het gebruik van pattern met enkele pakketten die op het bovenste niveau geplaatst worden. pattern(?action(remove) => Pakketten die verwijderd worden, ?true ||) Het bovenstaande voorbeeld plaatst pakketten die verwijderd zullen worden in een sub-boom en alle andere pakketten op het huidige niveau in groepen overeenkomstig de beleidsrichtlijnen die op patroon volgen. Standaard worden alle pakketten die overeenkomen met een patroon, gegroepeerd volgens de regels die het beleid van patroon bepalen. Om voor sommige pakketten een andere richtlijn op te geven, moet u de richtlijn tussen accolades ({}) plaatsen na de titel van de groep, na de || of na het patroon indien geen van beide voorgaande gebruikt werd. Bijvoorbeeld: Voorbeeld 2.11. Het gebruik van een groeperingsbeleid met sub-richtlijnen op basis van een patroon pattern(?action(remove) => Pakketten die verwijderd worden {}, ?action(install) => Pakketten die geïnstalleerd worden, ?true || {status}) De richtlijn uit het bovenstaande voorbeeld heeft de volgende effecten: • Pakketten die verwijderd zullen worden, worden in een sub-boom geplaatst met als titel “Pakketten die verwijderd worden”. Het groeperingsbeleid voor deze sub-boom is leeg, waardoor de pakketten in een vlakke lijst geplaatst worden. • Pakketten die geïnstalleerd zullen worden, worden in een sub-boom geplaatst met als titel Pakketten die geïnstalleerd worden en gegroepeerd volgens de richtlijnen die aan patroon beantwoorden. • Alle overige pakketten worden in de boomstructuur op het hoogste niveau geplaatst en volgens hun status gegroepeerd. Zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” voor meer informatie over de indeling van patroon. prioriteit Groepeert pakketten op basis van hun prioriteit. section[(modus[,passthrough])] Groepeert pakketten volgens het veld Section (sectie). modus kan een van de volgende zijn: none Groepering gebaseerd op het volledige veld Section (sectie), zodat categorieën zoals “non-free/games” gemaakt worden. Dit is het standaardgedrag als geen modus opgegeven werd. topdir Groepering gebaseerd op het deel van het veld Section (sectie) dat voor het eerste /-teken komt. Indien dit deel van de sectie niet herkend wordt of indien er geen / is, zal in de plaats daarvan het eerste item uit de lijst Aptitude::Sections::Top-Sections gebruikt worden. subdir Groepering gebaseerd op het deel van het veld Section (sectie) dat volgt op het eerste /-teken, indien het in de lijst Aptitude::Sections::Top-Sections voorkomt. Indien dit niet het geval is of indien er geen / voorkomt, wordt in plaats daarvan gegroepeerd op basis van het volledige veld Section. subdirs Groepering gebaseerd op het deel van het veld Section (sectie) na het eerste /-teken, indien het deel van het veld dat eraan voorafgaat, voorkomt in de lijst Aptitude::Sections::Top-Sections. Indien dit niet het geval is, of indien er geen / voorkomt, zal het volledige veld gebruikt worden. Indien er meerdere /-tekens voorkomen in het deel van het veld dat gebruikt wordt, zal een hiërarchie van groepen gemaakt worden. Indien bijvoorbeeld “games” geen deel uitmaakt van Aptitude::Sections::Top-Sections, zal een pakket met een sectie “games/arcade” geplaatst worden onder de hoofding van het hoogste niveau “games”, in een sub-boom met als naam “arcade”. Indien passthrough vermeld werd, zullen pakketten die om een of andere reden niet echt tot een sectie behoren (bijvoorbeeld virtuele pakketten), onmiddellijk doorgegeven worden naar het volgende groeperingsniveau, zonder dat ze eerst in subcategorieën geplaatst worden. status Groepeert pakketten in de volgende categorieën: • Veiligheidsupdates • Opwaardeerbaar • Nieuw • Geïnstalleerd • Niet geïnstalleerd • Verouderd en lokaal aangemaakt • Virtueel Broncode Groepeert pakketten op basis van de naam van het broncodepakket. tag[(aspect)] Groepeert pakketten op basis van de informatie die in de Debian package-bestanden onder Tag opgeslagen is. Indien aspect opgegeven werd, zullen enkel categorieën die met dat aspect overeenkomen, weergegeven worden en pakketten waarbij dat aspect ontbreekt, zullen verborgen worden. Anders zullen alle pakketten minstens eens weergegeven worden (waarbij pakketten zonder categorisering apart vermeld worden van pakketten die wel in categorieën ondergebracht werden). Zie voor meer informatie over debtags http://debtags.alioth.debian.org. taak Maakt een boomstructuur met de naam “Taken” aan die de beschikbare taken bevat (informatie over taken wordt uit debian-tasks.desc uit het pakket tasksel opgehaald). De categorieën die aangemaakt worden door de regel die na task volgt, bevinden zich op hetzelfde niveau als Taken. versies Dit is een slotregel. Maakt standaard pakketitems aan die de pakketversie weergeven als ze uitgevouwen worden. Aanpassen hoe pakketten gesorteerd worden Standaard worden pakketten in de pakketlijst of in de uitvoer van aptitude search op naam gesorteerd. Het is nochtans vaak nuttig om ze te sorteren volgens andere criteria (bijvoorbeeld pakketgrootte). Dit is mogelijk in aptitude door het sorteringsbeleid aan te passen. Zoals het in het vorige onderdeel beschreven groeperingsbeleid, bestaat ook het sorteringsbeleid uit een door komma's gescheiden lijst van elementen. Elk element uit de lijst is de naam van een sorteringsrichtlijn. Indien pakketten op basis van de eerste richtlijn “gelijk” zijn, wordt de tweede richtlijn gebruikt om ze te sorteren en zo verder. Een tilde-teken (~) voor de richtlijn keert de gewone betekenis ervan om. Bijvoorbeeld, priority,~name zal pakketten op basis van prioriteit sorteren, maar pakketten met dezelfde prioriteit zullen op basis van hun naam in omgekeerde volgorde geplaatst worden. Om voor een actieve pakketlijst het sorteringsbeleid te veranderen, moet u op S drukken. Om voor alle pakketlijsten het standaard sorteringsbeleid aan te passen, moet u de configuratieoptie Aptitude::UI::Default-Sorting instellen. Om voor aptitude search het sorteringsbeleid aan te passen, moet u de commandoregeloptie --sort gebruiken. De beschikbare richtlijnen zijn: installsize Sorteert pakketten volgens de geschatte schijfruimte die ze na installatie gebruiken. installsizechange Sorteert pakketten op basis van het verschil in schijfgebruik na installatie (de geschatte hoeveelheid schijfruimte die na installatie gebruikt wordt), waarbij de huidige versie (als die geïnstalleerd is) vergeleken wordt met de versie die kandidaat is voor installatie, opwaardering of verwijdering. debsize Sorteert pakketten op basis van de pakketgrootte. name Sorteert pakketten op naam. priority Sorteert pakketten volgens prioriteit. version Sorteert pakketten op basis van hun versienummer. Sneltoetsen aanpassen In het configuratiebestand kunnen de toetsen die gebruikt worden om in aptitude een commando te activeren, aangepast worden. Elk commando heeft onder Aptitude::UI::Keybindings een bijbehorende configuratievariabele. Om een andere toets aan een commando te koppelen, moet u gewoon de overeenkomstige variabele instellen op die toets. Om bijvoorbeeld de toets s een zoekopdracht te laten uitvoeren, moet u Aptitude::UI::Keybindings::Search instellen op “s”. U kunt het indrukken van de Control-toets noodzakelijk maken door “C-” voor de toets te plaatsen: bijvoorbeeld met “C-s” in plaats van “s” wordt de zoekopdracht gekoppeld aan Control+s in plaats van aan s. Tenslotte kunt u een commando ook aan verschillende toetsen koppelen door een met komma's gescheiden lijst te gebruiken: bijvoorbeeld met “s,C-s” kunt u zowel met de toets s als met de toetsencombinatie Control+s een zoekopdracht uitvoeren. De volgende commando's kunnen gekoppeld worden aan (een) toets(en) door de variabeleAptitude::UI::Keybindings::commando in te stellen, waarbij commando de naam is van het commando waaraan de toets gekoppeld wordt: ┌────────────────────────┬─────────────────┬─────────────────────────────┐ │ Commando │ Standaard │ Omschrijving │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Indien pakketten defect │ │ │ │ zijn en aptitude een │ │ ApplySolution │ ! │ oplossing voor het probleem │ │ │ │ gesuggereerd heeft, die │ │ │ │ suggestie onmiddellijk │ │ │ │ toepassen. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Ga naar het begin van de │ │ │ │ huidige weergave: naar het │ │ Begin │ home,C-a │ begin van een lijst of naar │ │ │ │ de linkerkant van een │ │ │ │ tekstinvoerveld. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Annuleert de huidige │ │ │ │ interactie: sluit │ │ Cancel │ C-g,escape,C-[ │ bijvoorbeeld een │ │ │ │ dialoogvenster of │ │ │ │ deactiveert het menu. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Geeft het bestand │ │ Changelog │ C │ changelog.Debian weer van │ │ │ │ het momenteel geselecteerde │ │ │ │ pakket of pakketversie. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Wijzigt het │ │ ChangePkgTreeGrouping │ G │ groeperingsbeleid van de │ │ │ │ pakketlijst die momenteel │ │ │ │ actief is. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Wijzigt de afgrenzing van │ │ ChangePkgTreeLimit │ l │ de pakketlijst die │ │ │ │ momenteel actief is. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Wijzigt het │ │ ChangePkgTreeSorting │ S │ sorteringsbeleid van de │ │ │ │ pakketlijst die momenteel │ │ │ │ actief is. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeert het pakket dat │ │ ClearAuto │ m │ momenteel geselecteerd is, │ │ │ │ als handmatig │ │ │ │ geïnstalleerd. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Vouwt in een hiërarchische │ │ CollapseAll │ ] │ lijst de geselecteerde │ │ │ │ boomstructuur en alle │ │ │ │ subniveaus ervan samen. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Vouwt in een hiërarchische │ │ CollapseTree │ links │ lijst de geselecteerde │ │ │ │ boomstructuur samen. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ In dialoogvensters is dit │ │ │ │ het equivalent van “Ok” │ │ │ │ drukken. In een interactie │ │ Confirm │ enter │ op de statusregel │ │ │ │ selecteert dit bij een │ │ │ │ meerkeuzevraag de │ │ │ │ standaardoptie. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Verplaatst de focus van het │ │ Cycle │ tab │ toetsenbord naar het │ │ │ │ volgende “element”. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ CycleNext │ f6 │ Verspringt naar de volgende │ │ │ │ actieve weergave. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Wisselt tussen │ │ CycleOrder │ o │ voorgeprogrammeerde │ │ │ │ indelingen van het scherm. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ CyclePrev │ f7 │ Springt naar de vorige │ │ │ │ actieve weergave. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Verwijdert alle tekst │ │ DelBOL │ C-u │ tussen de cursor en het │ │ │ │ begin van de regel. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ DelBack │ backspace,C-h │ Verwijdert bij het invoeren │ │ │ │ van tekst het vorige teken. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Verwijdert alle tekst vanaf │ │ DelEOL │ C-k │ de cursor tot het einde van │ │ │ │ de regel. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Verwijdert bij het invoeren │ │ DelForward │ delete,C-d │ van tekst het teken waarop │ │ │ │ de cursor staat. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Geeft de vereisten van het │ │ Dependencies │ d │ momenteel geselecteerde │ │ │ │ pakket weer. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Wisselt bij het doornemen │ │ │ │ van de pakketlijst tussen │ │ DescriptionCycle │ i │ de verschillende │ │ │ │ beschikbare weergaven in │ │ │ │ het informatiegebied. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Scrolt bij het doornemen │ │ DescriptionDown │ z │ van de pakketlijst het │ │ │ │ informatiegebied een regel │ │ │ │ naar onder. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Scrolt bij het doornemen │ │ DescriptionUp │ a │ van de pakketlijst het │ │ │ │ informatiegebied een regel │ │ │ │ naar boven. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Het scherm met een │ │ │ │ voorafbeelding tonen als │ │ │ │ dat nog niet actief is │ │ DoInstallRun │ g │ ^[a]. Indien dat scherm wel │ │ │ │ al actief is, een │ │ │ │ installatieoperatie │ │ │ │ uitvoeren. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Beweegt naar beneden: │ │ │ │ scrolt bijvoorbeeld naar │ │ Down │ down,j │ beneden door een │ │ │ │ weergegeven tekst of │ │ │ │ selecteert het volgende │ │ │ │ item uit een lijst. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Schrijft indien er defecte │ │ │ │ pakketten zijn, de huidige │ │ DumpResolver │ * │ toestand van de │ │ │ │ probleemoplosser op in een │ │ │ │ bestand (met het oog op │ │ │ │ debuggen). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Ga naar het einde van de │ │ │ │ huidige weergave: naar │ │ End │ end,C-e │ onderaan de lijst of naar │ │ │ │ de rechterkant van een │ │ │ │ tekstinvoerveld. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Indien er defecte pakketten │ │ │ │ zijn en aptitude een │ │ │ │ oplossing gesuggereerd │ │ ExamineSolution │ e │ heeft, een dialoogvenster │ │ │ │ weergeven met een │ │ │ │ gedetailleerde beschrijving │ │ │ │ van de voorgestelde │ │ │ │ oplossing. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Vouwt in een hiërarchische │ │ ExpandAll │ [ │ lijst de geselecteerde │ │ │ │ boomstructuur en al zijn │ │ │ │ subniveaus uit. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Vouwt in een hiërarchische │ │ ExpandTree │ rechts │ lijst de geselecteerde │ │ │ │ boomstructuur uit. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Selecteer de eerste │ │ FirstSolution │ < │ oplossing van de │ │ │ │ probleemoplosser. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Verbiedt dat een pakket │ │ │ │ opgewaardeerd wordt naar de │ │ ForbidUpgrade │ F │ momenteel beschikbare │ │ │ │ versie ervan (of naar een │ │ │ │ specifieke versie). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Verwijdert alle informatie │ │ │ │ over welke pakketten │ │ ForgetNewPackages │ f │ “nieuw” zijn (maakt de │ │ │ │ lijst van “nieuwe” │ │ │ │ pakketten leeg). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ Help │ ? │ Geeft een on-line │ │ │ │ hulpscherm weer. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ In een regeleditor die een │ │ │ │ geschiedenis van │ │ HistoryNext │ down,C-n │ wijzigingen bijhoudt, │ │ │ │ verder naar het verleden │ │ │ │ gaan. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ In een regeleditor die een │ │ │ │ geschiedenis van │ │ HistoryPrev │ up,C-p │ wijzigingen bijhoudt, │ │ │ │ terugkeren naar een minder │ │ │ │ ver verleden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ Hold │ = │ Bevriest een pakket. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ Install │ + │ Markeert een pakket om │ │ │ │ geïnstalleerd te worden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeert één enkel pakket │ │ │ │ om geïnstalleerd te worden. │ │ InstallSingle │ I │ Alle andere pakketten │ │ │ │ worden op hun huidige │ │ │ │ versie behouden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Annuleert voor een pakket │ │ Keep │ : │ alle installatie- en │ │ │ │ verwijderingsverzoeken en │ │ │ │ alle handhavingsopdrachten. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Selecteer de laatste │ │ LastSolution │ < │ oplossing die door de │ │ │ │ probleemoplosser uitgewerkt │ │ │ │ werd. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Beweegt naar links: │ │ │ │ verschuift in de menubalk │ │ │ │ bijvoorbeeld één menu-item │ │ Left │ left,h │ meer naar links of │ │ │ │ verplaatst bij het bewerken │ │ │ │ van tekst de cursor naar │ │ │ │ links. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Selecteert in een │ │ │ │ hiërarchische lijst de │ │ │ │ volgende aanverwant van het │ │ │ │ momenteel geselecteerde │ │ LevelDown │ J │ item (het volgende item dat │ │ │ │ zich op hetzelfde niveau │ │ │ │ bevindt en dat onder │ │ │ │ hetzelfde bovenliggende │ │ │ │ element thuis hoort). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Selecteert in een │ │ │ │ hiërarchische lijst de │ │ │ │ vorige aanverwant van het │ │ │ │ momenteel geselecteerde │ │ LevelUp │ K │ item (het vorige item dat │ │ │ │ zich op hetzelfde niveau │ │ │ │ bevindt en dat onder │ │ │ │ hetzelfde bovenliggende │ │ │ │ element thuis hoort). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Tracht alle pakketten op te │ │ │ │ waarderen die niet │ │ │ │ gehandhaafd werden of │ │ │ │ waarvan de opwaardering │ │ MarkUpgradable │ U │ niet verboden werd. Het │ │ │ │ installeert ook nieuwe │ │ │ │ pakketten die essentieel │ │ │ │ (Essential) of vereist │ │ │ │ (Required) zijn. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Plaatst of verwijdert in │ │ MineFlagSquare │ f │ Mijnenveger een vlag op/van │ │ │ │ een vakje. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ MineLoadGame │ L │ Haalt een spelletje │ │ │ │ Mijnenveger op. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ MineSaveGame │ S │ Bewaart een spelletje │ │ │ │ Mijnenveger │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ MineSweepSquare │ Geen koppeling │ Veegt in Mijnenveger rond │ │ │ │ het huidige vakje. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ MineUncoverSquare │ Geen koppeling │ Legt in Mijnenveger het │ │ │ │ huidige vakje bloot. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Legt in Mijnenveger het │ │ MineUncoverSweepSquare │ enter │ huidige vakje bloot als het │ │ │ │ bedekt is. Veegt er anders │ │ │ │ rond. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ NextPage │ pagedown,C-f │ Gaat in de huidige weergave │ │ │ │ een pagina verder. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Doe de vereistenoplosser │ │ NextSolution │ . │ voortgaan naar de volgende │ │ │ │ oplossing. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Deze toets selecteert de │ │ No │ n^[b] │ knop “no” in een │ │ │ │ dialoogvenster met yes/no. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Selecteert in een │ │ │ │ hiërarchische lijst de │ │ │ ^, left (in │ ouder van het geselecteerde │ │ Parent │ pakketitems) │ item. left wordt enkel │ │ │ │ gebruikt in pakketitems │ │ │ │ (rijen) wanneer pakketbomen │ │ │ │ getoond worden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ PrevPage │ pageup,C-b │ Gaat in de huidige weergave │ │ │ │ een pagina terug. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Doe de vereistenoplosser │ │ PrevSolution │ , │ naar de vorige oplossing │ │ │ │ terugkeren. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeer het momenteel │ │ Purge │ _ │ geselecteerde pakket om │ │ │ │ gewist te worden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Activeert de momenteel │ │ PushButton │ space,enter │ geselecteerde knop of vinkt │ │ │ │ een keuzevakje aan/uit. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ Quit │ q │ Sluit de huidige weergave. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ QuitProgram │ Q │ Sluit het programma │ │ │ │ volledig af. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Wijs alle acties van de │ │ │ │ oplosser af die een │ │ RejectBreakHolds │   │ handhaving zouden │ │ │ │ verbreken. Het equivalent │ │ │ │ van Oplosser → Te handhaven │ │ │ │ pakketten niet breken. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ Refresh │ C-l │ Bouwt het scherm volledig │ │ │ │ opnieuw op. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ Remove │ - │ Markeer een pakket om │ │ │ │ verwijderd te worden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeer het momenteel │ │ ReInstall │ L │ geselecteerde pakket om │ │ │ │ opnieuw geïnstalleerd te │ │ │ │ worden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Herhaalt de laatste │ │ RepeatSearchBack │ N │ zoekbewerking, maar zoekt │ │ │ │ in de tegengestelde │ │ │ │ richting. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ ReSearch │ n │ Herhaalt de laatste │ │ │ │ zoekbewerking. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Geeft de pakketten weer die │ │ ReverseDependencies │ r │ afhankelijk zijn van het │ │ │ │ momenteel geselecteerde │ │ │ │ pakket. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Beweegt naar rechts: gaat │ │ │ │ bijvoorbeeld in de menubalk │ │ Right │ right,l │ één menu-item verder naar │ │ │ │ rechts, of beweegt bij het │ │ │ │ bewerken van tekst de │ │ │ │ cursor naar rechts. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Activeert de “zoek”-functie │ │ Search │ / │ van het interface-element │ │ │ │ dat momenteel actief is. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Activeert de “achterwaartse │ │ SearchBack │ \ │ zoek”-functie van het │ │ │ │ interface-element dat │ │ │ │ momenteel actief is. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Zoek in een pakketboom naar │ │ SearchBroken │ b │ het volgende defecte │ │ │ │ pakket. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeer het huidige pakket │ │ SetAuto │ M │ als automatisch │ │ │ │ geïnstalleerd. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Schakelt bij een │ │ ShowHideDescription │ D │ pakketlijst de │ │ │ │ zichtbaarheid van het │ │ │ │ informatiegebied aan/uit. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeert bij het bekijken │ │ │ │ van een oplossing de │ │ │ │ momenteel geselecteerde │ │ SolutionActionApprove │ a │ actie als "goedgekeurd" │ │ │ │ (die wordt telkens waar │ │ │ │ mogelijk mee opgenomen in │ │ │ │ toekomstige oplossingen). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Markeert bij het bekijken │ │ │ │ van een oplossing de │ │ │ │ momenteel geselecteerde │ │ SolutionActionReject │ r │ actie als "afgewezen" (in │ │ │ │ toekomstige oplossingen zal │ │ │ │ die niet meer opgenomen │ │ │ │ worden). │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ In een hiërarchische lijst │ │ │ │ wordt de momenteel │ │ ToggleExpanded │ enter │ geselecteerde boomstructuur │ │ │ │ uitgevouwen of │ │ │ │ dichtgevouwen. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ ToggleMenuActive │ C-m,f10,C-space │ Activeert of deactiveert │ │ │ │ het hoofdmenu. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Annuleert de laatste actie. │ │ │ │ Dit kan teruggaan tot het │ │ │ │ ogenblik waarop aptitude │ │ Undo │ C-_,C-u │ opgestart werd OF tot de │ │ │ │ laatste maal dat de │ │ │ │ pakketlijst bijgewerkt werd │ │ │ │ of pakketten geïnstalleerd │ │ │ │ werden. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Gaat naar boven: scrolt │ │ │ │ bijvoorbeeld naar boven in │ │ Up │ up,k │ een weergegeven tekst of │ │ │ │ selecteert het vorige item │ │ │ │ uit een lijst. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Werkt de pakketlijst bij │ │ UpdatePackageList │ u │ door indien nodig nieuwe │ │ │ │ lijsten op te halen via het │ │ │ │ internet. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Geeft de beschikbare │ │ Versions │ v │ versies van het momenteel │ │ │ │ geselecteerde pakket weer. │ ├────────────────────────┼─────────────────┼─────────────────────────────┤ │ │ │ Deze toets selecteert de │ │ Yes │ y ^[b] │ knop “Yes” in │ │ │ │ dialoogvensters met yes/no │ │ │ │ . │ ├────────────────────────┴─────────────────┴─────────────────────────────┤ │ ^[a] tenzij Aptitude::Display-Planned-Action false (niet waar) is. │ │ │ │ ^[b] De standaard kan hier verschillen naargelang de lokalisatie. │ └────────────────────────────────────────────────────────────────────────┘ Naast lettertoetsen, cijfertoetsen en leestekentoetsen, kunnen ook de volgende “speciale” toetsen als sneltoets gedefinieerd worden: ┌──────────────────┬─────────────────────────────────────────────────────┐ │ Toetsnaam │ Omschrijving │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ a1 │ De toets A1. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ a3 │ De toets A3. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ b2 │ De toets B2. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ backspace │ De toets Backspace. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ backtab │ De toets achterwaartse Tab │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ begin │ De toets Begin (niet Home) │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ break │ De toets “Break”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ c1 │ De toets C1. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ c3 │ De toets C3. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ cancel │ De toets Cancel. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ create │ De toets Create. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Komma (,) -- merk op dat dit de enige manier is om │ │ comma │ de komma als sneltoets te definiëren, vermits │ │ │ komma's gebruikt worden bij een lijst van toetsen. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ command │ De toets Command. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ copy │ De toets Copy. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ delete │ De toets Delete. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ delete_line │ De toets “delete line” (wis regel). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ down │ De toets “Pijl-omlaag”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ end │ De toets End. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ entry │ De toets Enter. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ exit │ De toets Exit. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ f1, f2, ..., f10 │ De functietoetsen F1 tot F10. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ find │ De toets Find. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ home │ De toets Home. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ insert │ De toets Insert. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ insert_exit │ De toets “insert exit”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ clear │ De toets “clear” (wissen). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ clear_eol │ De toets “clear to end of line” (wis tot einde │ │ │ regel). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ clear_eos │ De toets “clear to end of screen” (wis tot einde │ │ │ scherm). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ insert_line │ De toets “insert line” (regel invoegen). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ left │ De toets “Pijl-links”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ mark │ De toets Mark. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ message │ De toets Message. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ move │ De toets Move. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ next │ De toets Next. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ open │ De toets Open. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ previous │ De toets Previous. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ print │ De toets Print. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ redo │ De toets Redo. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ reference │ De toets Reference. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ refresh │ De toets Refresh. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ replace │ De toets Replace. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ restart │ De toets Restart. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ resume │ De toets Resume. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ return │ De toets Return. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ right │ De toets “Pijl-rechts”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ save │ De toets Save. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ scrollf │ De toets “scroll forward” (vooruit scrollen). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ scrollr │ De toets “scroll backwards” (achteruit scrollen). │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ select │ De toets Select. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ suspend │ De toets Suspend. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ pagedown │ De toets “Page Down”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ pageup │ De toets “Page Up”. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ space │ De Spatiebalk │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ tab │ De toets Tab │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ undo │ De toets Undo. │ ├──────────────────┼─────────────────────────────────────────────────────┤ │ up │ De toets “Pijl-omhoog”. │ └──────────────────┴─────────────────────────────────────────────────────┘ Naast het definiëren van een globale sneltoets, kan men ook een snelkoppeling aanpassen voor een specifiek onderdeel (of domein) van aptitude: om bijvoorbeeld in de menubalk van de Tab-toets het equivalent te maken van de toets Pijl-rechts, moet u Aptitude::UI::Keybindings::Menubar::Right instellen op “tab,right”. De volgende domeinen kunnen gebruikt worden: ┌───────────────┬────────────────────────────────────────────────────────┐ │ Domein │ Omschrijving │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Gebruikt voor widgets van het type regelbewerking, │ │ EditLine │ zoals het invoerveld in een dialoogvenster “Zoek │ │ │ naar:”. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ Menu │ Gebruikt voor een uitklappend keuzemenu. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ Menubar │ Gebruikt voor de menubalk bovenaan het scherm. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ Minesweeper │ Gebruikt voor de modus Mijnenveger. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Gebruikt voor de multiplechoicevragen die u krijgt als │ │ MinibufChoice │ u ervoor gekozen heeft om sommige vragen in de │ │ │ statusregel te laten stellen. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ Pager │ Gebruikt bij het weergeven van een op schijf │ │ │ opgeslagen bestand (bijvoorbeeld de hulptekst). │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ PkgNode │ Gebruikt voor pakketten, pakketbomen, pakketversies en │ │ │ pakketvereisten als ze in een pakketlijst voorkomen. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ PkgTree │ Gebruikt voor pakketlijsten. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ Table │ Gebruikt voor widgetplatformen (bijvoorbeeld │ │ │ dialoogvensters). │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ TextLayout │ Gebruikt bij de weergave van opgemaakte tekst, zoals │ │ │ pakketbeschrijvingen. │ ├───────────────┼────────────────────────────────────────────────────────┤ │ │ Gebruikt bij de weergave van alle boomstructuren (met │ │ Tree │ inbegrip van pakketlijsten, waarvoor echter met │ │ │ PkgTree iets anders gekozen kan worden). │ └───────────────┴────────────────────────────────────────────────────────┘ De kleur en de vormgeving van tekst aanpassen De kleur en de visuele vormgeving die door aptitude gebruikt wordt om tekst weer te geven, kan grondig aangepast worden. Aan elk visueel element is een “stijl” gekoppeld, waarin beschreven wordt welke kleuren en visuele attributen gebruikt worden om dat element weer te geven. Stijlen nemen de vorm aan van een lijst met instellingen voor kleur en attributen. Deze lijst moet niet noodzakelijk exhaustief zijn. Indien sommige kleuren of attributen niet expliciet vermeld worden, worden hun waarden afgeleid uit de context van de visuele omgeving. In feite is standaard de stijl van de meeste visuele elementen “leeg”. U kunt de inhoud van een stijl aanpassen door een configuratiegroep met dezelfde naam aan te maken in het configuratiebestand van apt of aptitude. Bijvoorbeeld, de stijl “MenuBorder” wordt gebruikt om de visuele rand te tekenen rond uitklappende menu's. Standaard is die rand vet en wit-op-blauw. Met de volgende tekst in het configuratiebestand wordt dit veranderd naar wit-op-cyaan: Aptitude::UI::Styles { MenuBorder {fg white; bg cyan; set bold;}; }; Zoals u kunt zien, bestaat de configuratiegroep van een stijl uit een opeenvolging van instructies. De algemene klassen van instructies zijn: fg kleur Geeft de tekst weer in de opgegeven kleur. Zie verder voor een lijst van kleuren die aptitude kan gebruiken. bg kleur Geeft de tekst weer tegen een achtergrond in de opgegeven kleur. Zie verder voor een lijst van kleuren die aptitude kan gebruiken. set attribuut Activeert het opgegeven tekstattribuut. Zie hierna voor een lijst van tekstattributen die door aptitude gekend zijn. clear attribuut Deactiveert het opgegeven tekstattribuut. Zie hierna voor een lijst van tekstattributen die door aptitude gekend zijn. flip attribuut Schakelt het opgegeven tekstattribuut aan/uit: indien het in het omgevingselement actief is, wordt het gedeactiveerd en vice versa. Zie hierna voor een lijst van tekstattributen die door aptitude gekend zijn. De door aptitude gekende kleuren zijn black (zwart), blue (blauw), cyan (cyaan), green (groen), magenta (magenta), red (rood), white (wit) en yellow (geel) ^[20]. Daarnaast kunt u default opgeven in plaats van een achtergrondkleur en zo de standaardachtergrond van de terminal gebruiken (dit kan de standaardkleur zijn, een afbeelding of zelfs “transparant”). De door aptitude gekende stijlen zijn: blink Doet de tekst knipperen. bold Maakt de tekstkleur (of de achtergrondkleur als voor- en achtergrondkleur omgewisseld werden (d.w.z. bij reverse video)) helderder. dim Maakt de tekst op sommige terminals extra mat. Op gewone Linux-terminals ziet men geen verschil. reverse Wisselt voor- en achtergrondkleur om. Vele visuele elementen maken gebruik van dit attribuut als iets geaccentueerd moet worden. standout Dit gebruikt “de methode die best past bij de terminal om iets te accentueren”. Bij xterms is dat iets dat lijkt op, maar niet identiek is aan het omwisselen van voor- en achtergrondkleur. Op andere terminals kan dit een verschillend effect geven. underline Onderstreept tekst. U kunt verschillende attributen tegelijk selecteren door hen met komma's van elkaar te scheiden. Bijvoorbeeld: set bold,standout;. [Opmerking] Opmerking Zoals hiervoor aangegeven is de interpretatie van zowel stijlen als tekstattributen sterk terminalafhankelijk. Soms is wat experimenteren nodig om exact te weten wat op uw terminal het effect is van sommige instellingen. De volgende stijlen kunnen in aptitude aangepast worden: Afbeelding 2.14. Stijlen die in aptitude aangepast kunnen worden ┌──────────────────────────┬───────────────┬─────────────────────────────────┐ │ Stijl │ Standaard │ Omschrijving │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │Bullet │fg yellow; set │De stijl van het opsommingsteken │ │ │bold; │in een lijst. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl van nieuwere │ │ │ │pakketversies in de weergave van │ │ │ │de changelog (log van │ │ │ │wijzigingen). Merk op dat │ │ChangelogNewerVersion │set bold; │aptitude nieuwere versies van een│ │ │ │pakket enkel zal accentueren als │ │ │ │het pakket │ │ │ │libparse-debianchangelog-perl │ │ │ │geïnstalleerd is. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │Default │fg white; bg │De gewone stijl van het scherm. │ │ │black; │ │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │DepBroken │fg black; bg │De stijl voor niet-voldane │ │ │red; │vereisten. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg black; bg │De stijl voor menuonderdelen die │ │DisabledMenuEntry │blue; set dim; │uitgeschakeld zijn en niet │ │ │ │gebruikt kunnen worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl om aan te geven dat een │ │ │fg black; bg │bestand “geraakt” werd: d.w.z. │ │DownloadHit │green; │dat het niet gewijzigd is sinds │ │ │ │het de laatste keer opgehaald │ │ │ │werd. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │DownloadProgress │fg blue; bg │De stijl waarmee de voortgang van│ │ │yellow; │een download aangegeven wordt. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg white; bg │De stijl voor regeleditors │ │EditLine │black; clear │(bijvoorbeeld het invoerveld in │ │ │reverse; │het dialoogvenster “Zoek naar:”).│ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │Error │fg white; bg │De stijl voor foutberichten. │ │ │red; set bold; │ │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │Header │fg white; bg │De stijl voor schermkoppen. │ │ │blue; set bold;│ │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg white; bg │De stijl voor het momenteel │ │HighlightedMenuBar │blue; set │geselecteerde menu-item in de │ │ │bold,reverse; │menubalk. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg white; bg │De stijl voor de momenteel │ │HighlightedMenuEntry │blue; set │geselecteerde keuze in een menu. │ │ │bold,reverse; │ │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor het dialoogvenster │ │MediaChange │fg yellow; bg │dat de gebruiker vraagt een │ │ │red; set bold; │nieuwe CD in het station te │ │ │ │plaatsen. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │MenuBar │fg white; bg │De stijl voor de menubalk. │ │ │blue; set bold;│ │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │MenuBorder │fg white; bg │De stijl voor de randen rond een │ │ │blue; set bold;│uitklappend menu. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │MenuEntry │fg white; bg │De stijl voor elk item uit een │ │ │blue; │uitklappend menu. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │MineBomb │fg red; set │De stijl van bommen in │ │ │bold; │Mijnenveger. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │MineBorder │set bold; │De stijl voor de rand van het │ │ │ │bord van Mijnenveger. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │MineFlag │fg red; set │De stijl voor de vlaggen in │ │ │bold; │Mijnenveger. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor het cijfer N in │ │MineNumberN │Diverse │Mijnenveger. N kan van 0 tot 8 │ │ │ │variëren. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg white; bg │De kleur voor het weergeven van │ │MultiplexTab │blue; │“tabs” van momenteel niet │ │ │ │geselecteerde tabbladen. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg blue; bg │De kleur om de “tab” van het │ │MultiplexTabHighlighted │white; │momenteel geselecteerde tabblad │ │ │ │weer te geven. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg red; flip │De stijl voor de pakketten uit de│ │PkgBroken │reverse; │pakketlijst met niet-voldane │ │ │ │vereisten. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgBrokenHighlighted │fg red; │pakket in de pakketlijst met │ │ │ │niet-voldane vereisten. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor pakketten die │ │PkgNotInstalled │  │momenteel niet geïnstalleerd zijn│ │ │ │en niet geïnstalleerd zullen │ │ │ │worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgNotInstalledHighlighted│  │pakket dat momenteel niet │ │ │ │geïnstalleerd is en niet │ │ │ │geïnstalleerd zal worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor pakketten die │ │PkgIsInstalled │set bold; │momenteel geïnstalleerd zijn en │ │ │ │waarvoor geen acties gepland │ │ │ │zijn. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgIsInstalledHighlighted │set bold; flip │pakket dat momenteel │ │ │reverse; │geïnstalleerd is en waarvoor geen│ │ │ │acties gepland zijn. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor pakketten uit de │ │PkgToDowngrade │set bold; │pakketlijst die gedegradeerd │ │ │ │zullen worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │set bold; flip │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgToDowngradeHighlighted │reverse │pakket uit de pakketlijst dat │ │ │ │gedegradeerd zal worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg white; flip │De stijl voor pakketten uit de │ │PkgToHold │reverse; │pakketlijst die te handhaven │ │ │ │zijn. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgToHoldHighlighted │fg white; │pakket uit de pakketlijst dat te │ │ │ │handhaven is. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor pakketten uit de │ │PkgToInstall │fg green; flip │pakketlijst die geïnstalleerd │ │ │reverse; │(niet opgewaardeerd) of opnieuw │ │ │ │geïnstalleerd zullen worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │ │ │pakket uit de pakketlijst dat │ │PkgToInstallHighlighted │fg green; │geïnstalleerd (niet │ │ │ │opgewaardeerd) of opnieuw │ │ │ │geïnstalleerd zal worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg magenta; │De stijl voor pakketten uit de │ │PkgToRemove │flip reverse; │pakketlijst die verwijderd of │ │ │ │gewist zullen worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgToRemoveHighlighted │fg magenta; │pakket uit de pakketlijst dat │ │ │ │verwijderd of gewist zal worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg cyan; flip │De stijl voor pakketten uit de │ │PkgToUpgrade │reverse; │pakketlijst die opgewaardeerd │ │ │ │zullen worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een geaccentueerd │ │PkgToUpgradeHighlighted │fg cyan; │pakketten uit de pakketlijst dat │ │ │ │opgewaardeerd zal worden. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De stijl voor een │ │Progress │fg blue; bg │voortgangsindicator zoals die │ │ │yellow; │welke getoond wordt tijdens het │ │ │ │ophalen van de pakketcache. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │SolutionActionApproved │bg green; │De stijl voor goedgekeurde acties│ │ │ │in een oplossing. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │SolutionActionRejected │bg red; │De stijl voor afgewezen acties in│ │ │ │een oplossing. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │Status │fg white; bg │De stijl voor statusregels │ │ │blue; set bold;│onderaan het scherm. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │ │De achtergrondkleur voor alle │ │TreeBackground │  │zichtbare lijsten en │ │ │ │boomstructuren. │ ├──────────────────────────┼───────────────┼─────────────────────────────────┤ │ │fg red; bg │De kleur die gebruikt wordt bij │ │TrustWarning │black; set │het weergeven van waarschuwingen │ │ │bold; │in verband met de betrouwbaarheid│ │ │ │van pakketten. │ └──────────────────────────┴───────────────┴─────────────────────────────────┘ De schermopmaak aanpassen Het is mogelijk om de pakketlijst van aptitude te herorganiseren door de juiste aanpassingen te maken aan het configuratiebestand. Weergave-elementen De opmaak wordt opgeslagen in de configuratiegroep Aptitude::UI::Default-Package-View en bestaat uit een lijst van weergave-elementen: Naam Type { Row rij; Column kolom; Width breedte; Height hoogte; bijkomende opties... }; Dit creëert een weergave-element, Naam genoemd. Het type element dat aangemaakt wordt, wordt door Type bepaald. De opties Row, Column, Width en Height moeten aanwezig zijn. Zij bepalen waar het element geplaatst wordt. (zie hierna voor een gedetailleerde uitleg over hoe weergave-elementen geschikt worden) Voor voorbeelden over hoe de weergaveopmaak veranderd kan worden, kunt u de definities van thema's in het bestand /usr/share/aptitude/aptitude-defaults raadplegen. De volgende types weergave-elementen kunnen gebruikt worden: Description Dit weergave-element zal het “informatiegebied” bevatten (meestal een beschrijving van het momenteel geselecteerde pakket). De optie PopUpDownKey geeft de naam op van het toetsenbordcommando dat er voor zorgt dat het element weergegeven of verborgen wordt. Als men dit bijvoorbeeld instelt op ShowHideDescription, zal het huidige weergave-element hetzelfde gedrag vertonen als dat van het standaard-informatiegebied. De optie PopUpDownLinked geeft de naam op van een ander weergave-element en leidt ertoe dat het huidige element weergegeven of verborgen zal worden telkens wanneer dat voor dat andere element het geval is. MainWidget Dit is een plaatshouder voor het “belangrijkste” weergave-element: dit is gewoonlijk de pakketlijst. Een weergaveopmaak moet exact een element van het type MainWidget bevatten, niet meer en niet minder. Static Een gebied van het scherm dat tekst weergeeft, die mogelijk indelingscodes bevat zoals beschreven in de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. De weer te geven tekst kan opgegeven worden in de optie Columns, of hij kan in een andere configuratievariabele opgeslagen worden die opgegeven werd in de optie ColumnsCfg. De kleur van de tekst wordt bepaald door de kleur die genoemd wordt in de optieColor. Items van het type Static kunnen met de opties PopUpDownKey en PopUpDownLinked op dezelfde manier weergegeven en verborgen worden als items van het type Description. De plaatsing van weergave-elementen De weergave-elementen worden in een “tabel” geordend. De linkerbovenhoek van een element bevindt zich in de cel die opgegeven wordt in de opties Row en Column (gewoonlijk begint men bij rij 0 en kolom 0, maar dat is niet verplicht). De breedte van een element in termen van cellen wordt opgegeven in de optie Width en de hoogte in de optie Height. Nadat de weergave-elementen geordend werden en een initiële hoeveelheid ruimte op het scherm toegewezen kregen, is er waarschijnlijk nog plaats over. Indien er extra verticale ruimte beschikbaar is, zal elke rij met een weergave-element waarvan de optie RowExpand op true ingesteld staat, een deel van de extra ruimte toegewezen krijgen. Op dezelfde manier zal in geval van extra beschikbare horizontale ruimte, iedere kolom met een weergave-element waarvan de optieColExpand op true ingesteld werd, een deel van de extra ruimte toegewezen krijgen. In het geval er onvoldoende ruimte beschikbaar is, zal iedere rij en kolom waarvan alle widgets de optie RowShrink of ColShrink op de waarde true ingesteld hebben staan, verkleind worden. Als dat nog niet genoeg is, zullen alle rijen en kolommen verkleind worden om op die manier binnen de beschikbare ruimte te passen. Indien een weergave-element niet vergroot wordt, terwijl dat wel het geval is voor zijn rij of zijn kolom, zal de uitlijning geregeld worden door de opties RowAlign en ColAlign. Door die in te stellen op Left (links), Right (rechts), Top (bovenaan), Bottom (onderaan) of Center (gecentreerd) zal aptitude weten waar het element in de rij of de kolom geplaatst moet worden. De volgende configuratiegroep maakt bijvoorbeeld een statisch element aan met de naam “Header” dat drie cellen breed is en horizontaal maar niet verticaal vergroot kan worden. Het heeft dezelfde kleur als andere kopregels en gebruikt de standaard weergave-indeling voor kopregels: Header Static { Row 0; Column 0; Width 3; Height 1; ColExpand true; ColAlign Center; RowAlign Center; Color ScreenHeaderColor; ColumnsCfg HEADER; }; Referentiegids voor de opties voor weergaveopmaak De volgende opties kunnen gebruikt worden bij weergave-elementen: ColAlign uitlijning; uitlijning is ofwel Left (links), Right (rechts) of Center (gecentreerd). Indien de rij die het huidige weergave-element bevat, breder is dan het element zelf en ColExpand op false ingesteld staat, dan zal het plaatsen van het element in de rij gebeuren volgens de waarde van uitlijning. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die Left (links) is. ColExpand true|false; Indien deze optie op true ingesteld staat, zal de kolom die dat element bevat, een deel toegewezen krijgen van eventuele extra beschikbare horizontale ruimte. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die false (niet waar) is. Color kleurnaam; Deze optie is van toepassing op elementen van het type Static. kleurnaam is de naam van een kleur (bijvoorbeeld, ScreenStatusColor) die als de “standaardkleur” voor dit weergave-element gebruikt moet worden. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op zijn standaardwaarde die DefaultWidgetBackground is. ColShrink true|false; Indien deze optie voor elk element in een kolom ingesteld werd op true en er onvoldoende horizontale ruimte is, zal de kolom zoveel verkleind worden dat ze past in de beschikbare ruimte. Merk op dat een kolom verkleind kan worden zelfs als ColShrink ingesteld werd op false. Dit geeft enkel aan dat aptitude eerst moet proberen een specifieke kolom te verkleinen vooraleer andere kolommen te verkleinen. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die false (niet waar) is. Column kolom; Geeft de meest linkse kolom op dat dit weergave-element bevat. Columns indeling; Deze optie is van toepassing op weergave-elementen van het type Static waarvoor de optieColumnsCfg niet ingesteld staat. Het stelt de weergegeven inhoud van het statusitem in. Het is een indelingstekenreeks zoals beschreven in de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. ColumnsCfg HEADER|STATUS|naam; Deze optie is van toepassing op weergave-elementen van het type Static. Het stelt de weergave-indeling van het huidige element in op de waarde van een andere configuratievariabele: indien het HEADER of STATUS is, worden respectievelijk de opties Aptitude::UI::Package-Header-Format en Aptitude::UI::Package-Status-Format gebruikt. Anders wordt de optie naam gebruikt. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt de waarde van de optie Columns gebruikt om de inhoud van het statische item te regelen. Height hoogte; Definieert de hoogte van het huidige weergave-element. PopUpDownKey commando; Deze optie is van toepassing op weergave-elementen van het type Description en Static. commando is de naam van een toetsenbordcommando (bijvoorbeeld ShowHideDescription). Als die toets ingedrukt wordt, zal het weergave-element verborgen worden als het zichtbaar is en weergegeven worden als het onzichtbaar is. PopUpDownLinked element; Deze optie is van toepassing op weergave-elementen van het type Description en Static. element is de naam van een weergave-element. Als element weergegeven wordt, zal ook het huidige element weergegeven worden. Als element verborgen is, zal ook het huidige element verborgen worden. Row rij; Geeft de bovenste rij op die dit weergave-element bevat. RowAlign uitlijning; uitlijning moet ofwel Top (bovenaan), Bottom (onderaan) of Center (centraal) zijn. Indien de rij die het huidige weergave-element bevat, groter is dan het element zelf en RowExpand is ingesteld op false (niet waar), dan zal het element in de rij geplaatst worden overeenkomstig de waarde van uitlijning. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die Top (bovenaan) is. RowExpand true|false; Indien deze optie op true ingesteld is, zal de rij met dit weergave-element een deel van de eventuele extra beschikbare verticale ruimte toegewezen krijgen. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die false (niet waar) is. RowShrink true|false; Indien deze optie voor elk element in een rij ingesteld is op true en er onvoldoende verticale ruimte is, zal de rij zoveel verkleind worden als nodig is om te passen in de beschikbare ruimte. Merk op dat een rij ook verkleind kan worden zelfs al is RowShrink ingesteld op false. Dit geeft enkel aan dat aptitude eerst een specifieke rij moet trachten te verkleinen vooraleer dit met andere rijen te doen. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die false (niet waar) is. Visible true|false; Indien de instelling false is, zal dit weergave-element initieel verborgen zijn. Wellicht enkel zinvol in combinatie met PopUpDownKey en/of PopUpDownLinked. Indien deze optie niet aanwezig is, wordt teruggevallen op de standaardwaarde die true (waar) is. Width breedte; Definieert de breedte van het huidige weergave-element. Referentiegids voor het configuratiebestand Indeling van het configuratiebestand In zijn basisvorm is het configuratiebestand van aptitude een lijst van opties met hun waarden. Elke regel van het bestand moet de vorm hebben van “Optie Waarde;”: de volgende regel in het configuratiebestand stelt bijvoorbeeld de optie Aptitude::Theme in op “Dselect”. Aptitude::Theme "Dselect"; Een optie kan andere opties “bevatten” als ze tussen accolades staan en geplaatst worden tussen de optie en de erop volgende puntkomma, zoals dit: Aptitude::UI { Package-Status-Format ""; Package-Display-Format ""; }; Een optie die andere opties bevat, wordt soms een groep genoemd. In feite zijn de dubbele punten die in optienamen voorkomen eigenlijk een verkorte notatie om het behoren tot een groep aan te geven: de optie Aptitude::UI::Default-Grouping maakt deel uit van de groep Aptitude. Indien u wenste zou u die optie dus kunnen instellen op "" op de volgende manier: Aptitude { UI { Default-Grouping ""; }; }; Voor meer informatie over de indeling van het configuratiebestand, kunt u de man-pagina apt.conf(5) raadplegen. De plaats van configuratiebestanden aptitude leest in volgorde zijn configuratie uit de volgende bronnen:  1. Aan de commandoregel meegegeven configuratiebestandsopties.  2. Het configuratiebestand van de gebruiker, ~/.aptitude/config. Dit bestand wordt bijgewerkt als de gebruiker veranderingen aanbrengt in de instellingen van het menu Opties.  3. Het systeemconfiguratiebestand, /etc/apt/apt.conf.  4. De systeembestanden met configuratiefragmenten, /etc/apt/apt.conf.d/*.  5. Het bestand dat gespecificeerd wordt door de omgevingsvariabele APT_CONFIG (als die ingesteld werd).  6. De standaardwaarden, opgeslagen in /usr/share/aptitude/aptitude-defaults.  7. In aptitude ingebouwde standaardwaarden. Als een optie nagegaan wordt, worden deze bronnen in volgorde doorzocht en de eerste waarde die voor die optie gevonden wordt, wordt gebruikt. Bijvoorbeeld zal een in /etc/apt/apt.conf ingestelde optie voorrang hebben op de standaardwaarde van aptitude voor die optie, maar niet op de instellingen van de gebruiker uit ~/.aptitude/config. Configuratieopties die gebruikt kunnen worden De volgende configuratieopties worden door aptitude gebruikt. Merk op dat dit niet de enig mogelijke configuratieopties zijn. De opties die voor het onderliggende apt-systeem gebruikt kunnen worden, zijn hier niet opgenomen. Raadpleeg de man-pagina's apt(8) en apt.conf(5) voor informatie over de opties van apt. Optie: APT::AutoRemove::RecommendsImportant Standaard: true Omschrijving: Als deze optie op true (waar) ingesteld staat, zal aptitude een pakket niet als ongebruikt aanzien (en het dus niet automatisch verwijderen) zolang er een geïnstalleerd pakket is dat het aanbeveelt, ook al is de waarde van APT::Install-Recommends false (niet waar). Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”. Optie: APT::AutoRemove::SuggestsImportant Standaard: true Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld staat, zal aptitude een pakket niet als ongebruikt aanzien (en het dus niet automatisch verwijderen) zolang er een geïnstalleerd pakket is dat het suggereert. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”. Optie: APT::Get::List-Cleanup Standaard: true Omschrijving: Dit is een synoniem voor APT::List-Cleanup. Indien een van beide opties op false ingesteld is, zal aptitude oude pakketlijsten niet verwijderen na het downloaden van een nieuwe reeks pakketlijsten. Optie: APT::List-Cleanup Standaard: true Omschrijving: Dit is een synoniem voor APT::Get::List-Cleanup. Indien een van beide opties op false ingesteld is, zal aptitude oude pakketlijsten niet verwijderen na het downloaden van een nieuwe reeks pakketlijsten. Optie: APT::Install-Recommends Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is en Aptitude::Auto-Install ook true is en u een pakket markeert om geïnstalleerd te worden, zal aptitude ook de pakketten die het aanbeveelt, markeren voor installatie. Als deze optie true is, zal aptitude bovendien een pakket niet als ongebruikt aanzien (en het dus niet automatisch verwijderen) zolang er een geïnstalleerd pakket is dat het aanbeveelt. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren” en de paragraaf met de naam “Onmiddellijke vereistenoplossing”. Optie: Aptitude::Allow-Null-Upgrade Standaard: false Omschrijving: Indien u een installatieoperatie probeert te starten en er geen acties uitgevoerd moeten worden, zal aptitude normaal een waarschuwing geven en terugkeren naar de pakketlijst. Indien deze optie op true ingesteld staat, zal aptitude doorgaan naar het scherm met de voorafbeelding als er pakketten zijn die opgewaardeerd kunnen worden en geen wenk in verband met het commando Acties → Markeer als opwaardeerbaar (U) weergeven. Optie: Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zullen de commandoregelacties van aptitude steeds een “veilige” vereistenoplosser gebruiken alsof aan de commandoregel de optie --safe-resolver meegegeven werd. Optie: Aptitude::Autoclean-After-Update Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude verouderde bestanden opruimen (zie Acties → Schoon verouderde bestanden op) telkens u de pakketlijst bijwerkt. Deze optie is vergelijkbaar met Aptitude::Clean-After-Install. Optie: Aptitude::Auto-Fix-Broken Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie op false ingesteld is, zal aptitude om toestemming vragen vooraleer het probeert een defect pakket te repareren. Optie: Aptitude::Auto-Install Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude automatisch proberen tegemoet te komen aan de vereisten van een pakket als u een pakket markeert om geïnstalleerd of opgewaardeerd te worden. Optie: Aptitude::Auto-Install-Remove-Ok Standaard: false Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld is, zal aptitude automatisch conflicterende pakketten verwijderen als u een pakket markeert om geïnstalleerd of opgewaardeerd te worden. Normaal worden deze conflicten met een vlag aangeduid en moet u ze zelf handmatig behandelen. Optie: Aptitude::Auto-Upgrade Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude automatisch alle opwaardeerbare pakketten markeren om opgewaardeerd te worden als u het programma start, alsof u het commando Acties → Markeer als opwaardeerbaar (U) gegeven had. Optie: Aptitude::Clean-After-Install Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld staat, zal aptitude na een succesvolle installatie van pakketten (of vergelijkbare operaties) alle bestanden in de cache-map opruimen (zie Acties → Schoon pakketcache op). Deze optie is vergelijkbaar met Aptitude::Autoclean-After-Update. Optie: Aptitude::CmdLine::Always-Prompt Standaard: false Omschrijving: Indien dit ingesteld staat, zal aptitude in commandoregelmodus steeds om bevestiging vragen vooraleer met het installeren of verwijderen van pakketten te beginnen, ook al zou die vraag normaal overgeslagen worden. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -P. Optie: Aptitude::CmdLine::Assume-Yes Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude zich in commandoregelmodus gedragen alsof de gebruiker op elke vraag met “yes” geantwoord had, waardoor de meeste vragen overgeslagen worden. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -y. Optie: Aptitude::CmdLine::Disable-Columns Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie ingesteld werd, zal het resultaat van zoekopdrachten aan de commandoregel (uitgevoerd via aptitude search) niet ingedeeld worden in kolommen met een vaste breedte of afgekapt worden op de breedte van het scherm. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --disable-columns. Optie: Aptitude::CmdLine::Download-Only Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude in commandoregelmodus pakketbestanden downloaden, maar ze niet installeren. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -d. Optie: Aptitude::CmdLine::Fix-Broken Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld werd, zal aptitude in commandoregelmodus meer agressief te werk gaan bij het proberen oplossen van de vereisten van defecte pakketten. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -f. Optie: Aptitude::CmdLine::Versions-Group-By Standaard: Stel dit in op auto, none, package of source-package om te bepalen of en hoe de uitvoer van aptitude versions gegroepeerd wordt. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --group-by (raadpleeg de documentatie daarvan voor meer toelichting bij wat de betekenis van deze waarden is). Optie: Aptitude::CmdLine::Ignore-Trust-Violations Standaard: false Omschrijving: In de commandoregelmodus doet dit aptitude voorbijgaan aan het feit dat onbetrouwbare pakketten geïnstalleerd worden. Dit is een synoniem van APT::Get::AllowUnauthenticated. Optie: Aptitude::CmdLine::Package-Display-Format Standaard: %c%a%M %p# - %d# Omschrijving: Dit is een indelingstekenreeks, zoals beschreven in de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. Ze wordt gebruikt om de resultaten weer te geven van een zoekopdracht aan de commandoregel. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -F. Optie: Aptitude::CmdLine::Package-Display-Width Standaard: Omschrijving: Deze optie stelt de breedte in, uitgedrukt in aantal lettertekens, voor het weergeven van het resultaat van een zoekopdracht aan de commandoregel. Als die optie leeg is (d.w.z. "", hetgeen de standaard is), dan zal de indeling van de zoekresultaten aangepast worden aan de grootte van de huidige terminal of, als die niet vastgesteld kan worden, aan een scherm van 80 tekens breed. Optie: Aptitude::CmdLine::Progress::Percent-On-Right Standaard: false Omschrijving: Deze optie regelt of de voortgangsindicatoren aan de commandoregel het percentage weergeven aan de linkerkant van het scherm, in de stijl van apt-get, of aan de rechterkant (wat standaard is). Deze optie heeft geen invloed op de voortgangsindicatoren bij het downloaden. Optie: Aptitude::CmdLine::Progress::Retain-Completed Standaard: false Omschrijving: Indien deze waarde ingesteld is op false, dan zullen de voortgangsindicatoren van de commandoregel verwijderd en overschreven worden van zodra de taak waarop zij betrekking hebben, beëindigd is. Indien deze waarde true is, dan zullen zij op de terminal blijven staan. Deze optie heeft geen invloed op de voortgangsindicatoren bij het downloaden. Optie: Aptitude::CmdLine::Request-Strictness Standaard: 10000 Omschrijving: Als aptitude in commandoregelmodus uitgevoerd wordt, zal het bij vereistenproblemen voor elke actie waarom u expliciet vraagt, deze waarde optellen bij de score die de probleemoplosser eraan geeft. Optie: Aptitude::CmdLine::Resolver-Debug Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude in commandoregelmodus bij het proberen oplossen van defecte vereisten, extreem veel informatie geven. Zoals de naam van deze optie suggereert, is ze in de eerste plaats bedoeld om te helpen bij het debuggen van de probleemoplosser. Optie: Aptitude::CmdLine::Resolver-Dump Standaard: Omschrijving: Als het in commandoregelmodus nodig is om defecte vereisten op te lossen en de waarde van deze optie de naam is van een bestand waarin geschreven kan worden, dan zal de oplosser zijn toestand in dat bestand opschrijven voordat hij begint berekeningen te maken. Optie: Aptitude::CmdLine::Resolver-Show-Steps Standaard: false Omschrijving: Als deze optie true is, dan zal een oplossing voor een vereiste weergegeven worden als een sequentie van oplossingen voor individuele vereisten. Bijvoorbeeld, “wesnoth hangt af van wesnoth-data (= 1.2.4-1) -> installeren van wesnoth-data 1.2.4-1 (unstable)”. Om tussen de twee weergavemodi te wisselen, drukt u op o bij de vraag “Deze oplossing aanvaarden?”. Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Deps Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld werd, zal aptitude in de commandoregelmodus een korte samenvatting tonen van de (eventuele) vereisten, gekoppeld aan de toestand van het pakket. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -D. Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Size-Changes Standaard: false Omschrijving: Als deze optie true is, zal aptitude in commandoregelmodus voor elk pakket het verwachte verschil inzake schijfgebruik weergeven. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -Z. Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Summary Standaard: no-summary Omschrijving: Deze optie stelt de standaardwaarde in van het commandoregelargument --show-summary. Raadpleeg de documentatie van --show-summary voor een lijst van de mogelijke waarden voor deze optie en hun betekenis. Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Versions Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude in commandoregelmodus de versie weergeven van het pakket dat geïnstalleerd of verwijderd wordt. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -V. Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Why Standaard: false Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld werd, zal aptitude in commandoregelmodus van elk automatisch geïnstalleerd pakket weergeven welk handmatig geïnstalleerd pakket ervan afhankelijk is en van elk automatisch verwijderd pakket welk handmatig geïnstalleerd pakket ermee conflicteert. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -W en toont dezelfde informatie als die welke u te zien krijgt via aptitude why of door bij een pakketlijst op i te drukken. Optie: Aptitude::CmdLine::Version-Display-Format Standaard: %c%a%M %p# %t %i Omschrijving: Dit is de indelingstekenreeks zoals die in de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden” beschreven werd. Ze wordt gebruikt om de uitvoer van aptitude versions weer te geven. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -F. Optie: Aptitude::CmdLine::Versions-Show-Package-Names Standaard: Wordt ingesteld op always, auto of never om te regelen wanneer pakketnamen weergegeven worden in de uitvoer van aptitude versions. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --show-package-names (raadpleeg de documentatie op die plaats voor een beschrijving van de betekenis van deze waarden). Optie: Aptitude::Safe-Resolver::Show-Resolver-Actions Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie actief is en de “veilige” probleemoplosser geactiveerd werd via --safe-resolver of omdat de actie aan de commandoregel safe-upgrade is, zal er een samenvatting getoond worden van de acties die de oplosser onderneemt vooraleer de voorafbeelding van de installatie getoond wordt. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --show-resolver-actions. Optie: Aptitude::Screenshot::IncrementalLoadLimit Standaard: 16384 Omschrijving: De minimale grootte in bytes vanaf wanneer aptitude schermafbeeldingen incrementeel zal beginnen weergeven. Onder dat minimum zullen schermafbeeldingen enkel zichtbaar worden nadat ze volledig gedownload werden. Optie: Aptitude::Screenshot::Cache-Max Standaard: 4194304 Omschrijving: De maximale hoeveelheid bytes aan schermafbeeldingsgegevens die aptitude in het geheugen zal opslaan voor schermafbeeldingen die momenteel niet weergegeven worden. Standaard is dit vier megabyte. Optie: Aptitude::CmdLine::Simulate Standaard: false Omschrijving: Deze optie is verouderd; gebruik in de plaats daarvan Aptitude::Simulate. Doet aptitude in commandoregelmodus enkel tonen welke acties ondernomen zouden worden (in plaats van ze effectief uit te voeren). In de visuele interface doet dit aptitude opstarten in alleen-lezenmodus ongeacht of u root bent of niet. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -s. Optie: Aptitude::CmdLine::Verbose Standaard: 0 Omschrijving: Dit regelt hoeveel informatie de commandoregelmodus van aptitude geeft. Elke maal dat de commandoregeloptie -v aangetroffen wordt, wordt deze waarde met 1 verhoogd. Optie: Aptitude::CmdLine::Visual-Preview Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie ingesteld staat op true, zal aptitude zijn visuele interface activeren om de voorafbeelding van een installatieoperatie te tonen en pakketten te downloaden. Optie: Aptitude::Delete-Unused Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zullen automatisch geïnstalleerde pakketten die niet langer nodig zijn, automatisch verwijderd worden. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”. Optie: Aptitude::Delete-Unused-Pattern Standaard: Omschrijving: Een verouderde alias voor Aptitude::Keep-Unused-Pattern. Indien Aptitude::Keep-Unused-Pattern gedeactiveerd is of ingesteld op een lege tekenreeks, zal de waarde van deze configuratieoptie als een vervanging ervoor fungeren. Anders wordt Aptitude::Delete-Unused-Pattern genegeerd. Optie: Aptitude::Display-Planned-Action Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude een voorafbeelding tonen vooraleer de door u gevraagde acties uit te voeren. Optie: Aptitude::Forget-New-On-Install Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie de waarde true heeft, zal aptitude de lijst van nieuwe pakketten leegmaken telkens u pakketten installeert, opwaardeert of verwijdert, net alsof u het commando Acties → Vergeet nieuwe pakketten (f) had gegeven. Optie: Aptitude::Forget-New-On-Update Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie de waarde true heeft, zal aptitude de lijst van nieuwe pakketten leegmaken telkens wanneer de pakketlijst bijgewerkt wordt, net alsof u het commando Acties → Vergeet nieuwe pakketten (f) had gegeven. Optie: Aptitude::Get-Root-Command Standaard: su:/bin/su Omschrijving: Deze optie stelt in welk extern commando aptitude zal gebruiken om systeembeheerder (root user) te worden (zie de paragraaf met de naam “Systeembeheerder (root) worden”). Ze heeft de vorm protocol:commando. protocol moet ofwel su of sudo zijn. Ze bepaalt hoe aptitude een beroep doet op het programma als het systeembeheerdersrechten (root privileges) wil verkrijgen. Indien het protocol su is, dan wordt “commando -c argumenten” gebruikt om systeembeheerder te worden. Anders gebruikt aptitude “commando argumenten”. Het eerste woord in commando is de naam van het programma waarop een beroep gedaan moet worden. De overige woorden worden als argumenten voor dat programma behandeld. Optie: Aptitude::Ignore-Old-Tmp Standaard: false Omschrijving: Oudere versies van aptitude maakten een map ~/.aptitude/.tmp aan die niet langer nodig is. Indien de map bestaat en Aptitude::Ignore-Old-Tmp true is, zal aptitude vragen of die map verwijderd moet worden. Deze optie wordt automatisch op true ingesteld na uw antwoord. Indien de map evenwel niet bestaat, wordt de optie op false ingesteld, waardoor u geïnformeerd zult worden als ze terug opduikt. Optie: Aptitude::Ignore-Recommends-Important Standaard: false Omschrijving: In eerdere versies van aptitude zorgde de instelling Aptitude::Recommends-Important voor het automatisch installeren van aanbevolen pakketten op dezelfde manier waarop dit nu via APT::Install-Recommends gebeurt. Indien deze optie op false ingesteld wordt, zal aptitude bij het opstarten APT::Install-Recommends op false instellen en Aptitude::Ignore-Recommends-Important op true. Optie: Aptitude::Keep-Recommends Standaard: false Omschrijving: Dit is een verouderde optie. Gebruik in de plaats daarvan APT::AutoRemove::RecommendsImportant. Deze optie instellen op true heeft hetzelfde effect als APT::AutoRemove::RecommendsImportant op true instellen. Optie: Aptitude::Keep-Suggests Standaard: false Omschrijving: Dit is een verouderde optie. Gebruik in de plaats daarvan APT::AutoRemove::SuggestsImportant. Deze optie instellen op true heeft hetzelfde effect als APT::AutoRemove::SuggestsImportant op true instellen. Optie: Aptitude::Keep-Unused-Pattern Standaard: Omschrijving: Indien Aptitude::Delete-Unused true is, zullen enkel niet-gebruikte pakketten die niet aan dit patroon beantwoorden (zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen”), verwijderd worden. Indien deze optie op een lege tekenreeks ingesteld wordt (de standaardinstelling), dan zullen alle niet-gebruikte pakketten verwijderd worden. Optie: Aptitude::LockFile Standaard: /var/lock/aptitude Omschrijving: Een bestand dat met fcntl vergrendeld wordt om er zeker van te zijn dat hoogstens één proces van aptitude tegelijk de cache kan wijzigen. In normale omstandigheden zou u dit nooit moeten wijzigen. Maar voor het debuggen kan dat wel nuttig zijn. Noot: indien aptitude zijn beklag doet dat het geen vergrendeling kan bekomen, betekent dit niet dat het vergrendelingsbestand verwijderd moet worden. Vergrendelingen via fcntl worden door de kernel beheerd en worden vernietigd als het programma dat de vergrendeling gebruikt, beëindigd wordt. Als er geen vergrendeling bekomen kan worden, betekent dit dat een ander actief programma haar gebruikt! Optie: Aptitude::Localize-Log Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie gebruikt wordt, zal aptitude meldingen en datumaanduidingen in het logbestand weergeven, rekening houdend met het taalgebied van de gebruiker. Anders worden die weergegeven volgens de "klassieke" taaldefinitie om te voorkomen dat verschillende talen (afhankelijk van de taaldefinities van de gebruikers die het programma uitvoeren) gebruikt zouden worden om in het logbestand te schrijven. Optie: Aptitude::Log Standaard: /var/log/aptitude Omschrijving: Indien dit op een niet-lege tekenreeks ingesteld staat, zal aptitude een log bijhouden van de uitgevoerde installaties, verwijderingen en opwaarderingen van pakketten. Indien de waarde van Aptitude::Log begint met een sluisteken (nl. “|”), zal de rest van de waarde gebruikt worden als de naam van een commando waar de log doorgesluisd moet worden: bijvoorbeeld, |mail -s 'Aptitude install run' root zal ertoe leiden dat de log naar root gemaild wordt. Om de log naar verschillende bestanden of commando's te schrijven, kunt u deze optie instellen op een lijst van logdoelwitten. Optie: Aptitude::Logging::File Standaard: Omschrijving: Indien dit op een niet-lege tekenreeks ingesteld staat, zal aptitude er logberichten in opschrijven. Dit instellen op “-” zorgt ervoor dat logberichten naar standaarduitvoer geschreven worden. Het verschil met de instelling Aptitude::Log is dat dat bestand gebruikt wordt om een log bij te houden van installaties en verwijderingen, terwijl dit bestand gebruikt wordt om er programmagebeurtenissen, fouten en debuginformatie (als debuggen actief is) in op te schrijven. Deze optie is het equivalent van het commandoregelargument --log-file. Zie ook Aptitude::Logging::Levels. Optie: Aptitude::Logging::Levels Standaard: (leeg) Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen regelen welke logberichten opgeschreven worden. Een element is ofwel “niveau”, wat het globale logniveau (het logniveau van de hoofdlogger) instelt op het opgegeven niveau, ofwel “categorie:niveau”, waarbij categorie de categorie berichten is waarvoor deze instructie geldt (zoals aptitude.resolver.hints.match) en niveau het laagste niveau waarvoor logberichten uit deze categorie weergegeven moeten worden. Geldige logniveaus zijn “fatal”, “error”, “warn”, “info”, “debug” en “trace”. De commandoregeloptie --log-level kan gebruikt worden om gelijk welk logniveau in te stellen of te wijzigen. Optie: Aptitude::Parse-Description-Bullets Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie actief is, zal aptitude proberen om lijsten met opsommingstekens automatisch te vinden in pakketbeschrijvingen. Dit zal in het algemeen een betere weergave van beschrijvingen tot gevolg hebben, maar het is niet volledig neerwaarts compatibel. Sommige beschrijvingen zullen met een minder attractieve indeling weergegeven worden wanneer deze optie true is dan wanneer ze false zou zijn. Optie: Aptitude::Pkg-Display-Limit Standaard: Omschrijving: De standaardfilter die op een pakketlijst toegepast wordt. Zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” voor details over de indeling ervan. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal de probleemoplosser het verbreken van een handhaving van een pakket of het installeren van verboden versies van een pakket in overweging nemen om een vereistenprobleem op te lossen. Indien ze op false ingesteld wordt, zullen deze acties standaard afgewezen worden, hoewel u ze steeds manueel kunt toestaan (zie de paragraaf met de naam “Vereisten interactief oplossen”). Optie: Aptitude::ProblemResolver::BreakHoldScore Standaard: -300 Omschrijving: Met hoeveel punten oplossingen die de toestand van een gehandhaafd pakket wijzigen of een verboden versie installeren, beloond of bestraft moeten worden. Merk op dat tenzij Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds op true ingesteld werd, de oplosser nooit een handhaving zal verbreken of een verboden versie zal installeren, tenzij hij daarvoor de expliciete goedkeuring van de gebruiker heeft. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Break-Hold-Level Standaard: 50000 Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een door de gebruiker ingestelde handhaving doorbreken (door een gehandhaafd pakket op te waarderen of door een verboden versie van een pakket te installeren). Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten. Optie: Aptitude::ProblemResolver::BrokenScore Standaard: -100 Omschrijving: Met hoeveel punten potentiële oplossingen beloond of bestraft moeten worden op basis van het aantal vereisten dat ze defect maken. Voor elke vereiste die door een potentiële oplossing defect gemaakt wordt, wordt dit aantal punten opgeteld bij haar score. Doorgaans zou dit een negatieve waarde moeten zijn. Optie: Aptitude::ProblemResolver::CancelRemovalScore Standaard: -300 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het niet verwijderen of wissen van een pakket waarvan het verwijderen of wissen aangevraagd is. Optie: Aptitude::ProblemResolver::DefaultResolutionScore Standaard: 400 Omschrijving: Met hoeveel punten potentiële oplossingen beloond of bestraft moeten worden op basis van het aantal “standaard”-oplossingen voor momenteel onvoldane vereisten dat zij installeren. De standaardoplossing is de oplossing die door “apt-get install” of door de “onmiddellijke vereistenoplosser” eruit gepikt zou worden. Deze score wordt enkel toegepast voor vereisten en aanbevelingen waarvan het doel momenteel niet geïnstalleerd is. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Discard-Null-Solution Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude nooit voorstellen om alle door u voorgestelde acties te annuleren om een vereistenprobleem op te lossen. Optie: Aptitude::ProblemResolver::EssentialRemoveScore Standaard: -100000 Omschrijving: Met hoeveel punten oplossingen beloond of bestraft moeten worden die een essentieel pakket verwijderen. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Remove-Essential-Level Standaard: 60000 Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een essentieel pakket verwijderen. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten. Optie: Aptitude::ProblemResolver::ExtraScore Standaard: 0 Omschrijving: Deze hoeveelheid punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde “extra” heeft. Optie: Aptitude::ProblemResolver::FullReplacementScore Standaard: 500 Omschrijving: Het verwijderen van een pakket en het installeren van een ander pakket dat het volledig vervangt (d.w.z. ermee conflicteert, het vervangt of erin voorziet) krijgt deze score toegekend. Optie: Aptitude::ProblemResolver::FutureHorizon Standaard: 50 Omschrijving: Hoeveel “stappen” de oplosser nog moet zetten na het vinden van de eerste oplossing. Hoewel aptitude probeert om eerst de beste oplossingen te genereren en daarna de minder goede, is het daar soms niet toe in staat. Deze instelling doet de oplosser nog een korte tijd verder zoeken naar een betere oplossing vooraleer hij zijn resultaten presenteert, in de plaats van onmiddellijk na het vinden van de eerste oplossing te stoppen. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Hints Standaard: (leeg) Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen gebruikt worden om de probleemoplosser te configureren. Elk item uit de groep is een tekenreeks die een actie beschrijft die op een of meer pakketten uitgevoerd moet worden. De syntaxis van elke aanwijzing en het effect ervan, kan men vinden in de paragraaf met de naam “Hints voor de oplosser configureren”. Optie: Aptitude::ProblemResolver::ImportantScore Standaard: 4 Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde “important” heeft. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Infinity Standaard: 1000000 Omschrijving: Een “maximale” score, ook oneindig genoemd, die een mogelijke oplossing kan hebben. Indien een geheel van acties een slechtere score haalt dan -oneindig, wordt ze onmiddellijk aan de kant geschoven. Optie: Aptitude::ProblemResolver::InstallScore Standaard: -20 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het installeren van een pakket waarvan de installatie nog niet gepland was. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Keep-All-Level Standaard: 10000 Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan de enige oplossing die alle door de gebruiker geselecteerde acties annuleert. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten. Optie: Aptitude::ProblemResolver::KeepScore Standaard: 0 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het behouden van een pakket in zijn huidige toestand, als dat pakket niet reeds in zijn huidige toestand behouden zou worden. Optie: Aptitude::ProblemResolver::NonDefaultScore Standaard: -40 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het installeren van een andere dan de standaardversie van een pakket (een die niet de huidige versie en niet de “kandidaatversie” is). Optie: Aptitude::ProblemResolver::Non-Default-Level Standaard: 50000 Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een andere dan de standaardversie van een pakket installeren. Als bijvoorbeeld versie 5 van een pakket geïnstalleerd is, versies 6, 7 en 8 beschikbaar zijn en versie 7 de standaardversie is, dan zullen versies 6 en 8 een veiligheidskost aangerekend krijgen die minstens zo hoog is. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten. Optie: Aptitude::ProblemResolver::OptionalScore Standaard: 1 Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde “optional” heeft. Optie: Aptitude::ProblemResolver::PreserveAutoScore Standaard: 0 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet geven aan het behouden van automatische installaties en verwijderingen. Optie: Aptitude::ProblemResolver::PreserveManualScore Standaard: 20 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet geven aan het behouden van door de gebruiker expliciet gemaakte selecties. Optie: Aptitude::ProblemResolver::RemoveObsoleteScore Standaard: 310 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het verwijderen van een verouderd pakket (als het nog niet gemarkeerd is om verwijderd te worden). Dit moet minstens RemoveScore tegengaan, aangezien dat nog altijd toegepast zal worden. Optie: Aptitude::ProblemResolver::RemoveScore Standaard: -300 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het verwijderen van een pakket (als het nog niet gemarkeerd is om verwijderd te worden). Optie: Aptitude::ProblemResolver::Remove-Level Standaard: 10000 Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een pakket verwijderen. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten. Optie: Aptitude::ProblemResolver::RequiredScore Standaard: 8 Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde “required” heeft. Optie: Aptitude::ProblemResolver::ResolutionScore Standaard: 50 Omschrijving: Naast alle andere factoren die de score beïnvloeden, krijgen voorgestelde oplossingen die effectief alle niet-voldane vereisten oplossen, dit aantal extra punten toegekend. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Safe-Level Standaard: 10000 Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die de standaardversie van een pakket installeren, een pakket naar zijn standaardversie opwaarderen of het installeren of opwaarderen van een pakket annuleren. Oplossingen waaraan een dergelijke kost aangerekend wordt, kunnen gegenereerd worden door aptitude safe-upgrade. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten. Optie: Aptitude::ProblemResolver::SolutionCost Standaard: safety,priority Omschrijving: Beschrijft hoe de kost van een oplossing vastgesteld moet worden. Zie de paragraaf met de naam “Kosten van de interactieve vereistenoplosser” voor een beschrijving van wat oplossingskosten zijn, wat zij doen en welke syntaxis gebruikt wordt om ze te specificeren. Indien de kost niet ontleed kan worden, wordt een foutmelding weergegeven en wordt in de plaats daarvan de standaardkost gebruikt. Optie: Aptitude::ProblemResolver::StandardScore Standaard: 2 Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde “standard” heeft. Optie: Aptitude::ProblemResolver::StepLimit Standaard: 5000 Omschrijving: Het maximum aantal “stappen” dat de probleemoplosser mag zetten bij elke poging om een oplossing te vinden voor een vereistenprobleem. Door dit getal te verlagen zal men aptitude sneller doen “opgeven”. Het getal verhogen zal de zoektocht naar een oplossing toelaten om meer tijd en geheugen te gebruiken alvorens afgebroken wordt. Door StepLimit op 0 in te stellen, zal men de probleemoplosser volledig uitschakelen. De standaardwaarde is groot genoeg om gewone situaties te kunnen opvangen en aptitude te beschermen tegen het “opblazen” van zichzelf als het een al te complex probleem tegenkomt. (Noot: dit is enkel van toepassing op het zoeken naar oplossingen aan de commandoregel. Met de visuele interface zal de oplosser blijven voortwerken totdat een oplossing bereikt werd) Optie: Aptitude::ProblemResolver::StepScore Standaard: -10 Omschrijving: Met hoeveel punten potentiële oplossingen beloond of bestraft worden op basis van hun lengte. Voor elke actie die ondernomen wordt om tot die oplossing te komen, wordt deze hoeveelheid punten bij zijn score opgeteld. Hoe groter deze waarde is, des te meer de oplosser geneigd zal zijn om bij zijn eerste keuze te blijven, eerder dan alternatieven te overwegen. Dit heeft tot gevolg dat er vlugger een oplossing geproduceerd wordt. Ze kan dan echter een iets lagere kwaliteit dan anders hebben. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Trace-Directory Standaard: Omschrijving: Indien deze waarde ingesteld werd, wordt iedere keer als er een oplossing geproduceerd wordt, een vereenvoudigde versie van de pakketstatus, die volstaat om de oplossing te reproduceren, naar het opgegeven bestand geschreven. Indien ook Aptitude::ProblemResolver::Trace-File ingesteld werd, zal diezelfde informatie ook opgeschreven worden in het traceringsbestand. Traceringsmappen zijn transparanter dan traceringsbestanden en zijn meer geschikt om bijvoorbeeld als testcases opgenomen te worden in een broncodeboom. Optie: Aptitude::ProblemResolver::Trace-File Standaard: Omschrijving: Indien deze waarde ingesteld werd, wordt iedere keer als er een oplossing geproduceerd wordt, een vereenvoudigde versie van de pakketstatus, die volstaat om de oplossing te reproduceren, naar het opgegeven bestand geschreven. Indien ook Aptitude::ProblemResolver::Trace-Directory ingesteld werd, zal diezelfde informatie ook opgeschreven worden in de traceringsmap. Een traceringsbestand is gewoon een gecomprimeerd archief van een traceringsmap. Het neemt minder plaats in dan een traceringsmap en is geschikt om over een network getransporteerd te worden. Optie: Aptitude::ProblemResolver::UndoFullReplacementScore Standaard: -500 Omschrijving: Deze score wordt toegekend aan het installeren van een pakket en het verwijderen van een ander pakket dat het volledig vervangt (nl. ermee conflicteert, het vervangt of erin voorziet). Optie: Aptitude::ProblemResolver::UnfixedSoftScore Standaard: -200 Omschrijving: Met hoeveel het onopgelost laten van een Recommends (een aanbeveling) beloond of bestraft wordt. Dit zou normalerwijze minder moeten zijn dan RemoveScore, anders zal aptitude eerder geneigd zijn om pakketten te verwijderen dan om hun aanbevelingen onbeantwoord te laten. Zie de paragraaf met de naam “Vereisten interactief oplossen” voor details. Optie: Aptitude::ProblemResolver::UpgradeScore Standaard: 30 Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het opwaarderen (of degraderen) van een pakket naar zijn kandidaatversie indien dat pakket niet reeds opgewaardeerd zou worden. Optie: Aptitude::Purge-Unused Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is en Aptitude::Delete-Unused is ook true, dan zullen niet-gebruikte pakketten gewist worden van het systeem, wat ook het verwijderen van hun configuratiebestanden en eventuele andere belangrijke gegevens inhoudt. Voor meer informatie over welke pakketten als “niet-gebruikt” beschouwd worden, zie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”. Deze optie kan leiden tot het verlies van gegevens! Activeer ze niet, tenzij u weet wat u doet! Optie: Aptitude::Recommends-Important Standaard: true Omschrijving: Dit is een verouderde configuratieoptie die vervangen werd door APT::Install-Recommends. Bij het opstarten zal aptitude Aptitude::Recommends-Important (als het bestaat) kopiëren naar APT::Install-Recommends en vervolgens Aptitude::Recommends-Important verwijderen uit uw gebruikersconfiguratiebestand. Optie: Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Installs Standaard: false Omschrijving: De oplosser zal geen toelating hebben om pakketten te installeren die momenteel niet geïnstalleerd zijn als deze optie op true ingesteld staat en de probleemoplosser in “veilige” modus gestart werd via --safe-resolver of via de commandoregelactie safe-upgrade. Optie: Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Upgrades Standaard: false Omschrijving: De oplosser zal geen toelating hebben om vereisten op te lossen via het opwaarderen van pakketten als deze optie geactiveerd is en de probleemoplosser in “veilige” modus gestart werd via --safe-resolver of via de commandoregelactie safe-upgrade. Optie: Aptitude::Sections::Descriptions Standaard: Zie $prefix/share/aptitude/section-descriptions Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen de weergegeven beschrijving definiëren van secties wanneer men voor de pakkethiërarchie de groeperingsrichtlijn “section” gebruikt. Beschrijvingen worden toegewezen aan sectiebomen op basis van de laatste component van de naam: bijvoorbeeld, een element van deze groep met als naam “games”, zal gebruikt worden voor de beschrijvingen van de secties “games”, “non-free/games” en “non-free/desktop/games”. In de tekst die een sectie beschrijft, zal de tekenreeks “\n” vervangen worden door een regeleinde en de tekenreeks “''” door een dubbel aanhalingsteken. Optie: Aptitude::Sections::Top-Sections Standaard: "main"; "contrib"; "non-free"; "non-US"; Omschrijving: Een configuratiegroep waarvan de elementen de namen zijn van de secties die op het basisniveau in het archief bestaan. De groeperingsrichtlijnen “topdir”, “subdir” en “subdirs” gebruiken deze lijst om sectievelden te interpreteren: indien het eerste element van het sectiepad van een pakket niet in deze lijst voorkomt of indien dat pad slechts uit één element bestaat, dan zal het pakket gegroepeerd worden op basis van de aanname dat het eerste element uit deze groep ook het eerste element van het sectiepad van dat pakket is. Bijvoorbeeld, indien het eerste element van Top-Sections “main” is, dan zal een pakket dat als sectie “games/arcade” heeft, behandeld worden alsof zijn sectie “main/games/arcade” was. Optie: Aptitude::Simulate Standaard: false Omschrijving: In commandoregelmodus doet dit aptitude de acties die uitgevoerd zouden worden, enkel weergeven (eerder dan ze effectief uit te voeren). In de visuele interface doet dit aptitude in de alleen-lezen modus opstarten, ongeacht of u root bent of niet. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -s. Optie: Aptitude::Spin-Interval Standaard: 500 Omschrijving: Het aantal millisecondes tussen de verversingen van het “draaiwieltje” dat zichtbaar is terwijl de probleemoplosser aan het werk is. Optie: Aptitude::Suggests-Important Standaard: false Omschrijving: Dit is een verouderde optie. Gebruik in de plaats daarvan APT::AutoRemove::SuggestsImportant. Deze optie instellen op true heeft hetzelfde effect als APT::AutoRemove::SuggestsImportant op true instellen. Optie: Aptitude::Suppress-Read-Only-Warning Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie false is, zal aptitude een waarschuwing tonen bij de eerste keer dat u de toestand van pakketten tracht te wijzigen terwijl het programma in alleen-lezen modus uitgevoerd wordt. Optie: Aptitude::Theme Standaard: Omschrijving: Het door aptitude te gebruiken thema. Zie de paragraaf met de naam “Thema's” voor meer informatie. Optie: Aptitude::Track-Dselect-State Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie ingesteld werd op true, zal aptitude trachten te achterhalen of met behulp van dselect of dpkg een wijziging aan de toestand van een pakket werd doorgevoerd: indien u bijvoorbeeld een pakket verwijdert met dpkg, zal aptitude niet proberen het opnieuw te installeren. Noteer dat hierbij soms fouten kunnen gemaakt worden. Optie: Aptitude::UI::Advance-On-Action Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld staat en de toestand van een pakket gewijzigd wordt (het wordt bijvoorbeeld gemarkeerd om geïnstalleerd te worden), zal aptitude de accentueringsbalk verplaatsen naar het volgende pakket uit de huidige groep. Optie: Aptitude::UI::Auto-Show-Reasons Standaard: true Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld is en er een pakket geselecteerd wordt dat defect is of andere pakketten blijkt defect te maken, zullen in het informatiegebied automatisch een aantal mogelijke redenen daarvoor getoond worden. Optie: Aptitude::UI::Default-Grouping Standaard: filter(missing),status,section(subdirs,passthrough),section(topdir) Omschrijving: Stelt het standaard groeperingsbeleid in voor pakketlijsten. Zie de paragraaf met de naam “De pakkethiërarchie aanpassen” voor bijkomende informatie over groeperingsrichtlijnen. Optie: Aptitude::UI::Default-Package-View Standaard: Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen de standaardopmaak van het weergavescherm van aptitude definiëren. Zie de paragraaf met de naam “De schermopmaak aanpassen” voor meer informatie. Optie: Aptitude::UI::Default-Preview-Grouping Standaard: action Omschrijving: Stelt voor voorafbeeldingen het standaard groeperingsbeleid in. Zie de paragraaf met de naam “De pakkethiërarchie aanpassen” voor bijkomende informatie over groeperingsrichtlijnen. Optie: Aptitude::UI::Default-Sorting Standaard: name Omschrijving: Het standaard sorteringsbeleid voor pakketweergaven. Zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten gesorteerd worden” voor meer informatie. Optie: Aptitude::UI::Description-Visible-By-Default Standaard: true Omschrijving: Bij de eerste weergave van een pakketlijst zal het informatiegebied (dat gewoonlijk de uitgebreide beschrijving van het actuele pakket bevat) zichtbaar zijn als deze optie true is en onzichtbaar als ze false is. Optie: Aptitude::UI::Exit-On-Last-Close Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is en alle actieve weergaven gesloten worden, zal aptitude afsluiten. Anders zal aptitude pas afsluiten als u het commando Acties → Afsluiten (Q) geeft. Zie de paragraaf met de naam “Met verschillende weergaven werken” voor meer informatie. Optie: Aptitude::UI::Fill-Text Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude beschrijvingen zo opmaken dat iedere regel exact de breedte van het scherm inneemt. Optie: Aptitude::UI::Flat-View-As-First-View Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude bij het opstarten een vlakke weergave tonen in plaats van de standaardweergave. Optie: Aptitude::UI::HelpBar Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal bovenaan het scherm een regel weergegeven worden met informatie over de belangrijkste toetsaanslagen. Optie: Aptitude::UI::Incremental-Search Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude “incrementele” zoekacties uitvoeren: terwijl u een zoekpatroon intypt, zal het programma zoeken naar het volgende pakket dat beantwoordt aan wat u tot dan getypt heeft. Optie: Aptitude::UI::InfoAreaTabs Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude bovenaan het informatiegebied (het gebied onderaan het scherm) tabs weergeven die de verschillende mogelijke modi omschrijven waarop dat gebied ingesteld kan worden. Optie: Aptitude::UI::Keybindings Standaard: Omschrijving: Dit is een groep waarvan de elementen de relatie beschrijven tussen toetsaanslagen en commando's in aptitude. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Sneltoetsen aanpassen”. Optie: Aptitude::UI::Menubar-Autohide Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld werd, zal de menubalk onzichtbaar zijn als hij niet in gebruik is. Optie: Aptitude::UI::Minibuf-Download-Bar Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude een minder opdringerig mechanisme gebruiken voor het weergeven van de voortgang van downloads: onderaan het scherm zal een balk verschijnen die de huidige downloadstatus weergeeft. Op q drukken terwijl het downloaden bezig is, zal dat afbreken. Optie: Aptitude::UI::Minibuf-Prompts Standaard: false Omschrijving: Indien deze optie true is, zullen sommige keuzemogelijkheden (zoals ja/nee-vragen en multiplechoicevragen) weergegeven worden onderaan het scherm in plaats van in dialoogvensters. Optie: Aptitude::UI::New-Package-Commands Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie op false ingesteld is, zullen commando's zoals Pakket → Installeren (+) een gedrag vertonen dat hetzelfde is als in oudere versies van aptitude en dat nu in onbruik geraakt is. Optie: Aptitude::UI::Package-Display-Format Standaard: %c%a%M %p %Z %v %V Omschrijving: Deze optie regelt de indelingstekenreeks die gebruikt wordt bij het weergeven van pakketten in pakketlijsten. Voor meer informatie over indelingstekenreeksen, zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. Optie: Aptitude::UI::Package-Header-Format Standaard: %N %n @ %H #%B %u %o Omschrijving: Deze optie regelt de indelingstekenreeks die gebruikt wordt bij de weergave van de kopregel van pakketlijsten (nl. de regel die tussen de menubalk en de pakketlijst staat). Voor meer informatie over indelingstekenreeksen, zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. Optie: Aptitude::UI::Package-Status-Format Standaard: %d Omschrijving: Deze optie regelt de indelingstekenreeks die gebruikt wordt bij de weergave van de statusregel van pakketlijsten (nl. de regel die tussen de pakketlijst en het informatiegebied staat). Voor meer informatie over indelingstekenreeksen, zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. Optie: Aptitude::UI::Pause-After-Download Standaard: OnlyIfError Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude een bericht weergeven als het klaar is met het ophalen van pakketten en u vragen of u wilt voortgaan met de installatie. Indien ze op OnlyIfError ingesteld werd, zal enkel een bericht getoond worden als een download mislukte. In het andere geval, als de optie op false ingesteld staat, zal aptitude onmiddellijk naar het volgende scherm doorgaan nadat een download voltooid werd. Optie: Aptitude::UI::Preview-Limit Standaard: Omschrijving: De standaardfilter die op het scherm met de voorafbeelding toegepast wordt. Zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” voor details over zijn indeling. Optie: Aptitude::UI::Prompt-On-Exit Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude een bevestiging vragen vooraleer het afgesloten wordt. Optie: Aptitude::UI::Styles Standaard: Omschrijving: Dit is een configuratiegroep waarvan de inhoud bepaalt welke tekststijlen gebruikt worden door aptitude bij het weergeven van informatie. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “De kleur en de vormgeving van tekst aanpassen”. Optie: Aptitude::UI::ViewTabs Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie op false ingesteld werd, zal aptitude bovenaan het scherm geen “tabs” weergeven met de beschrijving van de weergaven die momenteel actief zijn. Optie: Aptitude::Warn-Not-Root Standaard: true Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude opmerken wanneer u over de rechten van root moet beschikken om iets te doen en u vragen of u wilt overschakelen op het account van root als u momenteel nog niet root bent. Zie de paragraaf met de naam “Systeembeheerder (root) worden” voor meer informatie. Optie: DebTags::Vocabulary Standaard: /usr/share/debtags/vocabulary Omschrijving: De locatie van het bestand met het vocabularium van debtags; wordt gebruikt om de metadata over de categorisering van pakketten op te halen. Optie: Dir::Aptitude::state Standaard: /var/lib/aptitude Omschrijving: De map waarin informatie over de persistente toestand van aptitude opgeslagen wordt. Optie: Quiet Standaard: 0 Omschrijving: Dit regelt de mate van geruisloosheid van de commandoregelmodus. Hoe hoger de waarde hoe meer voortgangsindicatoren er weggelaten worden. Thema's In aptitude is een thema gewoon een geheel van instellingen die “bij elkaar horen”. Thema's hebben voorrang op de standaardwaarden van opties: indien een optie niet ingesteld werd in het systeemconfiguratiebestand of in uw persoonlijk configuratiebestand, zal aptitude de instelling uit het huidige thema gebruiken als die daarin voorkomt en pas in het andere geval de standaardwaarde gebruiken. Een thema is gewoon een benoemde groep onder Aptitude::Themes. Elke configuratieoptie uit de groep zal voorrang hebben op de overeenkomstige optie uit de globale configuratie. Bijvoorbeeld, indien het thema Dselect geselecteerd werd, zal de optie Aptitude::Themes::Dselect::Aptitude::UI::Package-Display-Format voorrang hebben op de standaardwaarde van de optie Aptitude::UI::Package-Display-Format. Om een thema te selecteren moet u de configuratieoptie Aptitude::Theme instellen op de naam van het thema. Bijvoorbeeld, Aptitude::Theme Vertical-Split; De volgende thema's worden met aptitude in /usr/share/aptitude/aptitude-defaults meegeleverd: Dselect Dit thema doet aptitude er meer uitzien en zich gedragen als de oudere pakketbeheerder dselect: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten --\ Geïnstalleerde Pakketten --\ Prioriteit required --\ base - Het basissysteem van Debian c base base-file 3.0.16 3.0.16 Debian base system miscellaneous fil c base base-pass 3.5.7 3.5.7 Debian basissysteem hoofd wachtwoord en c base bash 2.05b-15 2.05b-15 The GNU Bourne Again SHell c base bsdutils 1:2.12-7 1:2.12-7 Basic utilities from 4.4BSD-Lite c base coreutils 5.0.91-2 5.0.91-2 The GNU core utilities c base debianuti 2.8.3 2.8.3 Miscellaneous utilities specific to c base diff 2.8.1-6 2.8.1-6 Hulpprogramma's voor bestandsvergelijking base-files geïnstalleerd ; geen required This package contains the basic filesystem hierarchy of a Debian system, and several important miscellaneous files, such as /etc/debian_version, /etc/host.conf, /etc/issue, /etc/motd, /etc/profile, /etc/nsswitch.conf, and others, and the text of several common licenses in use on Debian systems. Vertical-Split Dit thema reorganiseert de weergave: in plaats van de beschrijving van het huidige pakket onder de pakketlijst weer te geven, wordt ze rechts van de pakketlijst weergegeven. Dit thema is nuttig voor zeer brede terminals en wellicht ook bij het bewerken van de ingebouwde hiërarchie onder de pakketten. Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten aptitude 0.2.14.1 --\ Installed Packages Moderne computers ondersteunen het Geavanceerde # --\ admin - Administrative utilities Configuratie en Energie Interface --\ main - The main Debian archive (ACPI) zodat intelligent i acpid 1.0.3-19 1.0.3-19 energiebeheer op uw systeem mogelijk wordt i alien 8.44 8.44 en om de status van de batterij i anacron 2.3-9 2.3-9 i apt-show-vers 0.07 0.07 en de configuratie op te vragen. i A apt-utils 0.5.25 0.5.25 ACPID is een compleet, flexibel en uitbreidbaar i apt-watch 0.3.2-2 0.3.2-2 daemon voor het leveren van ACPI-gebeurtenissen. i aptitude 0.2.14.1-2 0.2.14.1-2 Het luistert op de netlink-interface (of het i at 3.1.8-11 3.1.8-11 verouderde bestand /proc/acpi/event) en, als er i auto-apt 0.3.20 0.3.20 een gebeurtenis plaatsvindt, voert het programma's i cron 3.0pl1-83 3.0pl1-83 uit om de gebeurtenis te verwerken. i debconf 1.4.29 1.4.29 De programma's die uitgevoerd worden i debconf-i18n 1.4.29 1.4.29 kunnen geconfigureerd worden door i A debootstrap 0.2.39 0.2.39 beheerders of softwarepakketten. i A deborphan 1.7.3 1.7.3 i debtags 0.16 0.16 i A defoma 0.11.8 0.11.8 i discover 2.0.4-5 2.0.4-5 Instelprogramma geavanceerde gebeurtenissen en energiebeheer (ACPI) Mijnenveger spelen Mocht u het beu geraken om pakketten te installeren en te verwijderen, dan biedt aptitude u een ingebouwde versie van het klassieke spel “Mijnenveger”. Om het te starten moet u Acties → Mijnenveger spelen selecteren en het openingsbord van Mijnenveger zal zichtbaar worden: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Mijnenveger 10/10 mijnen 13 seconden +--------+ | | | | | | | | | | | | | | | | +--------+ Binnenin de rechthoek die op het scherm verschijnt, zitten tien mijnen verborgen. De uitdaging is om op basis van intuïtie, logisch redeneren en geluk uit te zoeken waar die mijnen zich bevinden, zonder er een te doen afgaan! Om dat te bereiken, moet u alle vakjes zonder mijnen openleggen. Terwijl u dat doet vergaart u belangrijke informatie over in welke vakjes er mijnen verborgen zitten. Wees echter voorzichtig: een vakje met een mijn openleggen, doet die afgaan, waardoor het spel onmiddellijk voorbij is! Om een vakje open te leggen (en te weten te komen of er een mijn verborgen zit), moet u het vakje selecteren met de pijltjestoetsen en op Enter drukken: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Mijnenveger 10/10 mijnen 387 seconden +--------+ | 2......| | 2111...| | 1...| | 1111...| |11...111| |...113 | |1122 | | | +--------+ Zoals u kunt zien, zijn in deze schermafdruk sommige verborgen (blanco) delen van het bord onthult. De vakjes met een . zijn vakjes die zich niet naast een mijn bevinden. De getallen in de overige vakjes geven aan hoeveel mijnen er zich naast dat vakje bevinden. Indien u denkt te weten waar er zich een mijn bevindt, kunt u er een “vlag” op plaatsen. Om dit te doen selecteert u het verdachte vakje en drukt u op f. In de schermafdruk hieronder besliste ik bijvoorbeeld dat het vakje aan de linkerkant van het bord verdacht leek... Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Mijnenveger 9/10 mijnen 961 seconden +--------+ | 2......| | 2111...| | 1...| |F1111...| |11...111| |...113 | |1122 | | | +--------+ Zoals u kunt zien staat er nu een F in het geselecteerde vakje. Het is niet langer mogelijk om dit vakje open te leggen, zelfs niet per ongeluk, totdat de vlag verwijderd werd (door opnieuw op f te drukken). Nadat u vlaggen geplaatst heeft op alle mijnen die zich naast een vakje bevinden (bijvoorbeeld de vakjes die naast de vlag hierboven het kenteken 1 hebben), kunt u rond het vakje “vegen”. Dit is gewoon een handige sneltoets om alle vakjes die er naast liggen open te leggen (behalve die met een vlag natuurlijk). Laten we bijvoorbeeld vegen rond de 1 hierboven: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Mijnenveger 9/10 mijnen 2290 seconden +--------+ | 2......| | 2111...| |221 1...| |F1111...| |11...111| |...113 | |1122 | | | +--------+ Gelukkig had ik juist gegokt (was het wel een gok?) wat de plaats van de mijn betreft. Mocht ik fout geweest zijn, dan was ik onmiddellijk verloren: Acties Ongedaan maken Pakket Zoeken Opties Weergaven Hulp f10: Menu ?: Hulp q: Afsluiten u: Bijwerken g: Ophalen/Inst./Verw. Pakketten Mijnenveger Mijnenveger Verloren in 2388 seconden +--------+ |^2......| |^2111...| |221^1...| |^1111...| |11...111| |...113^ | |1122* ^ | | ^ ^ ^| +--------+ Als u verliest, wordt de locatie van alle mijnen zichtbaar: niet-ontplofte mijnen worden met het symbool accent circonflexe (^) weergegeven, en die waarop u “trapte”, wordt aangeduid met een asterisk (*). ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ ^[7] Het is me een genoegen te kunnen zeggen dat het aantal vragen van die aard kort na de initiële publicatie van deze gids snel verminderde. Het zou een gelukkig voorval zijn, mocht er tussen beide gebeurtenissen een verband bestaan. ^[8] Hiernaar wordt soms verwezen met het begrip “installatieoperatie”, ook al kan het zijn dat u niet enkel pakketten installeert, maar er ook opwaardeert of verwijdert. ^[9] Zoals eerder reeds aangegeven, is dit geen indicatie voor het feit dat de pakketten in het archief veilig of zelfs niet kwaadaardig zijn, maar het is eerder een aanwijzing dat ze echt zijn. ^[10] Meer precies zullen ze verwijderd worden als er via Depends (vereiste), PreDepends (voorvereiste), of Recommends (aanbeveling) tussen hen en een handmatig geïnstalleerd pakket geen enkele afhankelijkheidsrelatie meer vastgesteld wordt. Indien APT::AutoRemove::SuggestsImportant op true ingesteld staat, zal een relatie op het niveau Suggests (suggestie) volstaan om een pakket geïnstalleerd te laten. ^[11] Of wanneer de onmiddellijke oplossing uitgeschakeld is. ^[12] Het pakket met de hoogste dpkg-prioriteit, niet het pakket met de hoogste apt pin-prioriteit. ^[13] Deze limiet werd ingesteld omdat nog meer complexe kostenstructuren het moeilijk zouden maken om de oplosser te optimaliseren. Uit toekomstige versies van het programma zouden sommige restricties verwijderd kunnen worden als ze niet noodzakelijk blijken te zijn. ^[14] aptitude zal een komma enkel als een speciaal teken interpreteren als er een tweede argument opgegeven is, zodat (bijvoorbeeld) “?name(apt,itude)” zal zoeken naar de tekenreeks “apt,itude” in het veld Naam van de pakketten. Hoewel dit gedrag duidelijk omschreven is, kan het toch tot verrassingen leiden. Ik beveel aan om tekenreeksen tussen aanhalingstekens te gebruiken voor elk patroon dat lettertekens bevat die een speciale betekenis kunnen hebben. ^[15] De lettertekens met een bijzondere betekenis zijn: “+”, “-”, “.”, “(”, “)”, “|”, “[”, “]”, “^”, “$”, en “?”. Merk op dat sommige daarvan ook metatekens voor aptitude zijn. Indien u dus (bijvoorbeeld) een letterlijke “|” wenst te typen, moet u een dubbele stuurcode (escape) gebruiken: “?description(\~|)” zal een overeenkomst opleveren met pakketten waarvan de beschrijving het letterteken verticaal streepje (“|”) bevat. ^[16] Ook de backslash stuurcodes (escapes) \\, \n en \t kunnen gebruikt worden. ^[17] Scherpzinnige lezers zullen opmerken dat dit in essentie een manier is om expliciet de variabele in de λ-termen die aan de term beantwoordt, te benoemen. Een typische term zou de vorm hebben “λ x . name-equals(x, patroon)”. Dit een expliciet doel geven, maakt x in de zoektaal zichtbaar. ^[18] Dit wordt grotendeels met het oog op de symmetrie met ?true geïmplementeerd. ^[19] Momenteel wordt merktekens geven niet ondersteund. Deze stuurcode is voor toekomstig gebruik bedoeld. ^[20] Op sommige terminals zal een “gele” achtergrond er in werkelijkheid bruin uitzien. Hoofdstuk 3. Veel gestelde vragen bij aptitude   “Wat ... is uw naam?”   “Ik ben Arthur, Koning van de Britten.” “Wat ... is uw queeste?” “Ik zoek de Heilige Graal!” “Wat ... is de snelheid waarmee een niet-beladen zwaluw vliegt?” “Wat bedoelt u? Een Afrikaanse of een Europese zwaluw?” “Huh? Ik ... Ik weet het n---AAAAAUUUGGGHH!”   -- Monty Python en de Heilige Graal 3.1. Hoe kan ik exact één pakket op naam vinden? 3.2. Hoe kan ik defecte pakketten vinden? 3.3. Ik wil tekst selecteren. Waarom laat aptitude me de muis niet uitschakelen? 3.1. Hoe kan ik exact één pakket op naam vinden? Zoals in de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” aangegeven werd, is de tekst die u invoert als u op naam zoekt naar een pakket, eigenlijk een reguliere expressie. Dus zal het zoekpatroon “^naam$” enkel overeenkomen met een pakket met de naam naam. U kunt bijvoorbeeld apt (maar niet aptitude of synaptic) vinden door ^apt$ in te geven. U kunt g++ (maar niet g++-2.95 of g++-3.0) vinden door ^g\+\+$ in te geven. 3.2. Hoe kan ik defecte pakketten vinden? Gebruik het commando Zoeken → Zoek Defecte (b). 3.3. Ik wil tekst selecteren. Waarom laat aptitude me de muis niet uitschakelen? Normaal gezien kunt u geen tekst selecteren in een x-terminal als er in die terminal een programma uitgevoerd wordt (zoals aptitude) dat de muis gebruikt. U kunt dit gedrag echter omzeilen en een selectie maken door de Shift-toets ingedrukt te houden terwijl u op de terminal klikt. Hoofdstuk 4. Credits   Niemand herinnert zich de zanger. Het liedje blijft.     -- Terry Pratchett, De Laatste Held Dit onderdeel eert sommige mensen die bijgedragen hebben aan aptitude in de loop van zijn bestaan. [Opmerking] Opmerking Dit onderdeel is momenteel eerder onvolledig en zal wellicht na verloop van tijd bijgewerkt en uitgebreid worden (vooral voor het vertaalwerk ontbreken heel wat vermeldingen omwille van het hoge aantal bronnen in verband met vertalingen ^[21]). Indien u denkt dat u in deze lijst vermeld zou moeten worden, stuur dan een e-mail naar met een uitleg voor waarom u dat denkt. Vertaling en internationalisering Braziliaanse vertaling Andre Luis Lopes, Gustavo Silva Chinese vertaling Carlos Z.F. Liu Tsjechische vertaling Miroslav Kure Deense vertaling Morten Brix Pedersen, Morten Bo Johansen Nederlandse vertaling Luk Claes Finse vertaling Jaakko Kangasharju Franse vertaling Martin Quinson, Jean-Luc Coulon Duitse vertaling Sebastian Schaffert, Erich Schubert, Sebastian Kapfer, Jens Seidel Italiaanse vertaling Danilo Piazzalunga Japanse vertaling Yasuo Eto, Noritada Kobayashi Litouwse vertaling Darius ?itkevicius Poolse vertaling Michal Politowski Portugese vertaling Nuno Sénica, Miguel Figueiredo Noorse vertaling Håvard Korsvoll Spaanse vertaling Jordi Malloch, Ruben Porras Zweedse vertaling Daniel Nylander Initiële patch voor internationalisering Masato Taruishi triage en onderhoud van het internationaliseringsproces Christian Perrier Documentatie Gebruikershandleiding Daniel Burrows Programmering Programmaontwerp en -uitwerking Daniel Burrows Ondersteuning voor het veld Breaks van dpkg Ian Jackson, Michael Vogt ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ ^[21] Het moet mogelijk zijn om een behoorlijk volledige lijst van vertalers die een bijdrage geleverd hebben, samen te stellen aan de hand van het Changelog-bestand, de erin voorkomende verwijzingen naar het bugopvolgingssysteem van Debian en de revisiegeschiedenis van aptitude, maar dit vraagt behoorlijk wat tijd die er momenteel niet is. Referentiegids voor de commandoregel ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ Inhoudsopgave aptitude — hoogwaardige interface voor de pakketmanager aptitude-create-state-bundle — de huidige toestand van aptitude samenbundelen aptitude-run-state-bundle — pak een statusbundel van aptitude uit en gebruik dit om er aptitude op uit te voeren. Name aptitude — hoogwaardige interface voor de pakketmanager Samenvatting aptitude [opties...] { autoclean | clean | forget-new | keep-all | update } aptitude [opties...] { full-upgrade | safe-upgrade } [pakketten...] aptitude [options...] { build-dep | build-depends | changelog | download | forbid-version | hold | install | markauto | purge | reinstall | remove | show | showsrc | source | unhold | unmarkauto | versions } pakketten... aptitude extract-cache-subset uitvoer-map pakketten... aptitude [opties...] search patronen... aptitude [opties...] { add-user-tag | remove-user-tag } merkteken pakketten... aptitude [opties...] { why | why-not } [patronen...] pakket aptitude [-S bestandsnaam] [ --autoclean-on-startup | --clean-on-startup | -i | -u ] aptitude help Omschrijving aptitude is een interface in tekstmodus voor het Debian GNU/Linux pakketsysteem. Het laat de gebruiker toe de pakketlijst te bekijken en taken van pakketbeheer uit te voeren, zoals het installeren, opwaarderen en verwijderen van pakketten. Acties kunnen uitgevoerd worden met behulp van een visuele interface of aan de commandoregel. Acties aan de commandoregel het eerste argument dat niet met een streepje (“-”) begint, wordt als een actie beschouwd die door het programma uitgevoerd moet worden. Indien er aan de commandoregel geen actie ingegeven wordt, zal aptitude in visuele modus opstarten. De volgende acties kunnen gebruikt worden: install Installeer een of meer pakketten. De pakketten moeten na het commando “install” vermeld worden. Indien de naam van een pakket een tilde-teken (“~”) of een vraagteken (“?”) bevat, zal dat als een zoekpatroon behandeld worden en elk pakket dat aan dat patroon beantwoordt zal geïnstalleerd worden (raadpleeg de sectie over “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). Om een specifieke versie van een pakket te selecteren, voegt u “=versie” toe aan de pakketnaam: bijvoorbeeld, “aptitude install apt=0.3.1”. Op dezelfde manier kunt u een pakket uit een specifiek archief selecteren door “/archief” toe te voegen aan de pakketnaam: bijvoorbeeld, “aptitude install apt/experimental”. U kunt niet terzelfder tijd een archief en een versie opgeven voor een pakket. Niet elk pakket dat aan de commandoregel opgegeven wordt, moet geïnstalleerd worden. U kunt aptitude opdragen iets anders te doen met een pakket door aan de naam van het pakket een “modificatieaanduiding” toe te voegen. Bijvoorbeeld, aptitude remove wesnoth+ zal wesnoth installeren in plaats van het te verwijderen. De volgende modificatieaanduidingen kunnen gebruikt worden: pakket+ Installeer pakket. Indien het pakket niet geïnstalleerd was, wordt het gemarkeerd als handmatig geïnstalleerd en de nieuw geïnstalleerde vereisten worden gemarkeerd met de vlag automatisch geïnstalleerd. Indien het pakket of de vereisten reeds geïnstalleerd waren, blijft de markering automatisch geïnstalleerd behouden. Zie voor meer informatie het onderdeel over automatische installaties uit de documentatie. pakket+M Installeer pakket en markeer het onmiddellijk als automatisch geïnstalleerd (merk op dat indien niets afhankelijk is van pakket, dit tot gevolg heeft dat het onmiddellijk verwijderd zal worden). pakket- Verwijder pakket. pakket_ Wis pakket: verwijder het en ook de ermee verband houdende configuratie- en databestanden. pakket= Bevries pakket: annuleer een eventuele geactiveerde installatie, opwaardering of verwijdering en voorkom dat dit pakket in de toekomst automatisch opgewaardeerd wordt. pakket: Behoud pakket op zijn huidige versie: annuleer een eventuele installatie, verwijdering of opwaardering. Anders dan bij een “handhaving” (zie hierboven) worden toekomstige automatische opwaarderingen hierdoor niet tegengehouden. pakket&M Markeer pakket als automatisch geïnstalleerd. pakket&m Markeer pakket als handmatig geïnstalleerd. pakket&BD Installeer de bouwvereisten van een pakket. Een bijzondere casus is “install” zonder argumenten, hetgeen een uitwerking zal hebben op alle opgeslagen/aanhangige acties. [Opmerking] Opmerking Nadat u bij de uiteindelijke vraag om bevestiging Y ingevoerd heeft, zal het commando “install” de door aptitude opgeslagen informatie over de uit te voeren acties, aanpassen. Als u bijvoorbeeld voor pakketten die voordien niet geïnstalleerd waren, de opdracht geeft “aptitude install foo bar” en als vervolgens de installatie mislukt nadat aptitude begonnen was met het downloaden en installeren van pakketten, zult u daarom het commando “aptitude remove foo bar” moeten uitvoeren om terug te gaan naar de vorige toestand (en eventueel de op andere pakketten toegepaste installatie- of opwaarderingsactie, die door de “install”-actie uitgelokt werden, ongedaan maken). remove, purge, reinstall Deze commando's zijn hetzelfde als “install”, maar passen de vermelde actie toe op alle aan de commandoregel opgegeven pakketten waarvoor die actie niet opgeheven (overridden) werd. Bijvoorbeeld, “aptitude remove '~ndeity'” zal alle pakketten verwijderen waarvan de naam “deity” bevat. build-depends, build-dep Voldoe aan de bouwvereisten van een pakket. Elke pakketnaam kan de naam van een bronpakket zijn en in dat geval worden de bouwvereisten voor dat bronpakket geïnstalleerd. In het andere geval worden binaire pakketten opgezocht zoals bij het commando “install” en wordt voldaan aan de bouwvereisten van de bronpakketten waaruit deze binaire pakketten gebouwd worden. Indien de commandoregelparameter --arch-only gebruikt werd, wordt enkel voldaan aan de architectuurgerelateerde bouwvereisten (d.w.z. niet Build-Depends-Indep of Build-Conflicts-Indep). markauto, unmarkauto Markeer pakketten respectievelijk als automatisch of als handmatig geïnstalleerd. De pakketten worden op dezelfde manier gespecificeerd als bij het commando “install”. Bijvoorbeeld, “aptitude markauto '~slibs'” markeert alle pakketten uit de sectie “libs” als automatisch geïnstalleerd. Zie voor meer informatie over automatisch geïnstalleerde pakketten de sectie “Het beheer van automatisch geïnstalleerde pakketten” in de referentiehandleiding van aptitude. hold, unhold, keep Markeer pakketten als te handhaven, ontneem hen deze status, of stel in dat ze behouden moeten blijven in hun huidige toestand. De pakketten worden op precies dezelfde manier opgegeven als bij het commando “install”. Bijvoorbeeld, “aptitude hold '~e^dpkg$'” markeert alle pakketten uit het broncodepakket “dpkg” als te handhaven. Het verschil tussen hold en keep is dat hold ervoor zorgt dat een pakket genegeerd zal worden bij toekomstige safe-upgrade en full-upgrade commando's, terwijl keep enkel eventuele geplande acties voor een pakket annuleert. unhold laat terug toe dat een pakket opgewaardeerd wordt door een later gegeven safe-upgrade of full-upgrade commando, zonder andere veranderingen aan zijn toestand aan te brengen. keep-all Annuleert alle geplande acties voor alle pakketten. Bij alle pakketten die een gevraagde actie van installeren, verwijderen of opwaarderen opgeplakt kregen, wordt die aangevraagde toestand geannuleerd. forget-new Vergeet alle interne informatie over welke pakketten “nieuw” zijn (het equivalent van het indrukken van “f” in de visuele modus). Dit commando aanvaardt pakketnamen en patronen als argument. Indien de tekenreeks een tilde-teken (“~”) of een vraagteken (“?”) bevat, zal dat als een zoekpatroon behandeld worden en elk pakket dat aan dat patroon beantwoordt, zal in aanmerking genomen worden (raadpleeg de sectie over “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). forbid-version Laat niet toe dat een pakket opgewaardeerd wordt naar een specifieke versie, maar sta automatische opwaarderingen naar latere versies wel toe. Dit is bijvoorbeeld nuttig om een versie van een pakket te vermijden waarvan bekend is dat ze defect is, zonder daarvoor handmatig handhavingen te hoeven instellen en op te heffen. Standaard zou aptitude de verboden versie selecteren als de versie waarnaar het pakket normaliter opgewaardeerd zou worden (de kandidaatversie). U kunt deze selectie aanpassen door “=versie” aan de pakketnaam toe te voegen: bijvoorbeeld, “aptitude forbid-version vim=1.2.3.broken-4”. Als u op de actie wilt terugkomen, zal het verbod opgeheven worden door “aptitude install pakket”. Om de verboden versie te verwijderen zonder de kandidaatversie te installeren, moet de huidige versie toegevoegd worden: “install pakket=versie”. update Werkt de lijst bij van de pakketten die beschikbaar zijn bij de pakketbronnen van apt (dit is het equivalent van “apt-get update”) safe-upgrade Waardeert geïnstalleerde pakketten naar hun meest recente versie op. Geïnstalleerde pakketten zullen niet verwijderd worden tenzij ze niet gebruikt worden (zie de sectie “Het beheer van automatisch geïnstalleerde pakketten” in de referentiehandleiding van aptitude). Pakketten die momenteel niet geïnstalleerd zijn, kunnen geïnstalleerd worden om te voldoen aan vereisten, tenzij de commandoregeloptie --no-new-installs gebruikt werd. Indien aan de commandoregel geen pakketten opgegeven werden, zal aptitude elk pakket trachten op te waarderen dat opgewaardeerd kan worden. Anders zal aptitude enkel de opgegeven pakketten trachten op te waarderen. Aan het/de pakketten kan een achtervoegsel toegevoegd worden, zoals dit met de argumenten voor aptitude install het geval is, waardoor u hier aan aptitude nog bijkomende instructies kunt meegeven. Bijvoorbeeld, aptitude safe-upgrade bash dash- zal proberen het pakket bash op te waarderen en het pakket dash te verwijderen. Soms is het nodig om een pakket te verwijderen om een ander te kunnen opwaarderen. In zulke situaties is dit commando niet in staat pakketten op te waarderen. Gebruik het commando full-upgrade om zoveel mogelijk pakketten op te waarderen. full-upgrade Waardeert geïnstalleerde pakketten op naar hun meest recente versie en zo nodig kan het daarbij pakketten verwijderen of installeren. Het installeert ook nieuwe essentiële of vereiste pakketten (pakketten met de markering 'Essential' of 'Required'). Dit commando gaat minder conservatief te werk dan safe-upgrade, hetgeen dus een grotere kans op ongewenste acties geeft. Daarentegen is het wel in staat pakketten op te waarderen die niet door safe-upgrade opgewaardeerd kunnen worden. Indien aan de commandoregel geen pakketten vermeld wordt/worden, zal aptitude proberen elk pakket dat opgewaardeerd kan worden, op te waarderen. Anders zal aptitude enkel die pakketten proberen op te waarderen waarvoor het die opdracht kreeg. Aan het/de pakketten kan een achtervoegsel toegevoegd worden, zoals dit met de argumenten voor aptitude install het geval is, waardoor u hier aan aptitude nog bijkomende instructies kunt meegeven. Bijvoorbeeld, aptitude full-upgrade bash dash- zal proberen het pakket bash op te waarderen en het pakket dash te verwijderen. [Opmerking] Opmerking Origineel werd het commando om historische redenen dist-upgrade genoemd, en aptitude herkent dist-upgrade nog steeds als een synoniem voor full-upgrade. search Zoekt naar de pakketten die beantwoorden aan een van de patronen die aan de commandoregel ingegeven werden. Elk pakket dat overeenkomt met een van de opgegeven patronen zal weergegeven worden. Bijvoorbeeld, “aptitude search '~N' edit” zal alle pakketten opleveren die “nieuw” zijn en alle pakketten die in hun naam “edit” hebben. Voor bijkomende informatie in verband met zoekpatronen raadpleegt u de sectie “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude. [Opmerking] Opmerking In het bovenstaande voorbeeld heeft “aptitude search '~N' edit” twee argumenten na search en dus wordt er gezocht op twee patronen: “~N” en “edit”. Zoals in de referentiegids zoekpatronen beschreven wordt, levert één enkel patroon dat bestaat uit twee met een spatie van elkaar gescheiden subpatronen (zoals “~N edit”), enkel een resultaat op als met beide patronen een overeenkomst gevonden wordt. Dus het commando “aptitude search '~N edit'” zal enkel die “nieuwe” pakketten weergeven die “edit” in hun naam hebben. Tenzij u de optie -F meegeeft, zal de uitvoer van aptitude search er ongeveer zo uitzien: i apt - Advanced front-end for dpkg pi apt-build - frontend to apt to build, optimize and in cp apt-file - APT package searching utility -- command- ihA raptor-utils - Raptor RDF Parser utilities Elk zoekresultaat wordt op een aparte regel weergegeven. Het eerste teken op iedere regel geeft de huidige toestand van het pakket weer: de meest voorkomende toestanden zijn p, wat betekent dat er op het systeem geen enkel spoor van het pakket bestaat, c, wat betekent dat het pakket verwijderd werd maar dat zijn configuratiebestanden nog op het systeem aanwezig zijn, i, wat betekent dat het pakket geïnstalleerd is, en v, wat betekent dat het om een virtueel pakket gaat. Het tweede letterteken is een aanduiding voor de opgeslagen actie (en anders wordt een blanco spatie weergegeven) die later op het pakket uitgevoerd zal worden, waarbij de meest voorkomende acties zijn: i, wat betekent dat het pakket geïnstalleerd zal worden, d, wat betekent dat het pakket verwijderd zal worden, en p, wat het betekent dat het pakket en zijn configuratiebestanden verwijderd zullen worden. Indien het derde letterteken een A is, geeft dit aan dat het pakket automatisch geïnstalleerd werd. Voor een volledige lijst van alle mogelijke vlaggen om een toestand of een actie aan te duiden, raadpleegt u de sectie “Pakketinformatie opvragen” in de referentiegids van aptitude. Voor het aanpassen van de uitvoer van search, verwijzen we naar de commandoregelopties -F en --sort. show Geeft gedetailleerde informatie weer over een of meer pakketten. Indien er een tildeteken (“~”) of een vraagteken (“?”) in de pakketnaam staat, zal hij als een zoekpatroon geïnterpreteerd worden en alle pakketten die eraan beantwoorden zullen weergegeven worden (zie de sectie “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). Indien het niveau van detaillering 1 of hoger is (dit betekent dat de commandoregel minstens één -v bevat), wordt informatie over alle versies van het pakket weergegeven. Anders wordt informatie weergegeven over de “kandidaatversie” (de versie die door “aptitude install” zou opgehaald worden). U kunt informatie laten weergeven over een andere pakketversie door =versie toe te voegen aan de pakketnaam. U kunt de versie uit een specifiek archief of release laten weergeven door /archief of /release toe te voegen aan de pakketnaam: bijvoorbeeld, /unstable of /sid. Indien er zo een is, zal enkel de gevraagde versie weergegeven worden, ongeacht het niveau van detaillering. Indien het niveau van detaillering 1 of hoger is, worden de velden architectuur, grootte in gecomprimeerde vorm, bestandsnaam en md5-controlesom weergegeven. Indien het niveau van detaillering 2 of hoger is, zal/zullen de geselecteerde versie(s) eenmaal weergegeven worden voor elk archief waarin ze aangetroffen wordt/worden. showsrc Geeft gedetailleerde informatie over een of meer broncodepakketten weer. Dit is een dun omhulsel rond apt(8). source Downloadt een of meer broncodepakketten. Dit is een dun omhulsel rond apt(8). versions Geeft de versies weer van de aan de commandoregel opgegeven pakketten. $ aptitude versions wesnoth p 1:1.4.5-1 100 p 1:1.6.5-1 unstable 500 p 1:1.7.14-1 experimental 1 Elke versie wordt op een aparte regel weergegeven. De drie meest linkse lettertekens geven de huidige toestand en de (eventuele) geplande toestand weer en of het een automatisch geïnstalleerd pakket betreft. Raadpleeg voor bijkomende informatie over de betekenis ervan de documentatie bij aptitude search. Rechts van het versienummer ziet u de releases waarin de versie te vinden is en de pin-prioriteit van de versie. Indien een pakketnaam een tildeteken (“~”) bevat of een vraagteken (“?”), zal die geïnterpreteerd worden als een zoekpatroon en zullen alle versies die eraan beantwoorden, weergegeven worden (zie de sectie “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). Dit betekent dat bijvoorbeeld aptitude versions '~i' alle versies zal weergeven die momenteel op het systeem geïnstalleerd zijn en niets anders, zelfs geen andere versies van dezelfde pakketten. $ aptitude versions '~nexim4-daemon-light' Pakket exim4-daemon-light: i 4.71-3 100 p 4.71-4 unstable 500 Pakket exim4-daemon-light-dbg: p 4.71-4 unstable 500 Indien de invoer een zoekpatroon is of indien meer dan een versie van een pakket weergegeven moet worden, zal aptitude de uitvoer automatisch per pakket groeperen, zoals hierboven getoond wordt. U kunt dit uitzetten via --group-by=none, waardoor aptitude een gewone lijst zal weergeven van alle gevonden versies, waarbij iedere regel automatisch ook de naam van het pakket zal bevatten: $ aptitude versions --group-by=none '~nexim4-daemon-light' i exim4-daemon-light 4.71-3 100 p exim4-daemon-light 4.71-4 unstable 500 p exim4-daemon-light-dbg 4.71-4 unstable 500 Om de pakketnaam weg te laten, geeft u --show-package-names=never op: $ aptitude versions --show-package-names=never --group-by=none '~nexim4-daemon-light' i 4.71-3 100 p 4.71-4 unstable 500 p 4.71-4 unstable 500 Behalve met de voorgaande opties, kunt u de informatie die voor elke versie weergegeven wordt, ook regelen met de commandoregeloptie -F. De volgorde waarin versies weergegeven worden kan beïnvloed worden met de commandoregeloptie --sort. Om te voorkomen dat aptitude de uitvoer in kolommen zou opmaken, gebruikt u --disable-columns. add-user-tag, remove-user-tag Voegt een gebruikerslabel (user tag) toe aan of verwijdert een gebruikerslabel van de geselecteerde groep pakketten. Indien een pakketnaam een tilde (“~”) of een vraagteken (“?”) bevat, wordt hij als een zoekpatroon beschouwd en wordt het merkteken toegevoegd aan of verwijderd van alle pakketten die aan het zoekpatroon beantwoorden (zie de sectie “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). Gebruikerslabels (user tags) zijn arbitraire tekenreeksen die aan een pakket gekoppeld worden. Zij kunnen gebruikt worden met de zoekterm ?user-tag(merkteken), waarmee alle pakketten geselecteerd worden die een vrij merkteken hebben dat overeenkomt met merkteken.. why, why-not Geeft een verklaring waarom een specifiek pakket op het systeem geïnstalleerd zou moeten worden of er niet op geïnstalleerd kan worden. Dit commando zoekt de pakketten op die het opgegeven pakket vereisen of die ermee conflicteren. Het geeft een sequentie weer van afhankelijkheden die naar het beoogde pakket leiden, samen met een aanduiding van de installatiestatus van elk pakket uit de hele keten van vereisten: $ aptitude why kdepim i nautilus-data Beveelt aan nautilus i A nautilus Beveelt aan desktop-base (>= 0.2) i A desktop-base Suggereert gnome | kde | xfce4 | wmaker p kde Vereist kdepim (>= 4:3.4.3) Het commando why zoekt de hele keten van vereisten op die tot de installatie leidt van het aan de commandoregel opgegeven pakket, zoals hierboven te zien is. Merk in dit geval op dat de door aptitude gevonden vereistenrelatie een suggestie (suggests) is. Dit is omdat geen enkel momenteel op deze computer geïnstalleerd pakket het pakket kdepim echt vereist (depends) of aanbeveelt (recommends). Indien er een sterkere vereistenrelatie bestond, had aptitude ze weergegeven. Daartegenover gaat why-not op zoek naar een keten van vereisten die uitmondt in een conflict met het beoogde pakket: $ aptitude why-not textopo i ocaml-core Vereist ocamlweb i A ocamlweb Vereist tetex-extra | texlive-latex-extra i A texlive-latex-extra Conflicteert met textopo Indien een of meer patro(o)nen opgegeven werden (naast het verplichte laatste argument dat een geldige pakketnaam moet zijn), dan begint aptitude zijn zoektocht bij deze patronen. Dit houdt in dat het eerste pakket uit de keten die het weergeeft om uit te leggen waarom een pakket wel of niet geïnstalleerd wordt, een pakket zal zijn dat aan het patroon in kwestie beantwoordt. De patronen worden als pakketnamen geïnterpreteerd, tenzij ze een tilde (“~”) of een vraagteken (“?”) bevatten. In dat geval worden ze als zoekpatronen behandeld (zie de sectie“Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). Indien er geen patronen opgegeven werden, zal aptitude op zoek gaan naar ketens van vereisten die starten bij handmatig geïnstalleerde pakketten. Dit kan op een treffende manier laten zien welke pakketten ertoe geleid hebben, of ertoe zouden leiden, dat een bepaald pakket geïnstalleerd werd. [Opmerking] Opmerking aptitude why voert geen volledige oplossing van vereistenproblemen uit; het geeft enkel rechtstreekse relaties tussen pakketten weer. Bijvoorbeeld, als A B nodig heeft en C heeft D nodig en B en C conflicteren met elkaar, dan zal “aptitude why-not D” niet het antwoord geven dat “A B vereist, B met C conflicteert en D C vereist”. Standaard geeft aptitude enkel de “meest geïnstalleerde, sterkste, meest hechte, kortste” keten van vereisten weer. Dit houdt in dat het zoekt naar een keten van vereisten die enkel bestaat uit pakketten die geïnstalleerd zijn of geïnstalleerd zullen worden. Binnen die restrictie zoekt het naar de sterkst mogelijke afhankelijkheden. Het zoekt naar een keten van vereisten waarbij vereisten waarvoor meerdere alternatieven bestaan (die zich met OR tot elkaar verhouden) en Provides (pakketten die voorzien in) vermeden worden. Het zoekt de kortste keten van vereisten die aan deze criteria beantwoordt. Gaandeweg worden deze regels versoepeld tot er een overeenkomst gevonden wordt. Als het niveau van detaillering 1 of meer is, dan zullen alle verklaringen die aptitude kan vinden, weergegeven worden in omgekeerde volgorde van relevantie. Als het niveau van detaillering 2 of meer is, zal een echt excessieve hoeveelheid debuginformatie naar standaarduitvoer gestuurd worden. De terugkeerwaarde van het commando is 0 bij succes, 1 als geen verklaring uitgewerkt kon worden en -1 als er zich een fout voordeed. clean Verwijdert alle eerder opgehaalde .deb-bestanden uit de map met de pakketcache (gewoonlijk /var/cache/apt/archives). autoclean Verwijdert alle pakketten uit de cache die niet langer gedownload kunnen worden. Dit laat u toe te voorkomen dat de cache na verloop van tijd oncontroleerbaar groot zou worden, zonder hem volledig leeg te maken. changelog Downloadt de Debian changelog (log van wijzigingen) voor elk van de opgegeven binaire of bronpakketten en geeft die weer. Standaard wordt de changelog opgehaald voor de versie die met “aptitude install” geïnstalleerd zou worden. U kunt een specifieke versie van een pakket selecteren door =versie toe te voegen aan de naam van het pakket. U kunt de versie uit een specifiek archief of release selecteren door /archief of /release toe te voegen aan de naam van het pakket (bijvoorbeeld, /unstable of /sid). download Downloadt het .deb-bestand van het opgegeven pakket en plaatst het in de huidige map. Dit is een dun omhulsel rond apt(8). extract-cache-subset Kopieert de configuratiemap van apt (/etc/apt) en een subset van de pakketdatabase naar de opgegeven map. Indien geen pakketten opgegeven werden, wordt de volledige pakketdatabase gekopieerd, anders enkel de onderdelen ervan die overeenkomen met de genoemde pakketten. Elke pakketnaam kan een zoekpatroon zijn en alle pakketten die eraan beantwoorden, zullen geselecteerd worden (zie de sectie “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude). Eventuele bestaande pakketdatabasebestanden in de map waarin de uitvoer terecht komt, zullen overschreven worden. Afhankelijkheden die in de paragrafen van binaire pakketten vermeld staan, worden herschreven om verwijzingen naar pakketten die niet in de geselecteerde set voorkomen, te verwijderen. help Geeft een korte samenvatting weer van de commando's en opties die gebruikt kunnen worden. Opties De volgende opties kunnen gebruikt worden om het gedrag van de hiervoor beschreven acties te beïnvloeden. Merk op dat hoewel bij alle commando's alle opties geaccepteerd zullen worden, sommige opties voor bepaalde commando's niet van toepassing zijn en door die commando's genegeerd zullen worden. --add-user-tag merkteken Bij full-upgrade, safe-upgrade, forbid-version, hold, install, keep-all, markauto, unmarkauto, purge, reinstall, remove, unhold en unmarkauto: voeg het gebruikerslabel (user tag) merkteken toe aan alle pakketten die door dit commando geïnstalleerd, verwijderd of opgewaardeerd werden alsof het commando add-user-tag gegeven werd. --add-user-tag-to merkteken,patroon Bij full-upgrade, safe-upgrade forbid-version, hold, install, keep-all, markauto, unmarkauto, purge, reinstall, remove, unhold en unmarkauto: voeg het gebruikerslabel (user tag) merkteken toe aan alle pakketten die beantwoorden aan patroon alsof het commando add-user-tag gegeven werd. Het patroon is een zoekpatroon, zoals beschreven in de sectie “Zoekpatronen” in de referentiehandleiding van aptitude. Zo zal bijvoorbeeld het commando aptitude safe-upgrade --add-user-tag-to "nieuwe-installatie,?action(install)" het merkteken nieuwe-installatie geven aan alle pakketten die met het commando safe-upgrade geïnstalleerd werden. --allow-new-upgrades Als de oplosser in veilige modus gebruikt wordt (d.w.z. als de optie --safe-resolver opgegeven werd of als de actie safe-upgrade is, of als Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver ingesteld werd op true), de vereistenoplosser de toelating geven om opwaarderingen van pakketten te installeren, ongeacht de waarde van Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Upgrades. --allow-new-installs Sta het commando safe-upgrade toe om nieuwe pakketten te installeren. Als de oplosser in veilige modus gebruikt wordt (d.w.z. als de optie --safe-resolver opgegeven werd of als de actie safe-upgrade is, of als Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver ingesteld werd op true), de vereistenoplosser de toelating geven om nieuwe pakketten te installeren. Deze optie is van kracht ongeacht de waarde van Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Installs. --allow-untrusted Installeer pakketten afkomstig van onbetrouwbare pakketbronnen zonder vragen te stellen. U zou dit enkel mogen gebruiken als u weet wat u doet, aangezien het gemakkelijk de veiligheid van uw systeem in gevaar zou kunnen brengen. --disable-columns Deze optie heeft tot effect dat aptitude search en aptitude versions hun resultaten weergeven zonder enige vorm van bijzondere indeling. Meer in het bijzonder is het zo dat aptitude normaal gezien witruimte toevoegt aan zoekresultaten of ze afkapt in een poging om ze te doen passen binnen verticale “kolommen”. Als deze vlag gebruikt wordt, zal de indeling van elke regel erin bestaan dat de indelingsstuurcodes uit de indelingstekenreeks vervangen worden door de overeenkomstige tekst, zonder rekening te houden met de breedte van de kolommen. De eerste paar regels van de uitvoer van het commando “aptitude search -F '%p %V' --disable-columns libedataserver” zouden bijvoorbeeld als volgt kunnen zijn: disksearch 1.2.1-3 hp-search-mac 0.1.3 libbsearch-ruby 1.5-5 libbsearch-ruby1.8 1.5-5 libclass-dbi-abstractsearch-perl 0.07-2 libdbix-fulltextsearch-perl 0.73-10 Zoals in het bovenstaande voorbeeld, is het gebruik van --disable-columns vaak nuttig in combinatie met een aangepaste weergave-indeling die met de commandoregeloptie -F ingesteld werd. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Disable-Columns. -D, --show-deps Toon bij commando's die pakketten installeren of verwijderen (install, full-upgrade, enz.) een korte toelichting bij automatische installaties en verwijderingen. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Show-Deps. -d, --download-only Download indien nodig pakketten naar de pakketcache, maar installeer of verwijder niets. Standaard wordt de pakketcache opgeslagen in /var/cache/apt/archives. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Download-Only. -F indeling, --display-format indeling Specificeert de indeling die gebruikt moet worden om de uitvoer van de commando's search en versions weer te geven. Bijvoorbeeld, “%p %v %V” opgeven als indeling zal resulteren in het weergeven van de naam van het pakket, gevolgd door de momenteel geïnstalleerde versie ervan en zijn kandidaatversie (zie voor meer informatie de sectie “Aanpassingen maken aan de wijze waarop pakketten weergegeven worden” in de referentiehandleiding van aptitude). De commandoregeloptie --disable-columns is vaak nuttig in combinatie met -F. Voor search komt dit overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Package-Display-Format. Voor versions komt dit overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Version-Display-Format. -f Doe moeite om de vereisten van defecte pakketten te repareren, zelfs als dit het negeren inhoudt van de aan de commandoregel gevraagde acties. Dit komt overeen met het configuratie-item Aptitude::CmdLine::Fix-Broken. --full-resolver Gebruik de standaard “integrale” oplosser voor het oplossen van vereistenproblemen van pakketten als die zich voordoen. In tegenstelling tot de oplosser in “veilige” modus die door --safe-resolver geactiveerd wordt, zal de integrale oplosser probleemloos pakketten verwijderen om aan vereisten te kunnen voldoen. Hij is in staat om meer situaties op te lossen dan het veilige algoritme, maar zijn oplossingen maken meer kans om onwenselijk te zijn. Deze optie kan gebruikt worden om het gebruik van de integrale oplosser af te dwingen, zelfs als Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver ingesteld werd op true. --group-by groeperingsmodus Regelt hoe het commando versions zijn uitvoer groepeert. De volgende waarden kunnen gebruikt worden: • archive om pakketten te groeperen volgens het archief waarin ze voorkomen (“stable”, “unstable”, enz.). Indien een pakket in verschillende archieven voorkomt, zal het in elk ervan weergegeven worden. • auto om versies volgens hun pakket te groeperen, tenzij er exact één argument gebruikt werd dat geen zoekpatroon is. • none om alle versies in een eenvoudige lijst weer te geven zonder enige vorm van groepering. • package om versies volgens hun pakket te groeperen. • source-package om versies volgens hun broncodepakket te groeperen. • source-version om versies volgens hun broncodepakket en de broncodeversie te groeperen. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Versions-Group-By. -h, --help Geef een korte hulptekst weer. Identiek aan de actie help. --log-file=bestand Indien bestand geen lege tekenreeks is, zullen logberichten daarin opgeschreven worden, behalve als bestand “-” is. In dat laatste geval zullen logberichten naar standaarduitvoer geschreven worden. Indien deze optie meerdere keren voorkomt, zal de laatste vermelding uitwerking krijgen. Dit heeft geen invloed op het loggen van de installaties die aptitude uitvoert (/var/log/aptitude). De logberichten waarop deze configuratie betrekking heeft, betreffen interne programmagebeurtenissen, fouten en debugberichten. Zie de commandoregeloptie --log-level om meer controle te verwerven over wat gelogd wordt. Dit komt overeen met de configuratieopte Aptitude::Logging::File. --log-level=niveau, --log-level=categorie:niveau --log-level=niveau heeft als effect dat aptitude enkel berichten logt van een niveau niveau of hoger. Het logniveau bijvoorbeeld instellen op error zal ertoe leiden dat enkel berichten van de logniveaus error en fatal weergegeven worden. Alle andere zullen verborgen worden. Geldige logniveaus (in aflopende volgorde) zijn off, fatal, error, warn, info, debug, en trace. Het standaard logniveau is warn. --log-level=categorie:niveau heeft als effect dat berichten uit de categorie categorie enkel gelogd worden als hun niveau van niveau of hoger is. --log-level mag meermaals voorkomen aan de commandoregel. Het is de meest specifieke instelling die uitwerking heeft. Indien u dus --log-level=aptitude.resolver:fatal en --log-level=aptitude.resolver.hints.match:trace opgeeft, dan zullen berichten uit aptitude.resolver.hints.parse enkel weergegeven worden als hun niveau fatal is, maar zullen alle berichten uit aptitude.resolver.hints.match weergegeven worden. Indien u het niveau voor eenzelfde categorie twee of meer keren instelt, zal het de laatste instelling zijn die uitwerking heeft. Dit heeft geen invloed op het loggen van de installaties die aptitude uitgevoerd heeft (/var/log/aptitude). De logberichten die ten gevolge van deze instelling opgeschreven worden hebben betrekking op interne programmagebeurtenissen, fouten en informatie gericht op debuggen. Zie de commandoregeloptie --log-file om de plaats waar logberichten terecht komen te wijzigen. Dit komt overeen met de configuratiegroep Aptitude::Logging::Levels. --log-resolver Stel een aantal standaardlogniveaus in verband met de oplosser in om loguitvoer te produceren, geschikt om door geautomatiseerd gereedschap verwerkt te worden. Dit is het equivalent van de commandoregelopties --log-level=aptitude.resolver.search:trace --log-level=aptitude.resolver.search.tiers:info. --no-new-installs Voorkom dat safe-upgrade nieuwe pakketten installeert. Sta de vereistenoplosser niet toe om nieuwe pakketten te installeren bij het gebruik van de veilige oplosser (d.w.z. als de optie --safe-resolver opgegeven werd of als Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver ingesteld werd op true). Deze optie heeft uitwerking ongeacht de waarde van Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Installs. Dit imiteert het vroegere gedrag van apt-get upgrade. --no-new-upgrades Verbied bij het gebruik van de oplosser in veilige modus (d.w.z. als de optie --safe-resolver opgegeven werd of als Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver ingesteld werd op true) dat de vereistenoplosser opwaarderingen van pakketten installeert en dit ongeacht de waarde van Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Upgrades. --no-show-resolver-actions Geef de acties die door de “veilige” oplosser ondernomen worden, niet weer en hef een eventuele configuratieoptie in dat verband of een eerder opgegeven --show-resolver-actions op. -O volgorde, --sort volgorde Geef op in welke volgorde de uitvoer van de commando's search en versions weergegeven moet worden. Indien u bijvoorbeeld “installsize” opgeeft als volgorde, zullen pakketten weergegeven worden volgens hun grootte na installatie (zie voor meer informatie de sectie “Aanpassen hoe pakketten geordend worden” in de referentiehandleiding van aptitude). Door een tilde-teken (~) te plaatsen voor de volgordeaanduiding, wordt de volgorde gewijzigd van oplopend naar aflopend. De standaardvolgorde is name,version. -o sleutel=waarde Stel een configuratiebestandsoptie rechtstreeks in. Gebruik bijvoorbeeld -o Aptitude::Log=/tmp/my-log om de log van de acties van aptitude te laten opschrijven in /tmp/my-log. Zie voor meer informatie over configuratiebestandsopties de sectie “Referentiegids voor het configuratiebestand” in de referentiehandleiding van aptitude. -P, --prompt Vraag altijd om bevestiging vooraleer pakketten te downloaden, te installeren of te verwijderen, zelfs wanneer er geen andere acties dan die waarom expliciet gevraagd werd, uitgevoerd zullen worden. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Always-Prompt. --purge-unused Indien Aptitude::Delete-Unused ingesteld staat op “true” (wat standaard het geval is), dan zal aptitude niet enkel de pakketten die door geen enkel geïnstalleerd pakket meer vereist worden, verwijderen maar ze ook wissen, wat het wissen van hun configuratiebestanden en eventuele andere belangrijke gegevens inhoudt. Zie voor meer informatie over welke pakketten als “ongebruikt” beschouwd worden, de sectie “Het beheer van automatisch geïnstalleerde pakketten” in de referentiehandleiding van aptitude. Deze optie kan tot gegevensverlies leiden! Gebruik ze dus enkel als u weet wat u doet! Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::Purge-Unused. -q[=n], --quiet[=n] Onderdruk alle incrementele voortgangsindicatoren en maak de uitvoer daardoor geschikt voor loggen. Dit kan meerdere keren opgegeven worden om het programma minder breedsprakig te maken, maar in tegenstelling tot apt-get, laat aptitude het gebruik van -y niet toe als -q meer dan één keer opgegeven werd. Het facultatieve =n kan gebruikt worden om rechtstreeks het niveau van breedsprakigheid in te stellen (om bijvoorbeeld een instelling uit /etc/apt/apt.conf te omzeilen). Het lokt bij het programma hetzelfde gedrag uit als wanneer -q exact n maal zou opgegeven worden. -R, --without-recommends Behandel aanbevolen pakketten niet als vereisten bij het installeren van nieuwe pakketten (dit heeft voorrang op instellingen uit /etc/apt/apt.conf en ~/.aptitude/config). Omwille van aanbevelingen eerder geïnstalleerde pakketten zullen niet verwijderd worden. Dit komt overeen met het paar configuratieopties APT::Install-Recommends en APT::AutoRemove::RecommendsImportant. -r, --with-recommends Behandel aanbevolen pakketten als vereisten bij het installeren van nieuwe pakketten (dit heeft voorrang op instellingen uit /etc/apt/apt.conf en ~/.aptitude/config). Dit komt overeen met de configuratieoptie APT::Install-Recommends --remove-user-tag merkteken Bij full-upgrade, safe-upgrade, forbid-version, hold, install, keep-all, markauto, unmarkauto, purge, reinstall, remove, unhold en unmarkauto: verwijder het gebruikerslabel (user tag) merkteken van alle pakketten die door dit commando geïnstalleerd, verwijderd of opgewaardeerd werden alsof het commando add-user-tag gebruikt werd. --remove-user-tag-from merkteken,patroon Bij full-upgrade, safe-upgrade, forbid-version, hold, install, keep-all, markauto, unmarkauto, purge, reinstall, remove, unhold en unmarkauto: verwijder het gebruikerslabel (user tag) merkteken van alle pakketten die beantwoorden aan het patroon alsof het commando remove-user-tag gebruikt werd. Het patroon is een zoekpatroon, zoals beschreven in de sectie “Search Patterns” van de referentiehandleiding van aptitude. Bijvoorbeeld, aptitude safe-upgrade --remove-user-tag-from "niet-opgewaardeerd,?action(upgrade)" zal het merkteken niet-opgewaardeerd verwijderen van alle pakketten die met het commando safe-upgrade opgewaardeerd kunnen worden. -s, --simulate Geef in de commandoregelmodus weer welke acties normaal gezien uitgevoerd zouden worden, zonder ze evenwel effectief uit te voeren. Dit vereist geen systeembeheerdersrechten (de privileges van root). Open in de visuele interface de cache steeds in alleen-lezen modus, ongeacht het feit of u root bent of niet. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::Simulate. --safe-resolver Gebruik bij het tegenkomen van vereistenproblemen een “veilig” algoritme om ze op te lossen. Deze oplosser probeert zoveel mogelijk van uw keuzes te behouden. Hij zal nooit een pakket verwijderen en nooit een andere versie van een pakket installeren dan zijn standaard kandidaatversie. Hetzelfde algoritme wordt gebruikt bij safe-upgrade. Het is inderdaad zo dat aptitude --safe-resolver full-upgrade het equivalent is van aptitude safe-upgrade. Omdat safe-upgrade steeds de veilige oplosser gebruikt, wordt het niet toegestaan om er de vlag --safe-resolver bij te gebruiken. Deze optie is het equivalent van het instellen van de configuratievariabele Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver op true. --schedule-only Doet commando's die de toestand van pakketten wijzigen, die operaties agenderen voor de toekomst zonder ze effectief uit te voeren. Geagendeerde operaties kunt u effectief laten doorvoeren door het uitvoeren van de opdracht aptitude install zonder argumenten. Dit is het equivalent van het maken van de overeenkomstige selecties in de visuele modus om vervolgens het programma op een normale manier af te sluiten. Bijvoorbeeld, aptitude --schedule-only install evolution agendeert de installatie van het programma evolution voor later. --show-package-names wanneer Regelt wanneer het commando versions pakketnamen weergeeft. De volgende instellingen kunnen gebruikt worden: • always: geef pakketnamen weer telkens wanneer aptitude versions uitgevoerd wordt. • auto: geef bij het uitvoeren van aptitude versions de pakketnamen weer als de uitvoer niet volgens pakket gegroepeerd wordt en er ofwel meer dan een argument opgegeven werd of een argument dat als een zoekpatroon geldt. • never: geef in de uitvoer van aptitude versions nooit pakketnamen weer. Deze optie komt overeen met het configuratie-item Aptitude::CmdLine::Versions-Show-Package-Names. --show-resolver-actions Geef de acties weer die uitgevoerd worden door de “veilige” oplosser en door safe-upgrade. Bij het uitvoeren van het commando safe-upgrade of wanneer de optie --safe-resolver gebruikt wordt, zal aptitude eerst een samenvatting weergeven van de acties die de resolver uitgevoerd heeft en daarna pas de voorafbeelding van de installatie. Dit is het equivalent van de configuratieoptie Aptitude::Safe-Resolver::Show-Resolver-Actions. --show-summary[=MODUS] Wijzigt het gedrag van “aptitude why” zodat het elke uitvoer van een keten van vereisten samenvat, eerder dan ze in de lange vorm weer te geven. Indien deze optie gebruikt werd en MODUS niet “no-summary” is, zullen ketens die vereisten van het type Suggests bevatten, niet weergegeven worden: combineer--show-summary met -v om een samenvatting te zien van alle redenen voor de installatie van het doelpakket. MODUS kan één van de volgende zijn:  1. no-summary: geen samenvatting geven (het standaardgedrag als --show-summary niet opgegeven is).  2. first-package: geef het eerste pakket uit elke keten weer. Dit is de standaardwaarde van MODUS als niets gespecificeerd werd.  3. first-package-and-type: geef het eerste pakket uit elke keten weer, samen met het niveau van de zwakste vereiste uit de keten.  4. all-packages: geef in het kort elke keten van vereisten weer die naar het doelpakket leidt.  5. all-packages-with-dep-versions: geef in het kort elke keten van vereisten weer die naar het doelpakket leidt, met inbegrip van de doelversie van elke vereiste. Deze optie komt overeen met het configuratie-item Aptitude::CmdLine::Show-Summary. Als --show-summary aan de commandoregel opgegeven werd, zal het voorrang hebben op Aptitude::CmdLine::Show-Summary. Voorbeeld 12. Gebruik van --show-summary --show-summary gebruikt samen met -v om alle redenen voor het installeren van een pakket weer te geven: $ aptitude -v --show-summary why foomatic-db Pakketten die afhangen van foomatic-db: cupsys-driver-gutenprint foomatic-db-engine foomatic-db-gutenprint foomatic-db-hpijs foomatic-filters-ppds foomatic-gui kde printconf wine $ aptitude -v --show-summary=first-package-and-type why foomatic-db Pakketten die afhangen van foomatic-db: [Vereist] cupsys-driver-gutenprint [Vereist] foomatic-db-engine [Vereist] foomatic-db-gutenprint [Vereist] foomatic-db-hpijs [Vereist] foomatic-filters-ppds [Vereist] foomatic-gui [Vereist] kde [Vereist] printconf [Vereist] wine $ aptitude -v --show-summary=all-packages why foomatic-db Pakketten die afhangen van foomatic-db: cupsys-driver-gutenprint D: cups-driver-gutenprint D: cups R: foomatic-filters R: foomatic-db-engine D: foomatic-db foomatic-filters-ppds D: foomatic-filters R: foomatic-db-engine D: foomatic-db kde D: kdeadmin R: system-config-printer-kde D: system-config-printer R: hal-cups-utils D: cups R: foomatic-filters R: foomatic-db-engine D: foomatic-db wine D: libwine-print D: cups-bsd R: cups R: foomatic-filters R: foomatic-db-engine D: foomatic-db foomatic-db-engine D: foomatic-db foomatic-db-gutenprint D: foomatic-db foomatic-db-hpijs D: foomatic-db foomatic-gui D: python-foomatic D: foomatic-db-engine D: foomatic-db printconf D: foomatic-db $ aptitude -v --show-summary=all-packages-with-dep-versions why foomatic-db Pakketten die afhangen van foomatic-db: cupsys-driver-gutenprint D: cups-driver-gutenprint (>= 5.0.2-4) D: cups (>= 1.3.0) R: foomatic-filters (>= 4.0) R: foomatic-db-engine (>= 4.0) D: foomatic-db (>= 20090301) foomatic-filters-ppds D: foomatic-filters R: foomatic-db-engine (>= 4.0) D: foomatic-db (>= 20090301) kde D: kdeadmin (>= 4:3.5.5) R: system-config-printer-kde (>= 4:4.2.2-1) D: system-config-printer (>= 1.0.0) R: hal-cups-utils D: cups R: foomatic-filters (>= 4.0) R: foomatic-db-engine (>= 4.0) D: foomatic-db (>= 20090301) wine D: libwine-print (= 1.1.15-1) D: cups-bsd R: cups R: foomatic-filters (>= 4.0) R: foomatic-db-engine (>= 4.0) D: foomatic-db (>= 20090301) foomatic-db-engine D: foomatic-db foomatic-db-gutenprint D: foomatic-db foomatic-db-hpijs D: foomatic-db foomatic-gui D: python-foomatic (>= 0.7.9.2) D: foomatic-db-engine D: foomatic-db (>= 20090301) printconf D: foomatic-db --show-summary gebruikt om een keten op één regel weer te geven: $ aptitude --show-summary=all-packages why aptitude-gtk libglib2.0-data Pakketten die afhangen van libglib2.0-data: aptitude-gtk D: libglib2.0-0 R: libglib2.0-data -t release, --target-release release Stelt de release in van waaruit pakketten geïnstalleerd moeten worden. Bijvoorbeeld, “aptitude -t experimental ...” zal pakketten installeren uit de distributie 'experimental' (experimenteel), tenzij u anders specificeert. Dit beïnvloedt wat de standaard kandidaatversie van een pakket is, volgens de regels die beschreven worden in apt_preferences(5). Dit komt overeen met het configuratie-item APT::Default-Release. -V, --show-versions Toon de versie van de pakketten die geïnstalleerd zullen worden. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Show-Versions. -v, --verbose Heeft als gevolg dat sommige commando's (bijvoorbeeld show) extra informatie weergeven. Dit kan meerdere keren opgegeven worden om meer en meer informatie te bekomen. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Verbose. --version Geef de versie van aptitude weer en wat informatie over hoe het gecompileerd werd. --visual-preview Bij het installeren of verwijderen van pakketten aan de commandoregel wordt niet de gebruikelijke prompt weergegeven, maar wordt de visuele interface opgestart met het scherm met de voorafbeelding. -W, --show-why Laat in de voorafbeelding die getoond wordt vooraleer pakketten geïnstalleerd of verwijderd worden, zien welk handmatig geïnstalleerd pakket welke automatisch geïnstalleerde pakketten vereist. Bijvoorbeeld: $ aptitude --show-why install mediawiki ... De volgende NIEUWE pakketten zullen geïnstalleerd worden: libapache2-mod-php5{a} (for mediawiki) mediawiki php5{a} (for mediawiki) php5-cli{a} (for mediawiki) php5-common{a} (for mediawiki) php5-mysql{a} (for mediawiki) In combinatie met -v of een niet lege waarde van Aptitude::CmdLine::Verbose geeft dit de volledige keten van vereisten weer die voor elk te installeren pakket leidt tot diens installatie. Bijvoorbeeld: $ aptitude -v --show-why install libdb4.2-dev De volgende NIEUWE pakketten zullen geïnstalleerd worden: libdb4.2{a} (libdb4.2-dev D: libdb4.2) libdb4.2-dev De volgende pakketten zullen worden VERWIJDERD: libdb4.4-dev{a} (libdb4.2-dev C: libdb-dev P<- libdb-dev) Zoals hierboven getoond wordt, zal deze optie ook beschrijven waarom pakketten verwijderd worden. In dit voorbeeld conflicteert libdb4.2-dev met libdb-dev, waarin door libdb-dev voorzien wordt. Dit argument komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Show-Why en geeft dezelfde informatie weer als die welke door aptitude why en aptitude why-not berekend wordt. -w breedte, --width breedte Geef aan welke schermbreedte gebruikt moet worden voor de uitvoer van de commando's search en versions (in de commandoregelmodus). Standaard en als de uitvoer rechtstreeks op de terminal te zien is, wordt de terminalbreedte gebruikt. Als de uitvoer omgeleid wordt of door een pijp gestuurd wordt, wordt een zeer grote "ongelimiteerde" lijnbreedte gebruikt en wordt deze optie genegeerd. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Package-Display-Width -y, --assume-yes Neem aan dat de gebruiker “ja” zou antwoorden als er een ja/nee-vraag gesteld zou worden. Meer bepaald onderdrukt dit de vraag die getoond wordt bij het installeren, opwaarderen of verwijderen van pakketten. Vragen in verband met “gevaarlijke”acties, zoals het verwijderen van essentiële pakketten, zullen nog steeds weergegeven worden. Deze optie heeft voorrang op -P. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Assume-Yes. -Z Toon voor elk individueel pakket dat geïnstalleerd, opgewaardeerd of verwijderd zal worden, hoeveel schijfruimte gebruikt of vrijgemaakt zal worden. Dit komt overeen met de configuratieoptie Aptitude::CmdLine::Show-Size-Changes. De volgende opties zijn van toepassing op de visuele modus van het programma, maar zijn in de eerste plaats voor intern gebruik bedoeld. Normaal gezien zult u ze zelf niet moeten gebruiken. --autoclean-on-startup Verwijdert bij het opstarten van het programma oude gedownloade bestanden (het equivalent voor het opstarten van het programma en onmiddellijk Acties → Verouderde bestanden wissen selecteren). U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met “--clean-on-startup”, “-i” of “-u”. --clean-on-startup Ruimt de pakketcache op bij het opstarten van het programma (het equivalent voor het programma opstarten en onmiddellijk Acties → Pakketcache opruimen selecteren). U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met “--autoclean-on-startup”, “-i” of “-u”. -i Geeft bij het opstarten van het programma een voorafbeelding van de downloads (het equivalent voor het opstarten van het programma en onmiddellijk op “g” drukken). U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met “--autoclean-on-startup”, “--clean-on-startup” of “-u”. -S bestandsnaam Haalt de uitgebreide statusinformatie op uit bestandsnaam in plaats van uit het standaard statusbestand. -u Begint bij het opstarten van het programma onmiddellijk de pakketlijst bij te werken. U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met “--autoclean-on-startup”, “--clean-on-startup” of “-i”. Omgeving HOME Indien $HOME/.aptitude bestaat, zal aptitude zijn configuratiebestand opslaan in $HOME/.aptitude/config. Anders zal het op zoek gaan naar de thuismap van de huidige gebruiker via getpwuid(2) en zijn configuratiebestand daar plaatsen. PAGER Indien deze omgevingsvariabele ingesteld werd, zal aptitude daarvan gebruik maken om de logs met wijzigingen (changelogs) weer te geven wanneer “aptitude changelog” uitgevoerd wordt. Indien hij niet ingesteld is, zal teruggevallen worden op more, wat de standaard is. TMP Indien er geen waarde ingesteld is voor TMPDIR, zal aptitude zijn tijdelijk bestanden plaatsen in TMP als die variabele ingesteld werd. Anders zal het ze opslaan in /tmp. TMPDIR aptitude zal zijn tijdelijke bestanden plaatsen in de map die door deze omgevingsvariabele aangeduid wordt. Indien er geen waarde voor TMPDIR ingesteld werd, zal TMP gebruikt worden. Als ook TMP niet ingesteld is, zal aptitude /tmp gebruiken. Bestanden /var/lib/aptitude/pkgstates Het bestand waarin de toestand van pakketten en sommige pakketvlaggen opgeslagen worden. /etc/apt/apt.conf, /etc/apt/apt.conf.d/*, ~/.aptitude/config De configuratiebestanden voor aptitude. ~/.aptitude/config heeft voorrang op /etc/apt/apt.conf. Zie apt.conf(5) voor documentatie over de indeling en de inhoud van deze bestanden. Zie ook apt-get(8), apt(8), /usr/share/doc/aptitude/html/taalcode/index.html van het pakket aptitude-doc-taalcode ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ Name aptitude-create-state-bundle — de huidige toestand van aptitude samenbundelen Samenvatting aptitude-create-state-bundle [opties...] uitvoerbestand Omschrijving [Opmerking] Opmerking Dit commando is hoofdzakelijk bedoeld voor intern gebruik en voor het rapporteren van bugs in uitzonderlijke gevallen. In normale omstandigheden is het niet bedoeld voor gewone gebruikers. aptitude-create-state-bundle maakt een gecomprimeerd archief aan waarin de bestanden opgeslagen worden die nodig zijn om de huidige toestand van het pakketarchief te repliceren. De volgende bestanden en mappen worden in de bundel opgenomen: • $HOME/.aptitude • /var/lib/aptitude • /var/lib/apt • /var/cache/apt/*.bin • /etc/apt • /var/lib/dpkg/status De uitvoer van dit programma kan gebruikt worden als een argument voor aptitude-run-state-bundle(1). Opties --force-bzip2 Omzeil het volgens de automatische detectie te gebruiken compressiealgoritme. Standaard gebruikt aptitude-create-state-bundle bzip2(1) als het beschikbaar is en anders gzip(1). Met het opgeven van deze optie wordt het gebruik van bzip2 afgedwongen, zelfs als blijkt dat het niet beschikbaar is. --force-gzip Omzeil het volgens de automatisch detectie te gebruiken compressiealgoritme. Standaard gebruikt aptitude-create-state-bundle bzip2(1) als het beschikbaar is en anders gzip(1). Met het opgeven van deze optie wordt het gebruik van gzip afgedwongen, zelfs als bzip2 beschikbaar is. --help Geef in het kort weer wat het gebruik van dit programma is en breek dan af. --print-inputs Toon een lijst met bestanden en mappen die het programma zou verpakken mocht het een bundel maken, in plaats van echt een bundel te maken. Bestandsindeling Het bundelbestand is gewoon een tar(1)-bestand dat met behulp van bzip2(1) of gzip(1) gecomprimeerd werd en waarbij de bestandsbomen van de invoer “.” als basis hebben. Zie ook aptitude-run-state-bundle(1), aptitude(8), apt(8) ══════════════════════════════════════════════════════════════════════════ Name aptitude-run-state-bundle — pak een statusbundel van aptitude uit en gebruik dit om er aptitude op uit te voeren. Samenvatting aptitude-run-state-bundle [opties...] invoerbestand [ programma [argumenten...]] Omschrijving [Opmerking] Opmerking Dit commando is hoofdzakelijk bedoeld voor intern gebruik en voor het rapporteren van bugs in uitzonderlijke gevallen. In normale omstandigheden is het niet bedoeld voor gewone gebruikers. aptitude-run-state-bundle pakt de opgegeven statusbundel van aptitude die met aptitude-create-state-bundle(1) aangemaakt werd, uit in een tijdelijke map, voert daarop programma uit met de opgegeven argumenten en verwijdert nadien de tijdelijke map. Indien programma niet opgegeven wordt, wordt teruggevallen op aptitude(8), wat de standaard is. Opties De volgende opties mogen op de commandoregel aan het invoerbestand voorafgaan. Opties die na het invoerbestand staan worden geïnterpreteerd als argumenten voor aptitude. --append-args Plaats de opties die de locatie van de statusbundel vermelden, aan het eind van de commandoregel bij het uitvoeren van programma, in de plaats van aan het begin (standaard worden opties aan het begin geplaatst). --help Toon een korte samenvatting van het gebruik. --prepend-args Plaats de opties die de locatie van de statusbundel vermelden, aan het begin van de commandoregel bij het uitvoeren van programma, en hef eventuele eerdere --append-args-instructies op (standaard worden opties aan het begin geplaatst). --no-clean Verwijder de uitgepakte statusmap niet na het uitvoeren van aptitude. Het kan zijn dat u dit bijvoorbeeld wilt gebruiken als u een probleem wilt onderzoeken dat optreedt bij het wijzigen van het statusbestand van aptitude. Als aptitude afsluit, zal de naam van de statusmap weergegeven worden, zodat u er later naartoe kunt gaan. Deze optie wordt automatisch geactiveerd door --statedir. --really-clean Verwijder de statusmap na het uitvoeren vanaptitude, zelfs al werd --no-clean of --statedir opgegeven. --statedir Behandel het invoerbestand niet als statusbundel maar als een uitgepakte statusbundel. U kunt dit bijvoorbeeld gebruiken om gebruik te maken van een statusmap die aangemaakt werd bij een eerdere uitvoering van het programma met de optie --no-clean. --unpack Pak het invoerbestand naar een tijdelijke map uit, maar voer het programma aptitude niet echt uit. Zie ook aptitude-create-state-bundle(1), aptitude(8), apt(8)